24 – HET WESTEN EN DE WERELD 1815-1914
Industrialisati in di wirildioĆnĆmii | Wat warin di glĆbali givĆlgin van EurĆpisi
industrialisati tussin 1815 in 19114?
De Industriële Revolute creëerde een dynamisch economisch systeem. In de loop van de 19e eeuw verspreidde
dit systeem zich over de wereld. Als vredige methodes mislukte, gebruikten de Europeanen militaire macht om
niet-westerse landen binnen te komen. Over het algemeen vormden de Europeanen het globale economische
systeem op zo’n manier dat het grootste deel van de winst naar het westen en de bezitende klasse stroomde.
Di ĆpkĆmst van glĆbali Ćngilijkhiid
De geïndustrialiseerde gebieden in de 19e eeuw vergrooten hun welvaart en macht vergeleken met de
plaatsen die dat niet waren. Er ontstond een kloof die groeide tjdens de 19 e eeuw. Dit patroon van ongelijke
globale ontwikkeling werd geïnsttutonaliseerd of in de structuur van de wereldeconomie gebouwd.
o In 1750 was de levensstandaard niet hoger in Europa dan in andere plaatsen;
o De industrialisate zorgde voor kloven in gemiddelde welvaart en gezondheid onder landen en regio’s;
o Inkomen per persoon stagneerde in de kolonies voor 1913, in contrast met de industrialiserende
regio’s.
De opkomst van deze inkomensongelijkheid heef voor veel debat gezorgd. De ene school van interpretate legt
de nadruk op het westerse gebruik van wetenschap, technologie, kapitalistsche organisate en het ratonele
wereldbeeld om enorme welvaart te creëren, om daar een voorsprong mee te verkrijgen. Een andere school
zegt dat het westen zijn politeke en economische macht gebruikte om de rijkdommen van de wereld te stelen
met het kolonialisme.
Di wirildmarkt
Handel tussen landen werd gestmuleerd door economische ontwikkeling. In de 19e eeuw had Europa macht
over een enorme toename in internatonale handel, met Groot-Britannië als leider van industriële export.
Groot-Britannië was ook de grootste importeur van goederen. Vanaf het intrekken van de Corn Laws (1846)
tot het uitbreken van WOI (1914) bleef Groot-Britannië de belangrijkste wereldmarkt. Onder
vrijehandelsbeleid zorgde open toegang tot Britse markten voor de ontwikkeling van mijnen en plantages in
veel niet-westerse gebieden.
Internatonale handel groeide door de verbetering van transportsystemen. Transportkosten gingen omlaag,
wat zorgde voor nieuwe economische mogelijkheden en nieuwe vaardigheden en houdingen voortbracht.
Europese investeerders zorgden voor spoorwegen in Latjns-Amerika, Azië en Afrika om makkelijk van haven
naar binnenlandse steden en regio’s te kunnen komen, i.p.v. voor connectes tussen ontwikkelende steden en
regio’s binnen een land. Spoorwegen waren goed voor de westerse economische interesses.
De kracht van stoom veranderde overzeese en overlandse transport. De kosten namen enorm af en de
intercontnentale verscheping van goedkoop, rauw materiaal werd uitvoerbaar. De tjd die nodig was om de
Atlantsche Oceaan over te steken nam ook af. Verbeterde havenfaciliteiten zorgden dat in- en uitladen sneller,
goedkoper en betrouwbaarder werd.
De revolute in land en zee transportate moedigde Europese ondernemers aan om nieuwe territoria over de
wereld te exploiteren. De export van ruw materiaal vanuit ‘primary producers’ naar westerse fabrieken zorgde
voor economische groei in de kernlanden, maar deden weinig om een onafankelijke industrie op te bouwen in
de ongeïndustrialiseerde periferie.
Nieuwe communicatesystemen werden gebruikt om de loop van goederen door het wereldwijde netwerk te
sturen. De communicate zorgde ook voor het overbrengen van grondstofprijzen.
Europeanen begonnen enorme buitenlandse investeringen te doen vanaf ongeveer 1840. Het gat tussen rijk en
arm binnen Europa betekende dat de rijken en gemiddelden grote hoeveelheden geld naar het buitenland
konden sturen op zoek naar winst en dividend.
Het meeste geld ging niet naar kolonies/protectoraten in Azië of Afrika, maar naar andere Europese landen of
neo-Europes – setler colonies met een gezete Europese populate, waar Europeanen hun bevolkingsgroei
heen stuurde en de meest winstgevende investeringskansen vonden in de 19 e eeuw.
Veel van deze investering was vredig en voor zowel lener als lenende voordelig. De verbreiding van westerse
economische macht en de constructe van neo-Europes was heel slecht voor inheemse volkeren.
Di Ćpining van China
Europese economische en culturele penetrate van oude, dichtbevolkte landen was belangrijk. Interacte met
zulke landen zorgden voor meer handel en winst, en ze waren bereid om geweld te gebruiken als nodig om hun
wensen te vervullen. Dit gebeurde in China.
, Handel met Europa werd gereguleerd door de Chinese keizerlijke overheid, geleid door de Qing of Manchu
dynaste, waarbij alle buitenlandse handelaren in de zuidelijke haven van Guangzhou moesten leven en alleen
van en aan erkende Chinese handelaren mochten kopen en verkopen.
