100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Auditing Theory Nyenrode 2020 $5.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Auditing Theory Nyenrode 2020

2 reviews
 514 views  25 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Auditing Theory. Alle artikelen zijn teruggebracht naar een samenvatting van ongeveer 1 pagina per artikel. Hiernaast is alle relevante theorie zoals de verschillende NVCOS opgenomen in de samenvatting voor een volledig geheel.

Preview 6 out of 31  pages

  • December 14, 2018
  • 31
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jvarsh • 4 year ago

review-writer-avatar

By: pbnoverraz • 6 year ago

avatar-seller
Inhoudsopgave
1. Ethiek en Integriteit ................................................................................................................................... 2
DeAngelo 1981 Auditor size and Audit quality ............................................................................................... 2
Karssing Handleiding perspectieven ethiek.................................................................................................... 4
Majoor 2015 Grondslagen van Auditing en Assurance .................................................................................. 5
Verordening gedrags- en beroepsregels accountants VGBA ......................................................................... 6
Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten VIO .......................... 7
2. Relevantie van Controle ............................................................................................................................. 8
Jensen & Meckling 1976 Theory of the firm: Managerial Behavior, Agency Costs and Ownership Structure8
Simunic 1980 The Pricing of Audit Services: Theory and evidence .............................................................. 10
Wallage 2005 De actuele waarde van Limpergiaans vertrouwen ................................................................ 11
3. ARM en Risk Assessment ......................................................................................................................... 12
Knechel 2007 The business risk audit: Origins, obstacles and opportunities ............................................... 12
Peecher 2007 It's all about audit quality: Perspectives on strategic-systems auditing................................ 14
NV COS 200 Algemene uitgangspunten en verantwoordelijkheden ............................................................ 16
4. Fraude ...................................................................................................................................................... 17
Gendron and Spira 2009 What Went Wrong? ............................................................................................. 17
Hogan, Razaee, Riley and Velury 2008 Financial Statement Fraud: Insights from the Academic Literature 18
NV COS 240 De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot fraude in het kader van een
controle van financiële overzichten ............................................................................................................. 19
5. Evidential Planning and Kwaliteit ................................................................................................................. 20
Blokdijk 2004 Tests of controls in the audit risk model: Effective? Efficiënt? .............................................. 20
Knechel, Krishnan, Pevzner, Shefchik and Velury 2013 Audit quality, insights from the academic literature
...................................................................................................................................................................... 21
6. Rapportage en Communicatie ................................................................................................................. 23
Buuren 2015 Controlekwaliteit blijft een belevenis ..................................................................................... 23
Francis 2011 A Framework for Understanding and Researching Audit Quality ........................................... 24
Peecher, Solomon and Trotman 2013 An accountability framework for financial statement auditors and
related questions.......................................................................................................................................... 26
7. Besluitvorming en kwaliteit ..................................................................................................................... 27
Nelson & Tan 2005 Judgment and decision making research in auditing ................................................... 27
Nelson 2009 A model and literature review of professional skepticism in auditing .................................... 28
8. Capita Selecta en Responsie .................................................................................................................... 29
Stramien voor assurance-opdrachten .......................................................................................................... 29
NV COS 500 Controle-informatie ................................................................................................................. 31

, 1. Ethiek en Integriteit

DeAngelo 1981 Auditor size and Audit quality

Achtergrond artikel:
Het artikel gaat in op de vraag of grotere accountantsorganisaties een betere kwaliteit leveren dan
kleinere kantoren. DeAngelo betoogt dat de audit kwaliteit afhankelijk is van de grootte van een
accountantskantoor.

Het artikel gaat in op het Derleux Committe Report (1981). Het rapport stelt het probleem dat
accountants worden soms gekozen o.b.v. arbitraire keuzes als omvang van de
accountantsorganisatie. De aanbeveling vanuit het rapport is een informatieboek waarin naar voren
komt dat de keuze voor een accountantskantoor niet moet afhangen van de omvang van de
entiteit, maar van de mate waarin het service kan verlenen. Volgens dit rapport is de grootte van
een accountantskantoor dus irrelevant voor de selectie van een accountant.

