Dit is een samenvatting van het vak Vennootschapsboekhouden, onderdeel van het overkoepelende vak Externe Financiële Verslaggeving. De samenvatting is gebaseerd op de PowerPoint presentaties van professor Corten Maarten en op lesnotities. Het is een samenvatting theorie, oefeningen (met verbeterin...
Aangezien
we
in
een
overgangsjaar
zitten
en
de
vennootschapswetgeving
binnenkort
gaat
veranderen,
zien
we
helemaal
op
het
einde
ook
kort
de
nieuwe
wetgeving.
4
,1 De
oprichting.
1.1 Kiezen
voor
een
vennootschap.
1.1.1 Eenmanszaak.
Voordelen
Nadelen
Weinig
formaliteiten
(Vb.
geen
Onbeperkte
aansprakelijkheid
:
als
je
jaarrekening
neerleggen)
onderneming
failliet
gaat,
kan
jij
ook
failliet
gaan
Lage
kosten
Nadelen
van
individueel
handelen
Voordelen
van
individueel
handelen
:
Beperkte
kapitaalvorming
soms
is
alleen
werken
gemakkelijker
Geringe
continuïteit
:
als
je
zelf
sterft,
sterft
je
eenmanszaak
ook
Fiscaal
minder
interessant
1.1.2 Vennootschap.
Voordelen
Nadelen
Beperkte
aansprakelijkheid
mogelijk
Nadelen
van
collectief
handelen
:
miscommunicatie,…
Betere
continuïteit
Meer
formaliteiten
(Vb.
dubbele
boekhouding)
Voordelen
van
collectief
handelen
:
Hogere
kosten
teamwork,…
Meer
kapitaalvorming
mogelijk
Meer
schuldfinanciering
mogelijk
Fiscaal
interessant
1.1.3 Fiscaal
voordeel
voor
een
vennootschap.
Een
eenmanszaak
betaalt
personenbelasting
(AJ
2019)
:
Belastingschijf
Inkomensschijf
Tarief
belasting
Schijf
1
€0
t/m
€12.990
25%
Schijf
2
€12.990,01
t/m
€22.290
40%
Schijf
3
€22.290,01
t/m
€39.660
45%
Schijf
4
Meer
dan
€39.660,01
50%
Een
vennootschap
betaalt
vennootschapsbelasting
(AJ
2019)
:
• 29%
+
2%
crisisbijdrage
=
29,58%
• Voor
KMO’s
:
20%
+
2%
crisisbijdrage
=
20,40%
(enkel
voor
de
eerste
schijf
van
€100.000
winst)
• OPM
:
de
crisisbijdrage
wordt
berekent
op
het
belastingpercentage
niet
op
het
bedrag
van
de
winst.
Daarom
komen
we
aan
de
0,58%
en
0,40%.
AJ
=
aanslagjaar
5
,1.1.4 Vennootschapsvormen
(via
quiz
op
Kahoot).
• Een
VZW
(vereniging
zonder
winstoogmerk)
mag
GEEN
handelsactiviteiten
uitvoeren
(Vb.
verkoop
van
sleutelhangers
voor
vredeseilanden).
• Naar
welke
vennootschapsvorm
verwijst
‘en
co’
of
‘en
cie’?
dit
verwijst
naar
de
VOF
(vennootschap
onder
firma).
• In
welke
vennootschap
moeten
de
investeerders
niet
mee
in
het
beheer
van
het
bedrijf?
In
de
Communautaire
vennootschap,
men
heeft
hier
stille
vennoten
en
beherende
vennoten.
De
stille
vennoten
zijn
in
feite
gewoon
geldschieters
zonder
enig
zeggenschap,
de
beherende
vennoten
regelen
het
beheer
van
de
vennootschap.
• De
CV
(coöperatieve
vennootschap)
is
de
beste
optie
indien
je
wil
werken
met
een
partnerstructuur
zoals
de
grote
accountancy
en
consultancy
bedrijven.
Dit
komt
omdat
de
hoeveelheid
kapitaal
heel
snel
kan
wijzigen.
• De
EBVBA,
S-BVBA
en
de
SE
(Europese
Naamloze
vennootschap)
zijn
allemaal
bestaande
vennootschapsvormen.
• Wanneer
men
zoveel
mogelijk
administratie
wil
vermijden,
moet
men
kiezen
voor
de
VOF
(vennootschap
onder
firma).
