100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdzaken Socialezekerheidsrecht $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdzaken Socialezekerheidsrecht

3 reviews
 223 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de voorgeschreven stof uit het boek Hoofdzaken Socialezekerheidsrecht voor het mastervak Socialezekerheidsrecht aan de Tilburg Universiteit. Jaargang 18/19.

Preview 10 out of 81  pages

  • Yes
  • December 12, 2018
  • 81
  • 2018/2019
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: tbosch • 4 year ago

review-writer-avatar

By: teskevdwal • 5 year ago

review-writer-avatar

By: jelinakoning • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatning socialekeree eidseec t 2018

Hooecolleinge 1; hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2
Wat is sociale zekerheid?
Voor de doeleinden van het leerboek verwijst het begrip sociale zekerheid naar regelingen die
bescherming bieden bij sociale risico’s en bij behoefigheid en die uitkeringsgerechtgden steun
geven bij het vinden van werk. Traditoneel wordt inkomensbescherming als het primaire doel
beschouwd van de sociale zekerheid. In dit verband wordt ook wel gesproken over de
waarborgfuncte. Deze waarborgfuncte heef een dubbele betekenis; minimumbescherming en
bescherming tegen inkomensderving bieden.
Naast de waarborgfuncte heef sociale zekerheid ok een actveringsfuncte. Het gaat erom
uitkeringsgerechtgden te re-integreren, dat wil zeggen weer terug te brengen naar de arbeidsmarkt.

Volgens de defnite moet de inkomensbescherming verband houden met sociale risico’s of
behoefigheid. Het begrip sociaal risico verwijst naar bepaalde gebeurtenissen in het (werkzames
leven van de mensen die aanleiding hebben gegeven tot de opkomst van sociale verzekeringen. De
sociale risico’s zijn gecodifceerd in onvente nr. 02 van de IAO betrefende minimumnormen
inzake sociale zekerheid. Het betreft
- Medische zorg
- Ziekte
- Werkloosheid
- Ouderdom
- Arbeidsongevallen en beroepsziekten
- Gezinslasten
- Moederschap
- Invaliditeit
- Overlijden
Het risico wat aan deze gebeurtenissen verbonden is, heef vaak te maken met het wegvallen van
arbeidsinkomsten.

Tenslote nog de verwijzing naar behoefigheid in de defnite. Dat is nodig, omdat behoefigheid
volgens de bovenstaande opsomming niet als risico beschouwd wordt. Toch is ondersteuning aan de
armen ook een vorm van sociale zekerheid. Men heef recht op een uitkering als de eigen middelen
onder het bestaansminimum liggen (middelentoetss. Die uitkering ligt op het niveau van het sociaal
minimum.

Het begrip sociale zekerheid impliceert een bepaalde overheidsverantwoordelijkheid. De
verantwoordelijkheid is verankerd in het recht. In art. 20 lid 2 van de Grondwet wordt naar de sociale
zekerheid verwezen als sociaal grondrecht. Daarnaast kent de grondwet een apart recht op bijstand
in lid 3, en een recht op gezondheidszorg in art. 22 lid Gw. Deze drie grondrechten worden
overkoepeld door het recht op bestaanszekerheid ex art. 20 lid Gw. Deze grondrechten worden
gekenmerkt als sociale grondrechten doordat zij een bepaalde inspanning van de overheid
verwachten, in de vorm van regelingen van sociale zekerheid.

Socialezekerheidsregelingen geven aanspraak op bepaalde prestate. Als deze aanspraak rechtstreeks
is gefundeerd op een publiekrechtelijke regeling, is sprake van publieke sociale zekerheid. Echter
bestaat naast de publieke sociale zekerheid ok de private sociale zekerheid. Hiervan is sprake als de
aanspraak op de desbetrefende prestate is gebaseerd op een civielrechtelijke overeenkomst.



Bijv. pensioenproducten als een lijfrentepolis, spaarregeling en beleggingsconstructe

,Driepijlerstelsel
Sociale zekerheid wordt vaak voorgesteld als een driepijlerstelsel. De eerste laag wordt gevormd
door het wetelijke socialezekerheidsstelsel. De prestates hiervan worden aangevuld door
aanspraken die de werknemer heef ten opzichte van de werkgever (collecteve sociale zekerheids.
Deze afspraken vinden hun grondslag in de (collecteves arbeidsovereenkomst. Dit is de tweede laag.
De derde laag ten slote is opgebouwd uit zuiver private voorzieningen die een burger voor zichzelf
kan trefen in de vorm van bijvoorbeeld lijfrentepolissen, spaarregelingen en aandelenportefeuilles.