De motivatie van het paper is het idee dat er een regelgeving wordt ingevoerd die de selectie van
accountantskantoren op grond van omvang verbiedt. DeAngelo vindt dit juist een geschikte
indicator voor controlekwaliteit.

Perspectief:
Het artikel is vanuit het gebruikersperspectief geschreven, omdat de gebruiker van de jaarrekening
kenmerken nodig heeft om de kwaliteit van accountantscontroles te meten en te kiezen voor een
accountant (de geloofwaardigheid van de accountant staat centraal).

Toelichting artikel:
De gebruiker van een jaarrekening (lees ook: potentieel toekomstige klant accountant) is op zoek
naar surrogaten (indicatoren) om de audit kwaliteit te beoordelen. Voor de gebruiker is de grootte
van een accountantskantoor een meting voor de auditkwaliteit, omdat zij niet alle werkzaamheden
kunnen observeren en afspraken tussen de klant en accountant niet transparant zijn.

'Audit quality = de door de markt ingeschatte gezamenlijke kans dat een accountant een fout
ontdekt (in het financiële systeem van de cliënt en/of de jaarrekening) en deze ook daadwerkelijk
rapporteert (onafhankelijkheid)'.

'Quasi-rents = om klant specifieke kennis te verkrijgen moeten zowel het accountantskantoor als
de klant kosten maken. Beiden zullen dus streven naar een langdurige relatie. Dit gegeven zorgt
ervoor dat in de toekomst hogere fee's kunnen worden gerekend door het accountantskantoor. De
belofte voor hogere fee's in de toekomst en dus hogere winsten/compensatie voor de
opstartkosten, wordt quasi-rents genoemd'.

DeAngelo stelt dat de omvang van het accountantskantoor wel invloed heeft op de kwaliteit van de
accountantscontrole. De argumenten die hiervoor worden gegeven zijn:
- Quasi-rentes. Wanneer audit technologie wordt gekenmerkt door significante opstartkosten,
verdienen zittende audit firms zogenaamde ‘quasi-rentes’. Dit zijn in principe de opbrengsten die
zij meer kunnen behalen dan de concurrent, omdat zij het voordeel hebben dat de opstartkosten
niet hoeven te worden betaald. De zittende accountant zal daardoor de prijs kunnen verhogen, tot
net onder het niveau waar een concurrent voor zou kunnen instappen, ervan uitgaande dat hij nog
opstartkosten heeft. Deze quasi-rentes zijn, wanneer ze verloren worden doordat de audit firm een
lagere audit kwaliteit levert dan beloofd, als een bijkomende schade tegen zulk gedrag, omdat
andere ondernemingen hun vertrouwen in de audit firm zullen opzeggen.
- Meer cliënten zorgt voor minder prikkels. Hoe groter de audit firm (gemeten aan het aantal
cliënten), hoe minder prikkels de accountant zal hebben om zich opportunistisch te gedragen en
een onterecht verkeerde verklaring af te geven. Dit verhoogt dus de waargenomen kwaliteit van de
audit.

Het is daarnaast voor zowel de klant als de auditor duurder om de relatie met de huidige
accountant niet voort te zetten, als gevolg van de opstartkosten. Als gevolg hiervan zou de auditor
de quasi-rentes verliezen, terwijl de klant de opstartkosten van een volgende accountant voor lief
zou moeten nemen. De theorie voorspelt daarom dat hoe hoger opstartkosten zijn, hoe lager het
aantal wisselingen van auditor.

