Samenvatting boek Ethiek en Digitale Media Marcel Bekker
139 views 9 purchases
Course
Filosofie van de Communicatiewetenschap
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Ethiek en digitale media
Samenvatting van het boek Ethiek van de Digitale Media van Marcel Bekker. 21 pagina's met letterlijke overname van de belangrijkste delen uit het boek, verkorte versie dus.
Samenvatting boek Ethiek van de digitale media – Marcel Becker.
Inleiding: Mens en techniek.
De titel van dit boek werpt de vraag op die dikwijls speelt in ethische discussies over de
digitale media: bepaalt de mens hoe hij omgaat met de techniek (ethiek over de digitale
media) of bepaalt de techniek het handelen van de mens (ethiek vanuit de digitale media)? De
vraag wie de baas is, mens of techniek, spitst zich toe op de relatie tussen de fysieke en de
virtuele wereld. Als de techniek los van de mens haar gang gaat, heeft discussie over de
techniek van digitale media weinig zin. Voordat we beginnen aan de bespreking van ethische
thema’s, is het daarom van belang eerst deze vraag te beantwoorden.
De menselijke wil tegenover de invloed van de techniek
Instrumentalisme
Instrumentalisme = de positie dat de mens de techniek naar eigen willekeur inzet. Volgens het
instrumentalisme zijn technische artefacten los van de mens staande middelen (instrumenten)
om de doelen die hij zich stelt te realiseren. Met de ontwikkeling van technieken zet de mens
de materiële omgeving naar zijn hand. In de loop van de 19e eeuw kwam het
instrumentalistische denken onder kritiek te staan.
Technologisch determinisme
Determinisme = de techniek heeft een eigen macht en invloed waarmee ze het menselijk leven
bepaalt (determineert). Hiervan ontwikkelden zich vele vormen, radicale en minder radicale.
De milde vormen stellen dat de techniek de mens beïnvloedt, maar dat de mens daar als
ontwerper van de techniek iets over te zeggen heft. Meer extreme opvattingen stellen dat
technische ontwikkelingen een eigen dynamiek hebben waar de mens geen macht over heeft.
Deze extreme vormen gingen voorheen gepaard met optimisme of pessimisme.
Kritiek op het instrumentalisme
Het instrumentalisme kent volgens velen een te simplistisch rationalistisch uitgangspunt. Is
het denken van de mens niet van meet af aan beïnvloed door de techniek, zonder dat hij zich
daarvan bewust is? In dat geval kunnen we niet zeggen dat de mens onafhankelijk van de
techniek beslist over zijn inzet van technische middelen. Het instrumentalisme bleek niet
alleen een simplistische visie op de menselijke geest te hebben, maar ook een gebrekkige visie
op de dynamiek van technische ontwikkelingen. Het gaat ervan uit dat de techniek
ondergeschikt is aan de menselijke wil, maar de manier waarop uitvindingen worden gebruikt
en toegepast kan de mens niet voorzien; laat staan controleren. En ook als uitvindingen
worden gebruikt zoals door de uitvinders bedoeld, hebben ze effecten die de uitvinders niet
kunnen voorzien. Rebound effect = als uitwerkingen precies tegengesteld zijn aan de
bedoelingen waarmee de techniek ooit is ingezet.
Kritiek op het technologisch determinisme
De radicalere deterministen dichtten de techniek vaste kenmerken toe, die het menselijk leven
bepaalden, maar de gedachte dat alle technische voorwerpen iets gemeenschappelijks hebben
bleek steeds minder houdbaar. De voortschrijdende technische ontwikkeling leidden tot
verfijningen en daarmee tot grote verschillen tussen technieken en hun toepassingen. Zo kon
men steeds minder over ‘de’ techniek spreken.
1
,Met het accent op technische ontwikkelingen dreigt bij het determinisme de ethische dimensie
van het handelen uit het oog te raken. De meer optimistische deterministen zijn vaak blind
voor het gegeven dat de overgave aan en afhankelijkheid van technische toepassingen leiden
tot de verslapping van bepaalde vermogens. Optimisten miskennen dat het maken van keuzes
de brandstof van het leven is: keuzes wegdringen werkt vroeg of laat tegen de mens.
Het grootste probleem van het technologisch determinisme speelt zowel bij optimisten als
pessimisten: het determinisme heeft een verlammend effect op ethische discussies. De
problematische redenering van het determinisme gaat als volgt: de ontwikkelingen zijn
onvermijdelijk, we moeten ze accepteren, dus heeft het nadenken over goed en kwaad geen
zin. De fout van deze redenering is dat ze uit een feitelijke gang van zaken een normatieve
conclusie trekt. Eventueel opkomende verontwaardiging over (de gevolgen) van de nieuwe
technologieën wordt op die manier weggewoven: wat kunnen we anders doen dan de gang
van zaken accepteren? De technologisch determinist veroorlooft zich ‘ethische luiheid’, met
als gevolg dat de mens zich aan de technologie overgeeft en zeker niet vanuit de ethiek wordt
ingegrepen. Technologisch determinisme is dan een self-fulfilling prophecy.
De technische mens en de menselijke ethiek
Het denken over de relatie tussen mens en techniek is lange tijd bepaald door deze twee
uitersten, maar deze twee posities zijn door nieuwe ontwikkelingen onder druk komen te
staan. Met de vele verfijnde toepassingen groeiden mens en techniek naar elkaar toe.