Sociale verzekeringen en sociale voorzieningen
Een veelgebruikte tweedeling binnen de socialezekerheidsregelingen is die tussen sociale
verzekeringen en sociale voorzieningen. De sociale verzekeringen zijn oorspronkelijk tot stand
gekomen om werknemers te beschermen tegen sociale risico’s, zoals ziekte, werkloosheid en
arbeidsongeschiktheid.
De belangrijkste sociale voorziening is de bijstand. Een zuiver onderscheid zou hier betekenen dat
sociale verzekeringen een wetelijk gegarandeerde aanspraak geven op een uitkering als
tegenprestate voor de betaalde premies bij een vooraf gedefnieerde onzekere gebeurtenis. De
bijstand daarentegen geef fnanciële steun in geval van armoede waarbij de uitkerende instantes
vrij zijn de vorm en omvang van de steun te bepalen.

Er bestaat echter wel vaak discussie over het onderscheid tussen de twee, nu de twee begrippen
over tjd naar elkaar zijn toe gegroeid. Om het onderscheid verder te bepalen bestaan twee criteriat
- Verzekeringsbeginselt volgens het verzekeringsbeginsel moet er evenredigheid bestaan
tussen de hoogte van de aan een verzekeraar te betalen premie en het risico. Met risico
wordt bedoeld de kans op het optreden van schade als gevolg van een onzeker voorval. De
verzekering biedt daartegen dekking; hoe groter het risico, hoe hoger de premie. In de
tweede plaats gaat het verzekeringsbeginsel uit van evenredigheid tussen de hoogte van de
premie en de uitkering die de verzekeraar ter compensate van de geleden schade moet
betalen. Hoe hoger de uitkering, des te hoger de premie. Dit beginsel wordt daarom ook wel
aangemerkt als het equivalentebeginsel.
- Het tweede criterium is de wijze van fnanciering. Sociale verzekeringen zijn regelingen
waarvan de lasten worden betaald uit de premies die door de verzekerden en de werkgevers
van verzekerden worden opgebracht. De kosten van de sociale voorzieningen komen
daarentegen ten laste van de algemene middelen, premiebijdragen zijn daar onbekend.
o Het fnancieringscriterium wordt in de literatuur als het meest betekenisvolle
criterium gezien.

De socialezekerheidsregelingen kan men ook rubriceren naar hun personele werkingssfeer. Deze
heef betrekking op de vraag welke personen onder het bereik van een regeling vallen, populair
gezegd de doelgroep van een regeling. Hoort men tot de doelgroep, dan kan men in beginsel in
aanmerking komen voor de prestates van de betrefende regeling. We onderscheiden daarom ook
een aantal doelgroepent
- Verzekerdent de belangrijkste doelgroep van de sociale verzekeringen. In dit verband spreekt
men ook wel van de kring van verzekerden. Elke sociale verzekering bepaalt in beginsel zelf
voor wie die regeling als verzekerde wordt aangemerkt.
Sociale verzekeringen pleegt men onder te verdelen in volksverzekeringen en
werknemersverzekeringen.
- Volksverzekeringen richten zich in de eerste plaats op de ingezetenen. Dat zijn personen die
in Nederland hun woonplaats hebben. Bovendien behoren degenen die niet in Nederland
wonen, maar hier als werknemer of als zelfstandige aan het arbeidsproces deelnemen, tot de
doelgroep van de volksverzekeringen.
- De werkingssfeer van de werknemersverzekeringen omvat in de eerste plaats werknemers
die in een dienstbetrekking of in een daarmee gelijkgestelde arbeidsverhouding werkzaam

, zijn en verder allerlei groepen die niet (meers aan het arbeidsproces deelnemen, maar een
uitkering hebben. Anders dan bij volksverzekeringen het geval is, moet bij
werknemersverzekeringen een grens worden getrokken ten opzichte van zowel zelfstandigen
als niet-acteven. Echter hangt het antwoord op de vraag wat iemand is vaak af van de
omstandigheden van het geval.