De
vennoten
zijn
hier
onbeperkt
aansprakelijk
en
dan
is
er
automatisch
minder
administratie
vereist.
• Wanneer
extra
financiering
belangrijk
is
naar
de
toekomst
toe,
kiest
men
best
de
NV
(naamloze
vennootschap),
want
hier
kan
men
gemakkelijk
extra
aandeelhouders
aantrekken
door
de
aandelen
aan
toonder.
1.2 Oprichting:
Juridische
aspecten.
Stappen
:
1. Opstellen
statuten
=
contract
tussen
de
vennoten
en
bevat
de
oprichters;
naam,
zetel,
duur,
doel;
kapitaal
en
aandelen;
bestuur
en
vertegenwoordiging;
toezicht;
algemene
vergadering;
boekjaar,
jaarrekening,
winstverdeling;
ontbinding
en
vereffening;
slotbepalingen
2. Ontwerpen
financieel
plan
De
oprichters
kunnen
hoofdelijk
aansprakelijk
gesteld
worden
indien
een
faillissement
optreedt
tijdens
de
eerste
drie
jaren,
zo
er
bij
de
oprichting
een
ontoereikend
kapitaal
was
(slecht
financieel
plan).
Minimale
componenten
:
algemene
info,
drie
geprojecteerde
balansen
(schattingen
voor
de
eerste
drie
jaar),
twee
geprojecteerde
resultatenrekeningen
en
twee
geprojecteerde
vermogensstromentabellen.
OPM
:
wordt
niet
openbaar
gemaakt,
maar
wordt
bewaard
door
de
notaris.
3. Aanstellen
bedrijfsrevisor
Dit
is
enkel
verplicht
bij
inbreng
in
natura,
om
de
medevennoten
en
derden
te
beschermen.
De
bedrijfsrevisor
mag
zelf
NIET
schatten
of
beschrijven,
hij
mag
enkel
verklaren
of
de
beschrijving
van
de
inbreng
volstaat
en
de
schattingswijze
verantwoord
is.
De
bedrijfsrevisor
concludeert
voornamelijk
of
de
inbreng
niet
overgewaardeerd
is.
6
, Deze
verplichting
werd
in
het
verleden
vaak
omzeild
door
eerst
het
geld
in
te
brengen
en
na
oprichting
de
goederen
aan
de
vennootschap
te
verkopen
quasi-
inbreng
daarvoor
is
nu
een
gelijkaardige
verplichting.
4. Storting
inbreng
in
geld
Op
een
geblokkeerde
rekening
van
de
vennootschap
bij
de
oprichting.
De
rekening
wordt
gedeblokkeerd
door
de
financiële
instelling
na
de
oprichting.
5. Oprichting
vennootschap
De
notaris
bezorgt
bewijs
van
de
oprichting
aan
:
-
de
financiële
instelling
zodat
de
rekening
gedeblokkeerd
kan
worden
-
de
griffie
van
de
rechtbank
van
koophandel
zodat
het
gepubliceerd
kan
worden
in
de
Bijlagen
tot
het
Belgisch
Staatsblad
en
de
onderneming
ingeschreven
kan
worden
in
de
Kruispuntbank
voor
Ondernemingen
(KBO)
6. Inschrijving
in
de
KBO
Hier
wordt
het
ondernemingsnummer
toegekend.
7. Aanvraag
BTW-nummer
Indien
de
vennootschap
BTW-plichtig
is.
8. Publicatie
uittreksel
akte
van
oprichting
1.3 Oprichting:
Boekhoudkundige
aspecten.
1.3.1 Stappenplan.
1. Bankuittreksel
geblokkeerde
rekening
2. Oprichtingsakte
7
, 3. Inbreng
in
natura
Vergeet
niet
de
geboekte
afschrijvingen
te
boeken
indien
deze
al
gebeurd
zijn.
4. Deblokkering
bankrekening
5. Oprichtingskosten
DDG=
diensten
en
diverse
goederen
8
, 1.3.2 Vervroegde
stortingen.
Indien
de
aandeelhouders
meer
volstorten
dan
gevraagd
is.
1. Bij
de
oprichting
2. Bij
nieuwe
opvraging
OPM
:
voor
oefeningen
zie
Toledo,
zowel
oefeningen
(met
verbeteringen)
op
de
slides
als
extra
oefeningen
voor
de
les
oprichting
(zie
cursusdocumenten).
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lara1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.