Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690A)
Summary
Samenvatting Inleiding tot het Europees recht (Enkel Europees recht)
82 views 1 purchase
Course
Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Book
Inleiding tot het Europees recht
Uitgebreide samenvatting met slides en nota's erin verwerkt! Ik ben elke les aanwezig geweest en heb ook goed opgelet. Hier en daar heb ik aangevuld met het boek. Soms heb ik schema's gemaakt, maar vooral ook aanduidingen bij belangrijke delen waar de prof veel aandacht aan bestede in de les. Ook ...
Inleiding tot het internationaal en Europees recht (B001690A)
All documents for this subject (23)
Seller
Follow
Merlemerel
Content preview
Inleiding tot het Europees recht
Professor Peter Van Elsuwege
(Ugent Rechten Bachelor 1 2023-2024)
Strasbourg, gra,s foto van Pexels
,1 Hoe is de europese unie geëvolueerd als rechtssysteem.
1.1 Historische evolu0e
1.1.1 Europese integra0e na WO II (historische evolu0e)
Politieke context: Europa moet heropgebouwd worden -> economische steun van VS!
- Niet onvoorwaardelijk;
• Staten moesten samen beslissen wat ze met dat geld gingen doen! (niet
afzonderlijk) -> Europese landen moeten samenwerken en zelf
organiseren om de steun te krijgen = Collectieve samenwerking
- Marshallplan
• Organisa@e voor Europese Economische Samenwerking OEES: 1948-1961
eerste keer samenwerking Europese unie!
§ = getransformeerd naar OESO (Organisa@e voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling) -> ‘Europees’ niet meer in @tel? ->
ook niet-Europese landen (VS, Australië en Japan) maken hier nu deel
van en de focus ligt niet meer op Europese heropbouw! (GEEN
rechtstreekse link met Europese unie)
• Financiële steun vanuit VS
- Benelux (1944):
• 3 landen: voorlopers -> totstandkoming douane-unie
§ 2 aspecten
1: handel en goederen verhandelen zonder douanetarief (je
eigen handelsverkeer onderling geen douanetarieven!)
2: dezelfde tarieven voor goederen die je invoert.
(Gemeenschappelijke douanetarieven voor derdelanden)
• Regionale organisa@e tussen BE, NED en LUX.
• Proe_uin Europese unie
- 7-11 mei 1948: ‘congres van Den Haag’ -> wat kunnen we doen om een oorlog te
voorkomen in de toekomst!
• Voorzi`er: Winston Churchill (Britse eerste minister)
• Nood aan interna@onale organisa@e om democra@e, mensenrechten en
rechtsstaat in Europa te bevorderen
• Raad van Europa (1949) (=/ raad van de Europese unie)
§ Europees verdrag voor de rechten van de mens + EHRM
§ Intergouvernementele organisa@e met eigen ins@tu@onele structuur =
samenwerking van vertegenwoordigers van lidstaten
,Intergouvernementeel Suprana0onaal
Lidstaten als belangrijke actoren Kunnen opereren zonder lidstaten -
> Onaiankelijk van de lidstaten
(de lidstaten hebben de
bevoegdheid overgedragen aan
supra.nat. instelling dus die kan
beslissen
Beslissingen bij Beslissingen bij meerderheid;
- Consensus (zonder echte - Lidstaat niet akkoord? ->
stemming) toch bindend
- Unanimiteit (iedereen mag
stemmen en iedereen hee_
een vetorecht)
JE kan NIET gebonden zijn als je zelf Je kan dus gebonden zijn door iets
NIET akkoord bent als lidstaat waarvoor je niet hebt ingestemd.
Bronnen van interna@onaal recht Autonome rechtsorde met eigen
(Verdragen, conven@es, etc.) rechtsbronnen
Rechtsgevolgen in na@onale Directe werking en voorrang
rechtsorde worden bepaald door
na@onaal grondwe`elijk recht
(Dualisme vs. Monisme)
Raad van Europa Europese unie
46 lidstaten 27 lidstaten
1949 1950s
Conven@es (bv. EVRM, FCNM) Verdragen van Rome +
amendementen
Belangrijkste instellingen; Belangrijkste instellingen;
- Comité van ministers - Europese raad
- Parlementaire assemblee - Commissie (Ursula Von der
Leyen + 26 commissarissen
per gebied)
- Commissaris voor
mensenrechten (geen - Raad (van Europese unie:
bevoegdheid om lidstaten vakministers) -> rotering 6m
voor EHRM te voeren) voorzi`erschap
- Europees hof voor Rechten - Europees parlement
van de mens (GEEN EU
RECHTSCOLLEGE) - Hof van jus@@e (bv. Art. 19
(Luxemburg: wanneer VEU: onduidelijkheid eu
, lidstaten EVRM schenden kan recht HvJ samen met
je procedure starten tegen na@onale rechtscollege ->
staat voor EHRM) = controle prejudiciële vraag) geen
op EVRM bevoegdheid om uit te
‘HeeL de lidstaat een spreken over EVRM maar wel
inbreuk gemaakt op het EU-verdragen! + wetgeving
EVRM?’ die daarop volgen
(EU verdrag voorziet dat de Bv. HvJ omtrent statuut pedelec na
Europese unie kan toetreden tot ongeval in brugge.. verzekering MV?