De sociale voorzieningen kennen in tegenstelling tot de sociale verzekeringen geen verzamelterm
(‘verzekerde’s om de doelgroep mee aan te duiden. Elke sociale voorziening heef haar eigen
personele werkingssfeer. Zo richten sommigen zich op een heel brede doelgroep, zoals de
partcipatewet.

Schema volks- en werknemersverzekeringen




Volksverzekeringen




AOW Anw AKW Wlz Zvw



Werknemersverzekeringen




WAO Wet WIA WW ZW

,Uitkeringssystematek
De hoogte, duur en de vorm van de uitkeringen die op grond van de diverse regelingen tot
uitbetaling komen, zijn divers. Wat betref de hoogte geldt in grote lijnen de volgende systematek
- Hoogte loondervingsuitkeringen
o De uitkeringen die worden verstrekt op grond van de werknemersverzekeringen zijn
veelal loondervingsuitkeringen. Ze vormen een percentage van het dagloon dat een
persoon heef genoten voorafgaande aan de verzekerde gebeurtenis. Dit percentage
is voor de meeste regelingen maximaal 70%, en voor sommigen 75% van het
dagloon.
- Hoogte minimumbehoeferegelingen
o De volksverzekeringen zoals de AOW en de Anw zijn geen loondervings- maar
minimumbehoeferegelingen. Daarnaast zijn er nog een aantal andere
minimumbehoeferegelingen, die uitgaan van een middelentoets. We spreken dan
van bestaansminimumregelingen; denk aan de bijstand op grond van de
partcipatewet en de TW. De uitkeringen op grond van al deze regelingen
corresponderen met het sociaal minimum. Het sociaal minimum is uitgedrukt als
percentage van het minimumloon.
 Het percentage van het minimumloon varieert al naar gelang de leefvorm
van een persoont 70% voor een alleenstaande en 50% voor een gehuwde. 2

Uitvoering
Bij de uitvoering van de socialezekerheidsregelingen zijn diverse instantes betrokken. Bij het
beschrijven van de uitvoeringsorganisate moet een onderscheid worden gemaakt tussen de
distribuerende taak (het vaststellen van het recht op uitkeringen en het verrichten van betalingens en
de collecterende taak (het hefen van premiess.
- De Sociale Verzekeringsbank (SVBst voert de AOW, Anw en AKW uit
- Het Uitvoeringsinsttuut Werknemersverzekeringen (UWVst voert de ZW, Wet WIA, WAO en
de WW uit, alsmede de Wajong, TW en de IOW
- De partculiere ziektekostenverzekeraars zijn belast met de uitvoering van de Zvw en de Wlz
- Gemeenten voeren het gros van de sociale voorzieningen uitt Partcipatewet, IOAW, IOAZ,
Wsw, Wmo en de jeugdzorg.
- De Belastngdienst is belast met de collecterende functe van de sociale zekerheid. Deze hef
de premies werknemers- en volksverzekering en verzorgt de inning van de
inkomensafankelijke bijdrage voor de Zvw.

Financiering
De uitgaven voor socialezekerheidsregelingen worden uit verschillende bronnen gefnancierd. De
eerste wordt gevormd door de premiebijdragen die de verzekerden en de werkgevers van de
verzekerden moeten opbrengen. De algemene middelen vormen de tweede bron. Deze wordt
voornamelijk gevoed uit de verschillende belastngen. De omzetbelastng en de loonbelastng zijn
daarvan qua opbrengst de belangrijkste. De derde fnancieringsbron wordt gevormd door eigen
bijdragen die de belanghebbenden soms voor verstrekkingen moeten betalen. De totale structuur
wordt gedetailleerd weergegeven in het volgende schemat




2
In de bestaansminimumuitkeringen en de Anw geldt tegenwoordig nog een derde normt de zogenoemde
kostendelersnorm. Deze is bestemd voor mensen die met anderen hun woning delen, zonder dat sprake is van
huwelijk.