Vanaf 1820 was de dominante groep handelaren in China Brits. Zij vonden een oplossing in opium, illegaal in
China. Enorme winsten en toenemende verslaving in China zorgden voor toename in verkoop. De Briten eisten
in 1836 een eigen kolonie in China en handelsvrijheid. Ze eisten van de Britse overheid om acte te
ondernemen en namen de ondersteuning van Britse fabrikanten aan.
Tegelijkertjd besloot de Qing dynaste dat de opiumhandel moest stoppen, vanwege het verpesten van het
volk en het verlies van zilver. De overheid begon Chinese drugsdealers te vervolgen. In 1839 werd Lin Zexu
gestuurd. Hij stuurde een brief om zijn beleid te verantwoorden aan koningin Victoria.
De welvarende Britse handelaren met goede netwerken vroegen hun Londense bondgenoten voor support, en
de Britse overheid reageerde. De overheid wilde ook vrije handel met China en diplomateke relates op grond
van het Europese model. Groot-Britannië nam een aantal kuststeden in en in de eerste twee Opium Oorlogen
werd China gedwongen toe te geven – Twee mid-19e-eeuwse conficten tussen China en Groot-Britannië over
de Britse opiumhandel, die was ontworpen om China open te stellen voor Europese vrije handel. Bij verlies gaf
China Europese handelaren en zendelingen meer bescherming en concessies (Treaty of Nanking, 1842, nog
meer na de tweede [1856-1860]).
Japan in di VS
De overheid van Japan stuurde in 1640 alle buitenlanders het land uit en sloot het land af voor alle Europese
invloeden om de traditonele Japanse cultuur en samenleving te bewaren. Een order van 1825 beval Japanse
ofcials om weg te rijden van buitenlandse vaartuigen.
De isolate leek barbaars voor het westen, vooral voor de VS. Het maakte praktsche problemen moeilijker en
stond in de weg voor handel en winst. De Amerikanen vonden dat ze een rol moesten spelen in de Stlle
Oceaan. Het leek hun taak om de Japanners te dwingen hun havens te openen en zich als geciviliseerde staat te
gedragen.
Mathew Perry ging naar Edo Bay in 1853, steunend op gunboat diplomacy – het gebruik of de bedreiging van
miltaire macht om een overheid in economische of politeke overeenkomsten te dwingen. De Japanners
ondertekenden het verdrag van de VS waarbij twee havens werden geopend en handel toegestaan werd.
Wistirsi pinitrati van Egypti
De ervaring van Egypte illustreert de explosieve macht van de groeiende Europese economie en gemeenschap,
maar ook de aantrekkingskracht. Europese bemoeienis in Egypte zorgde voor een nieuw model van formele
politeke controle, welke toegepast werden in Afrika en Azië na 1882.
De eerste gouverneur van Egypte in 1805, gekozen door de Otomaanse sultan, was Muhammad Ali. Hij
bouwde zijn eigen staat op de macht van een groot en sterk leger naar Europees model. De boeren mochten
meedoen en de Fransen en Italianen moesten ze trainen naar moderne militaire methodes. Hij hervormde de
overheid, verkreeg nieuw land en verbeterde de communicatenetwerken.
Muhammad Ali’s modernisering trok veel Europeanen aan naar de Nijl. Zij werkten als ofcieren van het leger,
maar ook als dokters, overheidsmensen en polite. Anderen werkten in en rondom de handel.
Om deze plannen te fnancieren, moedigde Muhammad Ali de ontwikkeling van commerciële landbouw aan.
Deze ontwikkeling had diepgaande gevolgen:
o Egyptsche boeren waren arm maar zelfvoorzienend. Door de mogelijkheid tot export begonnen hoge
ofcieren en Muhammad Ali’s familie grote private stukken land uit het staatsdomein maken.
o Deze nieuwe landheren maakten de boeren hun huurders en dwongen hen om handelsgewassen te
verbouwen.
o Egyptsche landbeziters moderniseerden landbouw, maar de levensstandaard van boeren nam af.
Deze trends gingen door onder Ismail (1863-1879). Hij was een westerniserend autocraat. De irrigate
netwerken zorgden voor meer katoenproducte en export naar Europa en met zijn steun werd het Suez Kanaal
in 1869 afgemaakt. Arabisch werd de nieuwe ofciële taal; jonge Egyptenaren geleerd in Europa verspreidden
nieuwe vaardigheden; Caïro kreeg moderne boulevards en westerse hotels.
Ismail was te ongeduldig en roekeloos. Zijn projecten waren duur en de schuld was hoog. Frankrijk en Groot-
Britannië dwongen Ismail om Franse en Britse opdrachtgevers te kiezen om de Egyptsche fnanciën onder
controle te houden. Dit was een breuk. De Europeanen gingen over Egypte heersen i.p.v. enkel handel
afdwingen met geweld.
Buitenlandse fnanciële controle zorgde voor gewelddadige natonalistsche reactes onder Egyptsche
religieuze leiders, jonge intellectuelen en legerofcieren. In 1879, o.l.v. Ahmed Arabi, vormden zij de Egyptsche
Natonalistsche Partj. Doorgaande diplomateke druk op de overheid zorgde voor ant-Europese opstanden in
Alexandria (1882). Tewfi en zijn hof moesten naar Britse schepen vluchten. Toen de Britse vloot Alexandria
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller subtiel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.