EVRM) prejudiciële vraag inzake
interpreta@e EU-richtlijn aan HvJ
met betrekking tot EU-recht! (antw:
valt niet onder die verplich@ng want
zelf ondersteunen bij elektrische
fiets)
- De ‘founding fathers’
• Jean Monnet
• Robert Schuman
- Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
• Verklaring van Schuman 9 mei 1950: voorstel beslissingen produc@e van kolen
en staal gezamenlijk & toe te vertrouwen aan hogere autoriteit als
onaiankelijke instelling! = materieel onmogelijk maken van oorlog!
• Verdrag van Parijs (1951/52) – EGKS
§ Frankrijk, Duitsland, België, Nederland, Luxemburg, Italië
§ Gesloten voor periode van 50 jaar
• Suprana@onale organisa@e
§ Hoge autoriteit
§ Gemeenschappelijke vergadering
§ Raad van Ministers
§ Hof van Jus@@e
- Verdere integraTe
• 1950 Pleven Plan
§ Verdrag tot oprich@ng EDG 1en EPG 2(1952)
• Ra@fica@e verworpen in Frans Parlement
1
Europese Defensiegemeenschap
2
Europese Poli4eke Gemeenschap
, • Treedt niet in werking! Dus nu alles nog sterk
intergouvernementeel buitenlands- en veiligheidsbeleid! Nog
niet veel soevereiniteit kunnen overdragen aan EU.
• ConferenEe van Messina (juni 1955)
§ Sectorale (Monnet) = stapsgewijze integra@e per economische sector
sectorale vs algemene § Algemene (Beyen)= gemeenschappelijke markt creëren ->
economische integra@e
• Verdrag tot oprichEng van de;
§ Europese Economische Gemeenschap (EEG) doelstelling = art. 2 EEG-
verdrag -> oprich@ng gemeenschappelijke markt 3
§ Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) – Rome 1957
(ondertekening) / 1958 (inwerkingtreding)
• Vormen van economische integraEe (zie aLeelding)
§ Vrijhandelszone: geen gemeenschappelijk tarief voor goederen die
elders geproduceerd zijn voor import
§ Douane-unie: al stapje verder in economische integra@e want extern
douanetarief ook geregeld
§ Gemeenschappelijke markt: verder dan douane-unie, afschaffing alle
belemmeringen intracommunautaire handelsverkeer (HvJ)
§ Produc@efactoren: vrijhandel goederen, kapitaal, diensten en mensen
Economische en Gemeenschappelijke munt
monetaire unie
Gemeenschappelijke
markt/Interne markt
Vrij verkeer van produc4efactoren + gemeenschappelijk beleid in diverse
Douane-unie sectoren
Vrijhandelszone + gemeenschappelijk extern douanetarief
vrijhandelsz
one Afschaffen van douaneheffingen en quota m.t.t. goederen
van de lidstaten
3
“de afschaffing van alle belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer teneinde de na(onale
markten te verenigen tot één enkele markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt zoveel mogelijk
benadert” (arrest Schul, 15/81). Realiseren in een periode van 12j.
, - 2 parallelle processen Verdieping en Verbreding!
Verdieping
• Van Europese Gemeenschappen naar
Europese Unie
• Aanpassing van de basisverdragen
• Europese Akte (1986/87)
• Verdrag van Maastricht (1992/93)
• Verdrag Amsterdam (1997/99)
• Verdrag van Nice (2000/2003)
• Verdrag van Lissabon (2007/2009)
Verbreding
• Van 6 naar 28-1 lidstaten
• 7 ‘toetredingsgolven’
• Brexit
1.2 Verdieping van het Europees integra0eproces
1.2.1 De Europese Akte () (eerste verdragsakte) /( AKA Europese eenheidsakte)
- Achtergrond
• 1965: ‘lege stoel crisis’ en compromis van Luxemburg= de stoel van Frankrijk
bleef leeg bij een bijeenkomst -> probleem -> Oplossing: poli@ek compromis
van Luxemburg: Frankrijk opnieuw uitnodigen en niet meteen beslissen bij
meerderheid en blijven onderhandelingen tot voor iedereen aanvaardbaar is
(Europese raad) ‘agreement to disagree’
• Periode van ‘eurosclerose’ = slechte periode Europa (de iure =/ de facto)
§ jaren 80 -> belangrijk ini@a@ef = commissie Jacques Delors
= 1958: J. Delors en Witboek ter voltooiing van de interne markt (‘1992 programma’)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Merlemerel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.