100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Psychologie van individuele verschillen: Samenvatting Persoonlijkheid & intelligentie $5.80
Add to cart

Summary

Psychologie van individuele verschillen: Samenvatting Persoonlijkheid & intelligentie

 33 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is mijn samenvatting die ik vorig academiejaar maakte ('22-'23) voor Psychologie van individuele verschillen 1 (PID) op basis van de slides van P. Kuppens en eigen notities. (Ku Leuven, 1ste bachelor psychologie) Deze samenvatting bevat enkel deel 2 en deel 3 van de cursus over Persoonlijkheid...

[Show more]

Preview 4 out of 48  pages

  • March 31, 2024
  • 48
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
PID: DEEL 2: PERSOONLIJKHEID
1. Inleiding en vraag
1.1 Definitie van persoonlijkheid
(Differentiële) psychologie van Persoonlijkheid: betreft verschillen tussen mensen in termen van
gedachten, gevoelens, gedrag (niet prestaties)

DOEL: Beschrijven v verschillen en verbanden tsn verschillen + verklaren v verschillen
(Bv. ‘Hoe verschillen v elkaar’, ‘samenhang v verschillen?’, ‘wat ligt er aan de basis: gen., opvoeding, cultuur, …?’)

Definitie: moeilijk, veel, versch. klemtonen, …

Larsen & Buss: PERSOONLIJKHEID IS:
-Een verzameling van psychologische kenmerken (trekken)
 vriendelijkheid, agressie, ... Welke belangrijkste? Hoe gestructureerd?
 Waarmee samenhang? Oorzaak?
-en mechanismen
 Psychologische processen met input, verwerking, en output (bv. Hostiele attributie)
-Die een individu kenmerken
-Die op bepaalde manier georganiseerd zijn
 met een bepaalde samenhang (geen simpele oplijsting zonder verband)
-en relatief duurzaam zijn
 relatief stabiel doorheen de tijd
-Die zijn/haar interacties
 persoon interageert met omgeving: selecteert, beïnvloedt en wordt beïnvloed
 Dus: persoonlijkheid functioneert niet in een vacuüm, maar in reactie op omgeving
-en aanpassingen aan zijn/haar omgeving
 PH past aan aan omgevingsfactoren (intern – extern)
 fysieke omgeving (vb. extreme omstandigheden als kinderlijk trauma) OF sociale omgeving
 intrapsychische omgeving (dromen, motivaties, ...)
-beïnvloeden

In andere definities -> belangrijke elementen die terugkeren:
 Structuren = vastliggende kenmerken
 Processen = manieren v info. verwerken
 IN een persoon -> intern aanwezig, refereren nr bepaalde onderliggende kenmerken
 Die interacties met omgeving bepalen (gedachten, gevoelens, gedrag)
 Relatief consistent zijn over de tijd

Probleem:
 Blijft abstract
 Concrete invulling nodig MAAR: tweestrijd / spanningsveld
o Invulling in termen van nomothetische trekconcepten?
o Invulling in termen van interactionistische visie op PH?




1
N. Schils (AJ 2022-2023) – PID van P. Kuppens

,1.2 Een Fundamentele vraag
Voordat we focussen op tweestrijd -> Fundamentele vraag over de BEPALING v menselijk gedrag

Kurt Lewin: een van de founding fathers van sociale en persoonlijkheidspsychologie (1890-1947)
 Pool/Duitser, verhuisde nr VS -> bijdrage bv. Sociale beïnvloeding + verandering

 Vergelijking v Lewin: B = f(P,S)
o Gedrag (B) = functie v/d persoon (P) en de omgeving (S, situatie)
Bv. agressief gedrag: functie van elementen in de persoon en elementen in de omgeving
Concreet: Sam is agressief persoon OF door provocatie v situatie? => Oorzaak?!