, Hefng

Werknemersverzekeringen Premies Werkgever Werknemer

Belastngdienst

Uitkeringsinstante Uitkeringsgerechtgde




Hefng Verzekerde

Premies

Volksverzekeringen Belastngdienst Werkgever Werknemer

Algemene middelen

Uitkeringsinstante Uitkeringsgerechtgde

Hefng

Zvw (nominale premies

Zorgverzekeraars Verzekeringnemer




Sociale voorzieningen Algemene middelen

Rechtsbescherming
In de sociale zekerheid is de oplossing van geschillen, de rechtsbescherming, op hoofdlijnen als volgt
georganiseerd. Meestal moet men, voordat een beroep op de rechter kan worden gedaan, eerst
bezwaar maken bij het orgaan dat de beslissing heef genomen. De rechter in eerste aanleg is de
rechtbank (sector bestuursrechts. De rechtbank is bevoegd bij geschillen over en in verband met
uitkeringen en andere prestates. Van uitspraken van de rechtbank kan hoger beroep worden
ingesteld bij de RvB, In een beperkt aantal zaken is vervolgens nog beroep in cassate mogelijk bij de
Hoge Raad (HRs. Het hoger beroep in geschillen over de toeslagenregelingen die worden uitgevoerd
door de Belastngdienst/Toeslagen, ligt bij de ABRvS
Uitkeringsgeschillen,
zorggeschillen AWBZ en WMO Bezwaarprocedure Rechtbank (bestuursrechts entrale Raad van Beroep Hoge Raad
20 5



Premiegeschillen (excl. Zvws Bezwaarprocedure Rechtbank (bestuursrechts Gerechtshof Hoge Raad



Zorggeschillen Zvw en
Rechtbank (kanton/civiels Gerechtshof Hoge Raad
premiegeschillen Zvw



Inkomensafankelijke Afdeling bestuursrechtspraak
Bezwaarprocedure Rechtbank (bestuursrechts
toeslagen Raad van State

,Aantekeningen
Het begrip sociale zekerheidt
- Opsomming van risico’s
- Zich voordoen van een sociaal risico
o Sociale risico’s  IAO onvente 02 (minimumstandaarden sociale zekerheids
 Geen sociale bijstand
o Uit rechtsvergelijking sociale zekerheidsstelsels
 Ouderdom
 Overlijden
 Arbeidsongeschiktheid
 Werkloosheid
 Gezondheidszorg
 Zorg
 Gezinslast
 Behoefigheid (armoedes
  Kijken land per land, elk land kent andere sociale risico’s een groter
belang toe
 ompensate van inkomensverlies vs. ompensate van kosten (leest gezinslast als
kinderbijslag e.d.s vs. Het fnale vangnet (bijstands
- Wat verstaan we onder sociale zekerheid? Het geheel van regelingen die vormgeven aan de
solidariteit met personen die geconfronteerd worden met (de dreiging vans een gebrek aan
inkomen uit arbeid of met bijzondere kosten
o Belangrijkste kenmerkent
 Aanwezigheid solidariteitt minder draagkrachtgen betalen minder (tot geens
premie en vice versa  logica bij sociale zekerheidt premie afankelijk van
inkomen (verschil met partculiere verzekeringt premie afankelijk van
risicoprofels
 Zich voordoen van een sociaal risico
- Wanneer hebben we te maken met sociale risico’s?
o Gemeenschap beslist welke risico’s gesolidariseerd worden
o Gevolg?  evolute van het begrip sociaal risico
- Het begrip solidariteit
o Verschillende vormen van solidariteit
 Inter- en intrageneratoneel
 Horizontaal – vertcaal
o Verplicht karakter?
 Om solidariteit te genereren moet de socialezekerheidsregeling verplicht
worden opgelegd
 Uitzonderingen – vaak in een omvangrijk verplicht stelsel
 Link met premies/bijdragen? Zie bovenstaand
o Onderscheid (solidariteits partculiere/private verzekeringen (zie bovenstaandst
partculiere verzekeraars winst-gedreven, hogere premie wanneer klant meer kans
heef schade te berokkenen
- Inkomensvervangende regelingen in Nederland
o Ouderdom
 AOW/Aanvullend pensioen (niet echt sociaal zekerheid, maar groot deel van
werkenden is hierbij aangesloten. Europeesrechtelijk wordt dit niet gezien
als sociale zekerheids
o Overlijden
 ANW