,Hoe hoger de quasi-rentes bij een klant, hoe hoger de kans dat een auditor een onjuiste
goedkeurende verklaring zal afgeven. Daar staat tegenover dat wanneer het uitkomt dat een
auditor een verkeerde verklaring heeft afgegeven, de kans bestaat dat andere ondernemingen de
kwaliteit van de auditor als lager zullen ervaren en daardoor een andere auditor zullen zoeken.
Omdat op deze manier de quasi-rentes bij alle andere klanten mogelijk verloren kunnen gaan,
verkleint dit de kans dat een auditor een onjuiste goedkeurende verklaring zal afgeven. Hieruit
blijkt dat hoe meer klanten een audit firm heeft, hoe lager de kans dat de auditor een onjuiste
verklaring zal afgeven.

In het artikel wordt gesteld dat grote accountantskantoren imagoschade leiden op het moment dat
uitkomt dat de kwaliteit van de controle niet voldoende was. Deze schade is vaak veel hoger dan
bij kleine kantoren. Daar de grote accountantskantoren veel klanten hebben, zullen de quasi-rents
relatief lager zijn dan bij kleinere kantoren. De verhouding tussen de mogelijke schade bij fouten
en de omvang van de quasi-rents per klant is relatief gezien dus veel hoger bij een groot kantoor.
Het verliezen van een klant zal voor dit kantoor veel goedkoper zijn dan het leiden van
imagoschade. Bij een klein kantoor ligt de omvang van beide veel dichter bij elkaar, waardoor zij
dus meer risico zullen nemen om een klant te behouden en dus ook sneller een lagere kwaliteit van
accountscontrole neerzetten teneinde klanten te behouden.

Conclusies:
De omvang van een accountantskantoor heeft invloed op de controlekwaliteit. Grotere kantoren
zullen namelijk een betere kwaliteit neerzetten dan kleinere kantoren. Dit komt doordat:
- Bij een nieuwe opdracht ontstaan quasi-rentes doordat er een nieuw dossier volledig opgebouwd
dient te worden. Deze quasi-rentes fungeren als onderpand om te voorkomen dat een huidige
accountant tekortkomingen niet rapporteert. Wanneer een accountant dit namelijk niet rapporteert,
ontstaat het risico om andere klanten te verliezen en reputatie te schaden. Daarnaast zorgen deze
quasi-rentes dat de huidige accountant kan concurreren met de prijs die wordt gevraagd voor het
uitvoeren van de accountantscontrole.
- Grote accountantskantoren zijn minder afhankelijk van de inkomsten die zij ontvangen van een
klant. Hierdoor wordt het risico verlaagt dat tekortkomingen niet worden gerapporteerd. Bij een
kleiner accountantskantoor ligt de omvang van imagoschade en de fee dichter bij elkaar, waardoor
zij meer risico zullen nemen om een klant te behouden en hierdoor ook sneller een lagere kwaliteit
van accountantscontrole neerzetten.
- Grote accountantskantoren hebben minder de drang om in zijn eigen belang te handelen en
derhalve een onterechte verklaring af te geven.
- Gezien het feit dat grotere accountantskantoren een betere reputatie hebben, is de impact groter
wanneer er een fout wordt gemaakt. Indien dit gebeurd, zal dit gevolgen hebben voor meer
klanten van het accountantskantoor. Het verliezen van een klant zal voor een groot kantoor veel
goedkoper zijn dan het leiden van imagoschade.
- Grote accountantskantoren zijn meer onafhankelijk, omdat zij beter in staat zijn de eerste kosten
(investeren in kennis van nieuwe klant) terug te verdienen door toekomstige efficiëntievoordelen.
- Monitoring mechanismen binnen grote accountantskantoren zijn van hogere kwaliteit, omdat zij
meer mogelijkheden hebben om interne beheersingsmaatregelen in te voeren.

