20 – DE REVOLUTIE IN ENERGIE EN INDUSTRIE 1780-1850
De Industriële Revolute in Groot-Brittnnië | Wtt wtren de oorztken vtn de
Industriële Revolute en hoe ontwikkelde het zich tussen 1780 en 1850?
De transformate in industrie was new en ongepland. Bij gebrek aan modellen en verwachtngenn was Groot-
Brittannië niet alleen leider in de industriële technologien maar ook in sociale relates en stedelijk leven. Groot-
Brittannië was de leider in economische ontwikkeling.
Oorsprong vtn de Britse Industriële Revolute
Industriële verandering ontstond uit een lang proces van ontwikkeling. De Wetenschappelijke Revolute en de
Verlichtng brachten een nieuwe wereld die vooruitgang en de rol van onderzoek en experimenteren bij het
begrijpen van de natuurlijke wereld omhelsde. De wetenschappelijke en Verlichte cultuur van Groot-Brittannië
zorgde dat industriëlen de nieuwste ontdekkingen en uitvindingen konden gebruikenn ook uit het buitenland.
De expansie van de Engelse wol export door Europa bracht commerciële winsten en hoge lonen naar de
producenten van Vlaanderen en Italië. Ook de groeiende Atlantsche economie was gunstg voor Groot-
Brittannië. De hoge vraag naar Britse fabricagen zorgde dat Britse arbeiders veel verdienden.
De landbouw speelde ook een belangrijke rol bij het opkomen van de Industriële Revolute in Groot-Brittannië.
Boeren namen steeds nieuwe landbouwmethoden aann met als gevolg veel oogst met lage prijzen. De groep
landloze armen werkten als landbouwwerkers of in de huisnijverheidn potentele werkers voor de fabrieken.
Genoeg voedsel en hoge lonen betekenden dat de Engelse families niet langer al hun geld aan brood uit
hoefden te gevenn maar ook gefabriceerde goederen konden betalen en hun kinderen naar school konden
sturen – geletterdheid en gecijferdheid. Er was commercialisering.
Groot-Brittannië haalde ook voordeel uit de rijke natuurlijke hulpbronnen en een goed ontwikkelde
infrastructuur. De overvloed aan kool gecombineerd met hoge lonen in fabricage zorgde dat Britse fabrikanten
veel motef hadden om technologie te ontwikkelen om voort te bouwen op de kracht van kool om de
productviteit van de arbeiders te vergroten.
De macht van de Britse staat speelde ook een rol in de decennia van industriële verandering. Het Britse
parlement vroeg hoge belastngen en hoge tarieven op importproducten om de industrie te verdedigen.
Deze factoren samenn brachten de Industriële Revolute – gemunt in 1799 om de opkomst van belangrijke
uitvindingen en economische expansie beginnend in Groot-Brittannië in de late 18 e eeuw te omschrijven.
De grote economische en politeke revolutes die de moderne wereld vormdenn gebeurden bijna tegelijkertjdn
maar in verschillende landen.
Technologische innovtte en vroege ftbrieken
De druk om meer goederen voor een groeiende markt te produceren en om de arbeidskosten van het
produceren te verminderenn was verbonden met de eerste beslissende doorbraak van de Industriële Revolutee
de create van de eerste machine-gedreven fabrieken in de Britse katoenindustrie. aechnologische innovate
leidde tot een nieuw productesssteem en nieuwe sociale relates. De cruciale innovate in Groot-Brittannië was
de introducte van de machine in de fabriek en de organisate van arbeid rondom de machines.
Door de groeiende marktn was het putng-out sssteem in Groot-Brittannië meer nadelig dan voordelig rond
1760. Veel werkers wisten hun winst te vergroten met betere spinnenwielen om katoen mee te spinnenn maar
hier waren nieuwe technologieën nodig om de arbeidskosten te verminderenn vanwege de compette met
lagelonenwerkers in Azië.
James Hargreaves vond in 1765 de spinning jenny uitn een simpelen goedkopen met de hand aangedreven
spinmachine. Richard Arkwright maakte rond dezelfde tjd een water framen een spinmachine die honderden
spillen tegelijk had en waterkracht gebruikte; het had een grotere en speciale molen nodig – een fabriek.
Langzaamaan kwamen alle katoenspinnerijen samen in groten met water bekrachtgde fabrieken samen.
Deze revolutonaire ontwikkelingen in de textelindustrie stond Britse fabrikanten toe om te concurreren op de
internatonale marktenn in zowel fjne als grove katoen.
Families die katoen gebruikten in de huisnijverheid hoefden niet meer naar garen te zoeken van partme
spinnersn omdat al het draad uit de katoen van de jenns of uit een fabriek kwam. Wevers kregen vanaf 1792
meer geldn waardoor grote groepen landsarbeiders handwevers werdenn terwijl de mechanici en kapitalisten
een kracht weefgetouw zochten voor lagere arbeidskosten – Edmund Cartwricht (1785)n maar verving
handweven pas in jaren 1820.
Ondanks toename in productviteitn waren de werkomstandigheden beroerd in de katoenfabrieken. Wevers en
spinners wilden de veiligheid en vrijheid van werk in eigen huis liever niet vervangen door gevaarlijk werk in de
fabriek. Fabriekseigenaren gebruikten daarom vaak wezen en hielden zorg over de kerkelijke gemeente. De
kerk kreeg geld en de fabriekseigenaren kregen arbeidersn bruikbaar haast als slaven.