,  Alleen voor mensen geboren vóór 950
o Arbeidsongeschiktheid
 Loondoorbetaling?/ZW/WAZO/WIA
 Loondoorbetalingt privatsering van de arbeidsongeschiktheid
 Arbeidsongeval/beroepsziekte?
o Werkloosheid
 WW
- Kostencompensate in Nederland
o Gezondheidszorg
 Zorgverzekeringswet
o Zorg
 [AWBZ]/WLZ/WMO
o Gezinslasten
 AKW
- Behoefigheid/armoede in Nederland
o Sociale voorzieningen
 Partcipatewet, IOAW, IOAZ, TW, [Wajong]
- Technieken van socialezekerheidsvorming
o Sociale verzekeringen vs. Sociale bijstandt drie hoofdkenmerken
 Toestand van behoefigheid – middelentoets?
 Wijst in richtng van sociale bijstand. Wanneer uitgekeerd wordt
ongeacht de middelen, spreken we van sociale verzekering. Wanneer
de middelen getoetst worden spreken we meestal van bijstand.
 Discretonaire bevoegdheid?
 Sociale bijstand. Sommige instantes kunnen beslissen wanneer
iemand wel of niet recht heef op een socialezekerheidsuitkering.
 Bijdragefnanciering?
 Wijst in richtng sociale verzekering. Wanneer iets gefnancierd
wordt uit premies en bijdragen rekenen we het onder sociale
verzekering. Wanneer het gefnancierd wordt uit belastnggeld (het
centraal budgets, rekenen we het onder sociale bijstand.
 Niet het beste criterium
 Probleemt in rechtsvergelijkend perspectef
 Geen duidelijk onderscheid meert
o Sociale verzekeringen met middelentoets
o Sociale bijstand zonder discretonaire bevoegdheden
(subjectef rechts
- Oorsprong sociale zekerheid
o Oto von Bismarck (ant-socialistsche wetgeving introduceert eerste sociale
verzekeringens
 Verzekeringen gebaseerd op beroepsgroep
 Gefnancierd door bijdragen gekoppeld aan arbeid
 Uitkeringen zijn gekoppeld aan voorverdiend beroepsinkomen
 Administrate en beheert zowel werkgevers als werkgevers
 Bijdragen door werkgever en werknemer ter rechtvaardiging paritair
beheer
o Lord Beveridge (rapport in reacte op Bismarck-systeems
 Ingezetenen (niet werk, maar woonplaats is de sleutels, vrij van sociale
noden, sociale zekerheid als mensenrecht  universele dekking
 Budget gefnancierd

,  Forfaitaire uitkeringen
 Administrate door staat


Hooecolleinge 2; hoofdstuk 3: 3.1 & 3.2
Kring van verzekerden werknemersverzekeringen
Een belangrijke voorwaarde om voor de sociale verzekeringen in aanmerking te komen is dat men de
hoedanigheid van ‘verzekerde’ moet beziten. Wie beschouwt de wetgever als verzekerde? Voor de
werknemersverzekeringen zijn dat ‘werknemers’ en voor de volksverzekeringen is dat het ‘volk’,
begrepen als ‘ingezetene’.

De vaststelling van de kring van verzekerden bij de werknemersverzekeringen is omslachtger dan bij
die van de volksverzekeringen. Het gaat hier immers niet alleen om de vaststelling van de
buitengrenzen van het stelsel, maar ook om de binnengrenzen.

Voor het werknemersbegrip zijn naast de desbetrefende weten zelf, enkele uitvoeringsbesluiten
van belang, onder andere het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden
werknemersverzekeringen 990 en het Besluit aanwijzing gevallen waarin arbeidsverhouding als
dienstbetrekking wordt beschouwd.3 Deze besluiten bevaten nadere en soms ook van de wet
afwijkende bepalingen over het werknemersbegrip. Voor de uitleg van het werknemersbegrip is ook
de rechtspraak van de HR en de RvB van groot belang.

Verzekerd is uiteraard de werknemer. Werknemer is in de eerste plaats de natuurlijke persoon die in
privaatrechtelijke of een publiekrechtelijke dienstbetrekking staat en de pensioengerechtgde leefijd
nog niet heef bereikt (art. 3 lid Zw, art. 3 lid WW, art. 3 lid WAO en art. 8 lid Wet WIAs.
Een publiekrechtelijke dienstbetrekking berust op aanstelling door een overheidsorgaan. Een
aanstelling is een eenzijdige rechtshandeling, een beschikking in de zin van de Awb. De betrefende
werknemers worden als ambtenaar aangeduid. Volgens art. van de Ambtenarenwet is deze
aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn. Met openbare dienst wordt de
overheidsorganisate bedoeld.4
Een privaatrechtelijke dienstbetrekking is de arbeidsverhouding die gebaseerd is op een
arbeidsovereenkomst als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. Voor een omschrijving kan men terecht
bij art. 7t6 0 BW. De kwalifcate van of het wel of niet om een arbeidsovereenkomst gaat is vaak van
doorslaggevende waarde, wil men tot de kring van verzekerden behoren. Is er een privaatrechtelijke
dienstbetrekking, dan zal de werkgever premies moeten afdragen aan de Belastngdienst.