Technische artefacten werden subtieler, tot het punt waarop ze integreren met het menselijk
lichaam. De techniek is zo nabij en vertrouwd dat mens en machine versmelten. Parallel aan
deze ontwikkelingen werd in nieuwe vormen van techniekfilosofie uitgewerkt hoezeer mens
en techniek met elkaar zijn verweven: het kenmerkende van de ene is niet te bepalen zonder
de invloed van de ander daar direct bij te betrekken.
De mens is een technisch wezen: exteriorisering en extensie
Vanuit de mens: technische processen zijn onderdeel van het menselijk bewustzijn. Beide
onderstaande theorieën (Stiegler en Clark & Chalmers) wijken af van het instrumentalisme en
determinisme. In deze nieuwe opvattingen zijn technische artefacten en de mens in allerlei
processen met elkaar verbonden.
Bernard Stiegler (filosoof): de techniek is de directe veruitwendiging van de menselijke geest.
Het technische voorwerp is een vorm van geheugen waarin de verworven kundigheden en
ervaringen vastliggen.
De extensietheorie van Clark en Chalmers: ‘Active externalism’ is volgens hen het idee dat
materiële zaken buiten het lichaam deel uitmaken van het cognitieve proces. Onze hersenen
doen sommige dingen zelf, andere besteden ze uit aan externe zaken. Cognitieve processen
kunnen dus ook buiten ‘skin en skull’. Het schrijven van een naam op een papiertje
ontwikkelt kennis: er gebeurt iets in de buitenwereld dat niet zozeer een vermeerdering van
cognitieve capaciteiten in de hersenen betekent, maar de cognitie zelf doet veranderen. Kennis
bestaat dus niet louter in onze geest, het kenproces strekt zich uit (extends) naar de
voorwerpen die we gebruiken.
2
, De techniek is menselijk: het script van de techniek
Vanuit de techniek: technische voorwerpen hebben menselijke eigenschappen. Volgens Bruno
Latour begrijpen we technische artefacten verkeerd als we ze zien als losstaande zaken die de
mens naar willekeur gebruikt. Artefacten nodigen uit tot of suggereren bepaalde handelingen
en dringen aan op het voorkómen van andere handelingen. Er bestaat echter geen dwingende
relatie tussen de eigenschappen van een voorwerp en het menselijk handelen: er is ruimte
voor interpretatie door de deelnemers. Voor de ethische discussie over gebruiksvoorwerpen
heeft Latours visie grote gevolgen. Mensen zijn doorgaans geneigd naar het moreel
verantwoorde gebrúík van een technologie te kijken, terwijl Latour leert dat de ontwerper die
het voorwerp sturing tot handelen meegeeft, ook een morele verantwoordelijkheid heeft.
De ideeën van Stiegler, Latour, Clark & Chalmers bevestigen dat mens en techniek meer op
elkaar zijn betrokken. Daarmee ontstaan nieuwe mogelijkheden om over ethische
vraagstukken na te denken: analyseer hoe in een bepaald gebied het samenspel tussen mens en
techniek verloopt, bepaal wat daarin wenselijk of waardevol is en stem het handelen daarop
af. Dit is de richting waarin de techniekfilosofie zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.
Menselijk handelen en menselijke intentionaliteit
De fenomenologie heeft als invalshoek dat de mens spontaan is gericht op de zaken in zijn
leefwereld en zij drukt deze relatie uit met het begrip ‘intentionaliteit’. De menselijke
waarneming is waarneming van concrete zaken. In de waarneming interpreteren mensen de
fenomenen. De hermeneutiek is de aan de fenomenologie verwante filosofische stroming die
de mens als interpreterend wezen bestudeert. Fenomenologie en hermeneutiek hebben een
radicaal andere visie op menselijk waarnemen en handelen dan de harde wetenschappelijke
analyse. Aan het eind van de twintigste eeuw ontmoetten de twee verschillende manieren van
kijken elkaar echter in een nieuwe stroming in de techniekfilosofie. Zij stelden centraal dat
technische voorwerpen sterk bepalen hoe de hedendaagse mens de dingen om hem heen
ervaart en interpreteert. De technische voorwerpen zijn door het wetenschappelijke denken tot
stand gekomen, maar in het dagelijkse leven bepalen ze hoe de mens de buitenwereld beleeft.
De hedendaagse mens heeft echter doorgaans geen besef van de techniek om hem heen.
Het type vragen dat de techniek oproept, is veel omvangrijker en diepgaander dan “alles wat
anderen ethisch ten goede komt of tenminste niet ten kwade is goed, alles wat anderen schaadt
is slecht”. De centrale vraag is niet meer “schaden wij met onze handeling iemand anders?”,
maar “hoe willen wij (samen)leven?”. In het uitdrukken van de betekenis die concrete zaken
hebben, komen vragen aan de orde over wat menselijk leven goed, waardevol, zinvol maakt.
En betekenissen bieden een oriëntatiekader voor het handelen.
Een goede omgang met ethische vragen vereist dat eerst op betekenisniveau helderheid
ontstaat. Iedere handeling met technische voorwerpen zegt iets over de manier waarop we de
wereld en onszelf vormgeven. En daarmee komen ethische vragen in beeld. Maar de
handelende mens doet niet alleen aan betekenisgeving, evenzeer ontvangt zij betekenis. De
mens leeft in een wereld waarin om hem heen die betekenissen er al zijn. Het
bovenindividuele karakter van betekenis maakt het mogelijk om over ethische zaken te
communiceren en mensen te overtuigen. Om een ander te overtuigen moet iemand méér doen
dan alleen zijn mening presenteren: daarvoor is nodig dat hij op betekenissen wijst waarvan
de gesprekspartner de kracht ook inziet.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maikefkt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.