, Zowel ssmbolisch als wezenlijk waren de katoenfabrieken het begin van de Industriële Revolute in Groot-
Brittannië.
De doorbrttk vtn de stoommtchine
aegen de 18e eeuw was er een gebrek aan hout. Houtskool was de brandstof die werd gemixt met ijzererts om
ruwijzer te maken. In 1740 stagneerde de ijzerindustrie door houttekort. Rusland begon bomen naar Groot-
Brittannië te exporterenn maar er bleef schaarsten waardoor GB naar steenkool keek als alternatef. De
doorbraak kwam toen industriëlen begonnen met het gebruiken van steenkool om mechanische energie te
produceren en om de machines van energie te voorzien.
Om meer steenkool te producerenn moesten de mijnen dieper wordenn waardoor ze zich met water vulden.
Mechanische pompen werden geïnstalleerd om ze leeg te pompenn aangestuurd door dierenn wat duur en
onhandig was. Om deze nadelen te overwinnenn vonden ahomas Savers (1698) en ahomas Newcomen (1705)
de eerst stoommachines uit – machines die steenkool verbrandden om stoom te producerenn gebruikt om
pompen te bedienen; de vroege modellen werden vervangen door James Watts (Universiteit Glasgown
Schotland) efciëntere stoommachine (1769). Watt kon door vennootschap met Matthew Boulton zijn plan in
de praktjk brengen (1775). aegen de late jaren 1780 hadden Watt en Boulton de stoommachine tot een
praktsch en commercieel succes in Groot-Brittannië gemaakt.
De stoommachine was de meest fundamentele vooruitgang in de Industriële Revolute. Voor het eerst had de
mensheid ongelimiteerde kracht in handen.
De stoommachine werd snel in de Britse industrie gebruikt. Mijnen werden leeggezogen en er werd meer
steenkool gemaakt voor andere stoommachines. Waterenergie werd vervangen door steenkooln waardoor de
katoenspinnerijen sterk groeiden.
Steenkool en stoomenergie zorgden voor belangrijke doorbraken van meerdere industrieënn zoals de
ijzerindustrie. Zij begonnen met het gebruiken van coke om ruwijzer te smelten. Door de aanname van
stoomblaasbalgen na 1770n kon er meer ruwijzer geproduceerd worden. Met behulp van de ‘puddling furnace’
van Henrs Cort (1780s)n kon ruwijzer verfjnd worden met coke. Cort maakte ook een stoomwals.
De economische consequentes van deze technische innovates was een enorme ‘boom’ in de Britse
ijzerindustrie. IJzer werd goedkoper en een onvervangbaar blok in de economie.
De komst vtn de spoorwegen
De steenkoolindustrie gebruikte plankenwegen en rails om steenkool heen en weer te brengen. aoen een
zware locomotef op de rails kon (1816)n werd geëxperimenteerd met stoomtreinen.
De eerste stoomlocomotef werd door Richard arevithick gebouwd. George Stephenson kreeg roem voor zijn
locomotef genaamd Rocketn tussen Liverpool en Manchester. Deze lijn was fnancieel en technisch een succesn
en veel private bedrijven begonnen rails te bouwen.
Het belang van de spoorwegen was enorm. Kosten en onzekerheden verminderden. Deze vooruitgang had
economische gevolgene
o Markten waren eerst klein en lokaaln nu groter en natonaal;
o Grotere markt = grotere fabriek met betere apparatuur;
o Grotere fabriek met betere apparatuur = meer goederen voor minder geld en meer compette.
Reizen over water werden ook anderse stoomschepen vanaf de jaren 1770n eerste commerciële stoomschip in
Noord-Amerika een paar decennia later (ahe Clermontn Hudson Rivern 1807).
Industrie en bevolking
In 1851 kwam er in Londen een industriële kermisn ahe Great Exhibiton in Crsstal Palace – architectonisch
meesterwerkn gemaakt van glas en ijzern gesponsord door het Brits koninklijk huis. De exhibite vierde de
industriële technologie en de rol van het koninkrijk als leider van de wereldeconomie.
Groot-Brittannië mocht zichzelf ‘workshop of the world’ noemen. De Britse economie vergrootte haar
producte van gefabriceerde goederenn waardoor het bnp enorm toenam. Dit zorgde voor een toename in
producte.
De bevolkingsgroei in Groot-Brittannië was belangrijk voor de industriële ontwikkelingen. Meer mensen = meer
arbeidskrachten. Om de bevolkingsgroei te ondersteunenn waren vooruitgangen in producte in landbouw en
industrie ook nodig.
Veel mensen waren bang dat de bevolkingsgroei tot ramp zou uitlopen (Essas on the Principle of Populaitonn
ahomas Malthus). Econoom David Ricardo kwam met de iron law of wages – een theorie die zegt dat de druk
van bevolkingsgroei hogere lonen tegenhoudt.
aot de jaren 1820/1840 zagen tjdsgenoten dat de economie en de bevolking een nek aan nek race hielden.
Daarnaast was er nog het probleem dat niet iedereen gelijk van de welvaart genoot. Er ontstond een kloof
tussen rijk en arm.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller subtiel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.