Rechtspraak
Geschillen over de vraag of er sprake is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, worden beslecht
door de bestuursrechter en, in hoger beroep, door de RvB. Premiegeschillen worden beslecht door
de bestuursrechter en de belastngkamers van gerechtshoven en, in cassate, door de HR. Om te
bevorderen dat beide wegen leiden tot een eensluidend oordeel over de kwalifcate van de
arbeidsrelate, zijn de werknemersbegrippen in de werknemersverzekeringen en de Wet LB 964 op
elkaar afgestemd. Echter bestaan wel kwalifcateverschillen in concrete situates.

Traditoneel wordt erop gewezen dat de socialezekerheidsrechter het bestaan van de
arbeidsovereenkomst anders beoordeelt dan de civiele rechter. Waar de civiele rechter meer
gewicht hecht aan datgene wat partjen voor ogen heef gestaan bij het vormgeven van hun
arbeidsrelate, zou de socialezekerheidsrechter vooral kijken naar de feitelijke relate tussen de

3
Ook wel bekend als het Rariteiten-KB of het Rariteit-besluit.
4
Overheidsorganen kunnen ook werknemers op basis van een privaatrechtelijke dienstbetrekking in dienst
hebben, Dit soort overheidswerknemers wordt soms als arbeidscontractanten aangeduid.

,partjen. De RvB wil daarmee verhinderen dat partjen, via de contractsrelate, hun aanspraak op
een uitkering veiligstellen of de premieplicht ontlopen.

De meeste geschillen bij de RvB over het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking
hebben uiteindelijk betrekking op de vraag of er feitelijk een gezagsrelate bestaat. Soms wordt een
uitkering geclaimd, maar weigert het UWV de aanvraag te honoreren, omdat het van mening is dat
een gezagsverhouding ontbreekt. Soms gaat het om een geschil tussen het uitvoeringsorgaan en een
werkgever die weiger de van hem verlangde premie te betalen, omdat hij vindt dat er geen sprake is
van een gezagsverhouding. Deze geschillen doen zich vaak voor bij kortdurende, incidentele
arbeidsverhoudingen, waarbij de werkzaamheden vaak van dusdanig eenvoudige aard zijn, dat
instructes niet nodig zijn. De jurisprudente van het RvB is hierin nogal casuïstsch, zodat geen
heldere lijn te trekken is. Het enige houvast dat geboden wordt, is of het gaat om een ‘reële
gezagsverhouding’.

Het probleem van gezagsverhouding speelt ook in situates waarin het uitvoeringsorgaan meent dat
iemand werknemer is, terwijl als verweer wordt aangevoerd dat de betrokkene de werkzaamheden
als zelfstandige verricht. Dit onderscheid is van belang, want de werknemersverzekeringen zijn niet
bedoeld voor zelfstandigen (art. 4 lid en 5 ZW/WW en art. 8 lid Wet WIAs. Bepalend voor de
vraag of iemand als zelfstandige kan worden beschouwd of niet, is of de omstandigheden waaronder
de werkzaamheden worden verricht, duidelijke kenmerken hebben van zelfstandige arbeid.
Bijvoorbeeld het lopen van ondernemersrisico, het doen van investeringen in bijvoorbeeld een
bedrijfsgebouw, machines of materialen, het ingeschreven staan in het handelsregister, het werken
voor meerdere opdrachtgevers en het in dienst hebben van personeel.

Op het grensvlak van de verzekerde dienstbetrekking en de zelfstandige arbeid bevindt zich ook de
jurisprudente van de RvB met betrekking tot de verzekeringsposite van personen die
bedrijfsruimtes huren om bepaalde diensten te verlenen aan klanten. 5

Uitbreiding werknemersbegrip
In de werknemersverzekeringen is het werknemersbegrip niet beperkt tot mensen met een
privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking. Ook personen in andere
arbeidsverhoudingen vallen onder het werknemersbegrip (art. 4 en 5 ZW/WW en art. 8 lid Wet
WIAs. Deze personen, wiens arbeidsverhouding wordt gelijkgesteld met een verzekeringsplichtge
dienstbetrekking, hebben wat we noemen een fcteve dienstbetrekking.