 Formeel-wiskundig: Var (B) = Var (P) + Var (S) + Var (PxS)
 Geobserveerde variantie in gedrag is toe te schrijven aan
 Variantie toe te schrijven aan verschillen tussen personen = Hoofdeffect PERSOON
 Variantie toe te schrijven aan verschillen tussen situaties = hoofdeffect SITUATIE
 Variantie toe te schrijven aan de interactie tussen situatie en persoon = INTERACTIE
 Voorbeeld: totale variantie in agressie bepaald door
o Het feit dat sommige mensen agressiever zijn dan anderen
o Het feit dat sommige situaties meer agressie uitlokken dan andere
o Het feit dat sommige situaties meer of minder agressie uitlokken bij sommige mensen
➔ vb. narcist zal pas agressief worden bij ego-bedreiging; een ander persoon niet snel

 Welke van de 3 is het belangrijkst

Fundamentele vraag/debat:
 Theoretisch: wat is meest belangrijke in bepalen van gedrag?
o Waar moeten onderzoekers zich op focussen? (P of S of PxS)
 Praktisch: waar moeten we aan sleutelen om iets te veranderen?
o Moeten we mensen proberen veranderen, situaties/omgeving?, de combinatie?
 Ethisch: waar ligt de verantwoordelijkheid?
o Gevolgen voor rechtspraak, visie op de mens, etc
o Bv. Verklaren/begrijpen gedrag terroristen, beulen ISIS ...

 Verschillende benaderingen / domeinen:
1. Nomothetische trekkenpsychologie = HE persoon >
2. Situationisme = HE situatie >
3. Interactionisme = interactie beide >
(In vak PID: over verschillen tussen mensen -> debat tussen: Nomothetisch trekkenpsych vs. Interactionisme)



2. Trekpsychologie
Vragen:
 Hoe moeten we trekken opvatten, wat zijn trekken?
 Hoe kunnen we bepalen welke de belangrijkste trekken zijn?
 Hoe kunnen we een omvattende taxonomie van trekken opstellen? - Een systeem dat alle
belangrijke trekken omvat? Hoe ziet een omvattend systeem eruit?

Trekbeschrijvende woorden = Woorden die de trekken, eigenschappen van een persoon beschrijven
en die min of meer stabiel zijn over de tijd en situaties (Bv vriendelijk, stil, gesloten, angstig, creatief…)


2
N. Schils (AJ 2022-2023) – PID van P. Kuppens

,2.1 Nomothetische trekpsychologie
2.1.1 Wat is een (persoonlijkheids)trek?
( = klassiek antwoord vanuit nomothetische trekpsychologie)
Nomothetische trekconcept:
 hypothetische constructen die worden geformuleerd door (bepaalde)
persoonlijkheidsonderzoekers om op een gemakkelijke en spaarzame manier individuele
verschillen in gedrag, gevoelens, gedachten te beschrijven, verklaren, en voorspellen
 beschrijven consistent patroon in het gedrag, de gedachten, en gevoelens van mensen

3 cruciale eigenschappen:
1. interne, stabiele eigenschappen van een individu die deze van moment tot moment, situatie
tot situatie met zich meedraagt -> geven aanleiding tot consistent patroon
o bv. haarkleur en haarsnit, extraversie vs. gelaatsexpressie
2. Trekken zijn causaal: ze verklaren het gedrag van het individu, interne eig. beïnvloeden,
bepalen gedrag (Bv. Nood aan sociale erkenning)
3. nemen de vorm aan van (hypothetische) dimensies waarop mensen verschillende plaats
kunnen innemen

2.1.2 Gevolgen en implicaties
- Gedrag ≠ trek: trekken zijn eigenschappen die ook aanwezig zijn als het overeenkomstige gedrag
niet aanwezig is. → Trek hoeft niet altijd gedragsmatig tot uiting te komen

-Wetenschappelijke bruikbaarheid van trekken: beschouwd als interne oorzaak van gedrag,
waardoor we dit gedrag kunnen verklaren en voorspellen

 Hoofdeffect van de persoon is belangrijkste manier om individuele verschillen op te vatten

-Zie verder: Gevolgen opvatting over consistentie v menselijk gedrag:

2.1.3 Gevolgen voor opvattingen: consistentie v menselijk gedrag
Sarah Hampson -> verschillende soorten consistentie
2 belangrijke onderscheidingen:
 consistentie over zelfde of over andere situaties
 consistentie over zelfde of over ander gedrag
 4 soorten consistentie:

Type A consistentie: consistentie van individuele verschillen inzake zelfde situatie en
zelfde gedrag
= cross-temporele consistentie → hoe stabiel zelfde gedrag over tijd in zelfde situatie
 in welke mate hangen verschillen tussen mensen inzake een bepaald gedrag in een bepaalde
situatie samen met de verschillen tussen deze mensen inzake hetzelfde soort gedrag in eenzelfde situatie?
 uitgedrukt als correlatie over personen tussen (gedrag A in situatie 1, gedrag A in situatie 1 op
ander tijdstip) (Bv. extraversie op café week 1 en week 2)

Type B consistentie: consistentie van individuele verschillen inzake zelfde gedrag in
andere situaties
= cross-situationele consistentie → hoe stabiel zelfde gedrag over versch. situaties
 uitgedrukt als correlatie over personen tussen (gedrag A in situatie 1, gedrag
A in situatie 2) (Bv. verbale agressie in lab en in echte leven)
Cross-situationele consistentie:
3
N. Schils (AJ 2022-2023) – PID van P. Kuppens

, → BIJ 1 PERSOON = gedraagt de persoon zich gelijkaardig
over situaties
(Bv. Optimisme v Jeroen)

→ BIJ MEERDEREN = Blijft de rangorde tussen de personen gelijk
(Bv. Optimisme van Jeroen, Steven, Claudia)




Type C consistentie: consistentie van individuele verschillen over verschillende gedragsuitingen (van
eenzelfde trek) in eenzelfde situatie
= cross-uitings consistentie van gedrag → hoe stabiel indiv. verschillen inzake uiting v/e trek
 in welke mate hangen verschillen tussen mensen samen inzake het stellen van een bepaald
gedrag en het stellen van een ander gedag (dat naar dezelfde trek verwijst) in eenzelfde
situatie?
 uitgedrukt als correlatie over personen tussen (gedrag A in situatie 1,
gedrag B in situatie 1)
(Bv. - als iemand verbaal agressief is in een bepaalde situatie, is deze dan ook fysiek
agressief? )
( - als iemand altijd vriendelijk op café, zal hij dan ook deur openhouden)




Type D consistentie: consistentie van individuele verschillen over verschillende gedragsuitingen (van
eenzelfde trek) in verschillende situaties
= personality coefficient → (specifiek geval) in welke mate kunnen trekscores
concreet gedrag in een concrete situatie voorspellen?
 uitgedrukt als correlatie over personen tussen (gedrag A in situatie 1,
gedrag B in situatie 2)
(Bv. spraakzaam op café, uitgelaten op uitstap? Teruggetrokken op café, weinig
spraakzaam bij tandarts?)
(Bv. personality coefficient: hoge score op agressie vragenlijst, voorspelt agressief gedrag op cafe?)




Verschillende soorten = cruciaal voor VOORSPELLING v menselijk gedrag + o.b.v. wat je dit kan doen

Finale implicatie:
➔ als trekken stabiele, interne dimensies zijn met causaal karakter, en we kunnen op basis hiervan
voorspellingen doen, dan gaan we uit van relatief hoge A, B, C, en D-consistenties

- type A consistentie = cross-temporele stabiliteit van gedrag
- type B consistentie = cross-situationele stabiliteit van gedrag
- type C-consistentie = cross-uitingsstabiliteit van gedrag
- type D-consistentie = predictie van concreet gedrag op basis van trekscores


2.1.4 Identificeren van de belangrijkste trekken
3 benaderingen v belangrijkste nomothetische trekken of dimensies
4
N. Schils (AJ 2022-2023) – PID van P. Kuppens

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller uhmidk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51036 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.80  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added