Gebruikers van een jaarrekening mogen meer waarde hechten aan de controle van een groot
kantoor. Audit quality is afhankelijk van de omvang van een accountantskantoor. Er wordt gesteld
dat hoe groter het kantoor (op basis van het klantenbestand) en hoe kleiner de klant als fractie van
de totale quasi-rents van de accountant, hoe minder prikkels de auditor heeft om opportunistisch
gedrag te vertonen. Hierdoor is de kwaliteit van de audit hoger.

,Karssing Handleiding perspectieven ethiek

Er bestaan worden 4 ethische theorieën onderscheiden:
- De deugd-ethiek. Deugden zijn karaktereigenschappen die maken dat iemand steeds op de juiste
manier handelt. Uitgangspunt: Handelen overeenkomstig hetgeen een deugdzame accountant
betaamt in termen van voorzichtigheid, rechtvaardigheid, zelfbeheersing en moed (deze vier
deugden noemen in uitwerking).
- De beginsel-ethiek. De beginsel-ethiek kijkt naar de handeling. Uitgangspunt: Een handeling is
moreel juist als deze overeenstemt met een in zichzelf geldende morele regel (wet, norm of
fundamenteel beginsel), ongeacht de gevolgen van de handeling.
- De gevolgen-ethiek. De gevolgen-ethiek kijkt naar het (beoogde) resultaat. Uitgangspunt: Een
handeling is goed als de gevolgen van een handeling goed zijn: minimaliseer de schade,
maximaliseer het welzijn - ‘Het grootste geluk voor het grootste aantal mensen’.
- De procedurele ethiek. De procedurele ethiek kijkt naar de manier waarop aan wensen en
belangen van betrokkenen bij een vraagstuk tegemoet wordt gekomen en weerslag krijgt in
procedures, de zogenaamde spelregels. De procedurele ethiek kijkt primair naar de manier waarop
de spelregels tot stand komen: zijn ze voor iedereen acceptabel?
Uitgangspunt: Spelregels zijn rechtvaardig indien ze de onpartijdige instemming van betrokkenen
krijgen.

Case op het tentamen uitwerken door middel van de volgende punten:
- Identificeer belanghebbenden en bijbehorende belangen.
- Wat zijn de feitelijkheden?
- Wat is de morele issue?
- Welke opties / alternatieven zijn er?
- Welke argumentatie per optie?

,Majoor 2015 Grondslagen van Auditing en Assurance

Achtergrond:
Ethiek zou je kunnen definiëren als de ‘spelregels’ voor vreedzaam samenleven en vruchtbaar
samenwerken. Deze ‘spelregels’ bestaan uit waarden en normen.

Ethiek geeft antwoorden op twee basisproblemen waarmee iedere groep mensen wordt
geconfronteerd, namelijk:
- Vreedzaam samenleven: hoe kunnen mensen hun handelen op elkaar afstemmen zodat iedereen
de vrijheid heeft om de eigen belangen te realiseren, zonder elkaar te frustreren?
- Vruchtbaar samenwerken: hoe kunnen mensen samenwerken om hun doelen en plannen te
realiseren?

Toelichting:
De accountant wil de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer zijn. De accountant wil
door een assurance-opdracht een bijdrage leveren aan het vertrouwen in het maatschappelijk
verkeer, maar moet dit vertrouwen verdienen om zijn vak goed uit te kunnen oefenen. De
accountant kan slechts de rol van vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer spelen indien
hij zelf wordt vertrouwd. De ethiek biedt een grondslag voor dit vertrouwen.

De econoom Nooteboom stelt dat er sprake is van vertrouwen indien je ervan uit kunt gaan dat
anderen je niet zullen schaden. Belangrijk hierbij is dat die anderen wel de mogelijkheid hebben
om je te schaden en dat er prikkels zijn die het voor hen aantrekkelijk maakt.