Volgens art. 5 ZW/WW worden ook musici, artesten, beroepssporters en thuiswerkers gelijkgesteld
met werknemers. Mits zij niet werkzaam zijn op basis van een privaatrechtelijke dienstbetrekking en
voldoen aan de voorwaarden die het eerder genoemde rariteiten-KB stelt. Hieronder vallen ook
personen die tegen beloning voor een ander persoonlijk arbeid verrichten.

Bij de beslissing of er in een bepaald geval sprake is van een ‘verzekeringsplichtge’ dienstbetrekking,
moet het uitvoeringsorgaan een bepaalde beoordelingsvolgorde in acht nemen. Eerst moet het
nagaan of de arbeidsverhouding als een privaatrechtelijke of een publiekrechtelijke dienstbetrekking
kan worden gekwalifceerd, art. 3 ZW/WW. Is dat niet het geval omdat niet aan alle kenmerken van
een arbeidsovereenkomst in de zin van het BW of van een ambtelijke aanstelling is voldaan, dan
onderzoekt het uitvoeringsorgaan vervolgens of zich wellicht een fcteve dienstbetrekking voordoet
in de zin van art. 4 of 5 ZW/WW. In dit ‘stappenplan’ vormen de rariteiten van art. 5 ZW/WW het
sluitstuk. Ontvangers van uitkeringen kunnen tevens als werknemer worden aangemerkt. Zo is
degene die WW-uitkering heef, werknemer voor de ZW (art. 7 ZWs. Dit betekent dat hij bij ziekte


5
Zie bijvoorbeeld de voorbeelduitspraak over een bordeelconstructe op pagina 74 van het boek.

, een beroep kan doen op de ZW. Ook is hij werknemer in de zin van de Wet WIA en de WAO (art. 8a
ZWs.


Beperking werknemersbegrip
Het werknemersbegrip kent een aantal beperkingen.
In de eerste plaats geldt in alle gevallen een leefijdsvereiste. Slechts zolang men de
pensioengerechtgde leefijd niet heef bereikt, kan men werknemer zijn in de zin van de
werknemersverzekeringen (art. 3 ZW/WW en art. 8 lid Wet WIAs. Gepensioneerde werknemers
ontvangen immers AOW.

Voorts valt het personeel dat minder dan vier dagen per week in de huishouding van een
privépersoon werkt, buiten de werknemersverzekeringen (art. 6 lid sub c ZW/WWs.

De DGA is meestal ook geen werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen (art. 6 lid sub d
ZW/WWs.

Tot slot zijn in beginsel alleen werknemers die hun dienstbetrekking in Nederland vervullen,
werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen (art. 3 ZW/WW en art. 8 lid Wet WIAs. Dit
heet het werklandbeginsel.

Aantekeningen
Personele werkingssfeer werknemersverzekeringen
- Ons socialezekerheidsstelsel
o Sociale zekerheid
 Sociale verzekeringen (premiess
 Volksverzekeringen
 Werknemersverzekering
 Sociale voorzieningen (algemene middelens
- entraal begrip werkingssfeer
o Doelgroep
 Binnengrenzen en buitengrenzen
 Binnengrenzent mensen die binnen de Nederlandse grenzen
verzekerd zijn
 Buitengrenzent mensen die van buiten Nederland komen, maar bijv.
hier werken en of zij wel of niet verzekerd zijn
 Relevante
o Voor volksverzekeringen?
 Ingezetenen (latere collegess
o Voor werknemersverzekeringen?
 Kijk in de wet! ZW/WW/Wet WIA
 ZWt art. 9, 20 en 3 t/m 8c
 WWt art. 5, 3 t/m 8a
 WIAt jadajajdaja
 entraal staat dus het begrip ‘werknemer’
 In de ZW/WW, artkel 3, is de hoofdregelt
 ‘De natuurlijke person, (jonger dan de AOW-leefijds, die in de
privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat
o AOW-leefijd niet opgenomen in de ZW omdat mensen
boven de AOW-leefijd nog gewoon kunnen werken en dus
ook recht hebben op loondoorbetaling

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sebastiaancrauwels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98  16x  sold
  • (3)
  Add to cart