CVD: centraal veneuze druk. Behoort tussen de 0 en 4 mm Hg te zijn dus is bij deze hond
te laag.
Circulatie & Respiratie – Aantekeningen hoorcolleges 6 t/m 8 – Ellen van Sommeren 1
, Na de aorta en arteriolen volgen de capillairen. Hier vindt daadwerkelijk uitwisseling
plaats van nutriënten (glucose etc.) en O2/CO2 richting de weefsels en uitwisseling
van vocht en elektrolyten. Dit laatste houdt verband met oedeemvorming (lokaal en
systemisch).
Het begint met het creëren van een drukverschil door het hart (linker ventrikel). Als
de druk hoog genoeg is opent de aortaklep. Het bloed wordt uit het hart gepompt.
Circulatie & Respiratie – Aantekeningen hoorcolleges 6 t/m 8 – Ellen van Sommeren 2
, Elke keer gaat een bepaalde hoeveelheid bloed uit het linker ventrikel de aorta in.
Pulsatiel: kloppend/pulserend.
De aorta en grote arteriën hebben speciale eigenschappen om ervoor te zorgen dat de
bloedstroom niet pulsatiel blijft maar als een continue bloedstroom door onze
systemische circulatie gaat. De aorta en grote arteriën bevatten elastische vezels,
waardoor ze een elastic recoil bezitten. Deze grote arteriën zijn compliant. Wanneer
er een hoeveelheid bloed aankomt, zorgt dat voor een druk op de wanden. Er is enige
druk nodig om de vaten uit te zetten. De druk wordt opgeslagen als zijnde energie in
de wanden. De energie kan dan geleidelijk aan weer worden afgegeven (in de vorm
van druk), waardoor een continue bloedstroom ontstaat. De druk daalt niet gelijk
weer naar 0. Wanneer de arteriën deze eigenschap niet zou bezitten, zou de druk in
de arteriën net zoveel variëren als in het linker ventrikel.
Continue bloedvoorziening is beter voor een weefsel dan pulsatiele bloedvoorziening.
Daarnaast is de hoeveelheid bloed per minuut die door het vaatstelsel stroomt groter
bij continue bloedvoorziening. In de grafieken is dit zichtbaar aan de oppervlakte
onder de lijnen.
Cardiac output: de hoeveelheid bloed die het hart per minuut uitstoot.
Slagvolume (SV): de hoeveelheid bloed die het hart per keer uitstoot.
Hartfrequentie (HF): het aantal slagen per minuut.
Circulatie & Respiratie – Aantekeningen hoorcolleges 6 t/m 8 – Ellen van Sommeren 3
, Het vaatstelsel werkt als een stroomcircuit met serie- en parallelschakelingen.
U=IxR
U: spanning
I: stroomsterkte
R: weerstand
Bij het vaatstelsel heeft men het over drukken, flow en weerstand. De weerstand door
een parallelschakeling werkt anders dan in een serieschakeling. Bloeddruk werkt
hetzelfde als spanning in een stroomcircuit.
Het hart heeft energie geleverd om een bepaalde drukgradiënt te creëren. Daar is een
hoge bloeddruk. Door de compliantie van de aorta en grote vaten varieert de
bloeddruk tussen de 120 en 80 mm Hg (en niet tussen 120 en 0 mm Hg). 120 mm Hg
is de piekdruk (systolische druk, Ps). 80 mm Hg is de laagste druk die in de aorta
ontstaat, voordat weer een nieuwe stoot van het ventrikel wordt opgebouwd. Dit is de
onderdruk (diastolische druk, Pd). Pg is de gemiddelde bloeddruk. De variatie in
bloeddruk is nog wel aanwezig in de grote arteriën, maar bij de arteriolen is het
drukverschil weggewerkt. M.n. in de arteriolen begint de druk sterk te dalen. Dit zijn
de weerstandsvaten. Hier kun je de weerstand goed variëren als dat nodig is om de
flow en bloeddruk op peil te houden. Door de grote weerstand verlies je veel van de
energie die de bloedstroom had en daalt de bloeddruk dus. Zo krijg je een lagere druk
in de capillairen. Dit is gunstig, omdat capillairen gevoelig zijn vanwege
endotheelwanden die bestaan uit één cellaag.
Circulatie & Respiratie – Aantekeningen hoorcolleges 6 t/m 8 – Ellen van Sommeren 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emvansommeren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.61. You're not tied to anything after your purchase.