In abstracte zin kan worden gesteld dat de accountant zorgvuldig, uitlegbaar en standvastig dient
te handelen.
- Zorgvuldig betekent dat de accountant steeds opnieuw kritisch en systematisch reflecteren op
hun kernverantwoordelijkheden.
- Uitlegbaar betekent dat accountants kunnen aangeven hoe hun handelen past bij de
fundamentele beginselen, bij de regels, richtlijnen, wetten en andere bindende voorschriften van
het beroep.
- Standvastig betekent dat accountants hun rug recht houden bij bedreigingen.

Circumstances of justice’ zijn de omstandigheden die ethiek noodzakelijk maken: schaarste en
afhankelijkheid. Daarnaast wordt veronderstelt dat problemen ontstaan door de beperkte
naastenliefde van mensen. Mensen zijn niet vanzelfsprekend geneigd om altijd rekening te houden
met elkaar, maar zijn bezig met hun eigen behoeftes, wensen en belangen.

Waarden geven aan wat goed, gewenst en waardevol is. Ze fungeren als oriëntatiepunten voor ons
handelen – wat is moreel gepast om te doen? – en ze zijn onmisbaar bij het beoordelen en
rechtvaardigen van gedrag. Waarden zijn vaak algemeen en positief geformuleerd en hebben een
open horizon. Bijvoorbeeld: eerlijkheid, betrouwbaarheid, rechtvaardigheid, solidariteit, respect en
hoffelijkheid. Normen geven duidelijker grenzen aan en zijn vaak negatief geformuleerd. Normen
bepalen specifiek welke gedragingen wel of niet mogen.
Waarden hebben normen nodig om concreet te maken welk gedrag wenselijk is. Waarden doen een
beroep op mensen, normen hebben overtuigingskracht doordat ze worden geïnspireerd door
waarden.

, Verordening gedrags- en beroepsregels accountants VGBA

Achtergrond:
Het uitgangspunt van de VGBA is dat een accountant optreedt in het algemeen belang en daarin
zijn verantwoordelijkheid neemt. Ten einde invulling te geven aan zijn verantwoordelijkheid, houdt
de accountant zich aan de fundamentele beginselen.

Perspectief:
De VGBA is een ‘principle based’ regelgeving: de accountant past professionele oordeelsvorming
toe bij de evaluatie van vraagstukken waarbij waarden en normen (fundamentele beginselen) met
elkaar conflicteren.

Toelichting:
Bedreiging = een onaanvaardbaar risico dat de accountant zich niet houdt aan de fundamentele
beginselen als gevolg van eigenbelang, zelftoetsing, belangenbehartiging, vertrouwdheid of
intimidatie.

De fundamentele beginselen zijn:
- Professionaliteit: de accountant onthoudt zich van elk handelen of nalaten waarvan hij weet of
behoort te weten dat dit het accountantsberoep in diskrediet brengt of kan brengen.
- Integriteit: de accountant treedt eerlijk en oprecht op.
- Objectiviteit: de accountant laat zich bij zijn afwegingen niet ongepast beïnvloeden.
- Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid: de accountant houdt zijn vakbekwaamheid op het niveau
dat is vereist om een professionele dienst op een adequate wijze te kunnen verlenen.
- Vertrouwelijkheid: de accountant die de beschikking krijgt over gegevens of inlichtingen waarvan
hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot
geheimhouding van die gegevens of inlichtingen.

De accountant identificeert en beoordeelt omstandigheden die een bedreiging kunnen zijn voor het
zich houden aan een fundamenteel beginsel en neemt met betrekking tot dergelijke
omstandigheden een toereikende maatregel die ertoe leidt dat hij zich houdt aan de fundamentele
beginselen.

Indien sprake is van een bedreiging waarbij een maatregel is genomen die ertoe leidt dat de
accountant zich houdt aan de fundamentele beginselen legt de accountant de bedreiging, zijn
beoordeling, de toegepaste maatregel en zijn conclusie vast teneinde zich tegenover derden te
kunnen verantwoorden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JessicaKlaasen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  25x  sold
  • (2)
Add to cart
Added