Samenvatting H7: Animalia-
Bilateria, een inleiding
Inhoud
7.1 Indeling Bilateria...............................................................................................................................1
7.1.1 Nephrozoa.................................................................................................................................1
7.1.2 Xenacoelomorpha......................................................................................................................2
7.2 Embryonale ontwikkeling bij Animalia..............................................................................................2
7.3 Coeloomvorming bij Animalia...........................................................................................................3
7.3.1 Het acoelomate type.................................................................................................................3
7.3.2 Het pseudocoelomate type........................................................................................................4
7.3.3 Het coelomate type...................................................................................................................4
7.3.4 Entercocoelie vs schizocoelie.....................................................................................................4
7.3.5 Protostome vs deuterostome ontwikkeling...............................................................................5
7.4 Enkele fylogenetische beschouwingen over de Animalia..................................................................6
7.5 Te bekijken dia’s...............................................................................................................................6
Vraag: Is het hebben van een coeloom of pseudocoeloom een homoloog of analoog kenmerk?
Aangezien er in 7.2.2 verwezen wordt naar het feit dat het meermaals onafhankelijk van elkaar is
ontstaan.
7.1 Indeling Bilateria
7.1.1 Nephrozoa
- Protostomia
o Lophotrochozoa: 16 fyla
Platylhelminthes: vroegst ontwikkeld
Ectoprocta
Brachiopoda
Werden beide eerst geplaatst onder Deuterostomia maar er was een
aanpassing door moleculaire data waren meer verwant met
Protostomia
Aanwezigheid lophofoor/gecilieerde mondstructuur + trochophoralarve
Moleculaire verwantschapsstudies want niet echt gemeenschappelijke
kenmerken
o Ecdysozoa(protostoom): 8 fyla
Priapulida=cactuswormen
Op basis van moleculaire gegevens is deuterostoom
Ongewervelde dieren die gaan vervellen
, - Deuterostomia zustergroep van Lophotrochozoa + Ecdysozoa
o Echinodermata= stekelhuidigen
o Hemichordata= eikelwormen
o Chordata= chordadieren
o Chaetognatha
Embryogenese lijkt deuterostoom
7.1.2 Xenacoelomorpha
- = meest basale clade vroegst ontstaan
- Xenoturbellida: heeft morfologische + moleculaire gelijkenissen met Acoelmorpha
- Acoelmorpha vroegst ontstane platwormen/Platylhelminthes
o Bestaat uit 2 classes
Acoela
Nemertodermatida
Staan dichtbij bij basis van Bilateria tonen belangrijke gelijkenissen met
allereerste Bilateria
7.2 Embryonale ontwikkeling bij Animalia
- embryogenese= vormingsproces van embryo
o start (meestal) bij versmelting van mannelijke + vrouwelijke gameet zygote
vorming van verschillende celtypes/weefsel/organen door gecontroleerde celdeling +
differentiatie
o haploïde gameten worden gevorm door reductiedelingen/meiose van
precursorcellen in gonaden van geslachtsrijp dier
o proces gameetvorming= gametogenese
spermatogenese/spermiogenese mannelijke gameten
oögenese vrouwelijke gameten
- DNA-replicatie
o Start wanneer nucleï van gameten versmolten zijn
o = voorbereiding voor eerste deling van zygote: mitose vormen start van
embryogenese + cel differentiatie
o Zygote is nog totipotent: cellen kunnen nog elk type vormen
Meer celklievingen minder totipotent meer specialisatie
Protostome organismen: 1ste 2 dochtercellen zijn niet totipotent
Deuterostome organismen: differentiatie begint later kans op eeneiige
tweelingen
- Eerste celklievingen
o Gevormde dochtercellen/blastomeren: geen volumetoename geen aanmaak
nieuw cytoplasma
Eerste 2 blastomeren zijn samen niet groter dan zygote daarvan de naam
klievingen
o Klievingen: DNA wordt verdubbeld en cytoplasma ei wordt in 2 gesplitst door
celmembraan
o 1ste klieving: 2-cellig stadium 4-cellig stadium …. 16-cellig stadium:
morulastadium/moerbeistadium= volle bol van cellen die samen amper groter zijn
dan zygote 64-cellig stadium: blastomeren worden geordend en gaan aan
oppervlak liggen waardoor er een holle bol gevormd wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beexxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.