,Inhoudsopgave
COLLEGE 1 | SYSTEEM EN STRUCTUUR VAN DE AB-REGELING.........................................................................2
COLLEGE 2 | TRANSACTIES TUSSEN DGA EN ZIJN BV.......................................................................................6
COLLEGE 3 |RC, BORGSTELLING EN ONZAKELIJKE LENING.............................................................................15
COLLEGE 4 | REORGANISATIE EN BEDRIJFSOPVOLGINGSSTRUCTUREN..........................................................20
COLLEGE 5 | (R)EMIGRATIE EN IMMIGRATIE.................................................................................................25
COLLEGE 6 | DOORSCHUIFREGELINGEN........................................................................................................ 36
COLLEGE 7 | BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN SW...................................................................................40
COLLEGE 8 | DOELVERMOGENS.................................................................................................................... 50
COLLEGE 9 | ANONIMISERINGSSTRUCTUREN............................................................................................... 52
, College 1 | Systeem en structuur van de AB-regeling
Opgave 1
Leg uit waarom de wetgever de aanmerkelijkbelangregeling (ooit) heeft ingevoerd en
waarom de wetgever heeft gemeend een aparte box te moeten maken voor het aanmerkelijk
belang. Ga daarbij ook in op de vraag of box 1 respectievelijk box 3 meer of minder juist zou
zijn.
Niet behandeld in het werkcollege
Opgave 2
Daan bezit met ingang van 2015 4% van de aandelen in X- City BV. Lara, de echtgenote van
Daan, met wie hij onder huwelijkse voorwaarden is gehuwd, bezit alle aandelen in Van der
Snoep Holding BV. Van der Snoep Holding BV bezit 3% van de aandelen in City BV.
Daarnaast bezit Lara een koopoptie op aandelen X-City BV, waarbij zij het recht heeft om
vanaf 2015 tot uiterlijk eind 2017 4% van de aandelen in X-City BV te kopen.
a) Heeft Daan en/of Lara in 2015 een aanmerkelijk belang in X-City BV?
Tussen Daan en Lara is er sprake van fiscaal partnerschap. Als er op basis van artikel 4.6 IB
een AB is, worden de koopopties meegeteld ogv artikel 4.9 IB.
Lara: indirect – via van der Snoep Holding BV – 3% belang in City BV.
Daan: direct belang van 4% in City BV
Daan en Lara zijn partners (ogv artikel 5 AWR), waardoor zij gezamenlijk 7% belang hebben
in City BV en dus een AB. De koopopties van Lara wordt tevens meegenomen op grond van
artikel 4.9 IB.
Gegevens
In juli 2016 schenkt Lara de koopoptie op aandelen in X-City BV aan haar nog studerende
meerderjarige dochter Sabine. De kostprijs van de koopoptie bedroeg € 10.000. De waarde
in het economische verkeer bedraagt € 25.000.
b) Gesteld dat voor de schenking in juli 2016 sprake was van een aanmerkelijk
belang in X-City BV, wat zijn dan de fiscale gevolgen van deze schenking voor
Lara?
In beginsel is sprake van een vervreemding op grond van artikel 4.12 IB. Het
vervreemdingsvoordeel is de overdrachtsprijs – de verkrijgingsprijs (artikel 4.19 IB). Echter,
er is geen overdrachtsprijs, omdat sprake is van een schenking. Op grond van artikel 4.22 IB
wordt de overdrachtsprijs gesteld op de WEV indien een tegenprestatie ontbreekt. Het
vervreemdingsvoordeel is daarom: €25.000 -/- €10.000 = €15.000.
Lara heeft tezamen met Daan nog steeds een belang van tenminste 5%. Zij blijft dus
abhouder. Sabine krijgt de koopoptie van 4%, omdat zij een bloedverwant is in rechte lijn van
Lara behoort haar koopoptie ook tot het AB op grond van 4.10 IB. Sabine is dus abhouder.
Gegevens
Eind 2016 verkoopt Lara al haar aandelen in Van der Snoep Holding BV aan een derde. Stel
dat voor de verkoop van de aandelen Van der Snoep Holding BV sprake was van een
aanmerkelijk belang bij Daan in X-City BV.
c) Heeft de verkoop door Lara gevolgen voor Daan met betrekking tot zijn belang
in X-City BV?
Door de verkoop van de aandelen vervalt het indirecte belang van Lara (3%) in City BV.
Daan heeft hierdoor nog een belang van 4%. De meetrekregeling is niet van toepassing,
omdat Sabine en Daan beide geen eigen AB hebben. Echter, er is wel sprake van een
fictieve vervreemding, omdat er niet langer een AB aanwezig is op grond van artikel 4.16 lid
1 sub g IB.
, Artikel 4.40 IB (doorschuiving) vindt geen toepassing, omdat de aandelen nog steeds in het
vermogen van Daan behoren en Daan niet daadwerkelijk liquiditeiten heeft ontvangen.
Opgave 3
Karin van Eindhoven heeft alle aandelen in Bio wijnproeverij BV in 1994 gekocht voor
€ 20.000. Zij heeft de aandelen in 2015 verkocht aan een modieuze wijnfabrikant voor €
500.000. Op dat moment loopt er een procedure tegen Wijnleverancier BV die tot dan toe de
wijn leverde aan Bio Wijnproeverij BV. Wegens slechts levering heeft de BV een schade
geleden van € 120.000. Karin schat de kans op een gunstige afloop laag in. Zij verwacht
hooguit € 30.000 van de rechter te ontvangen. Karin wil bij de verkoop van de aandelen
rekening houden met de ontvangst van een mogelijke schadevergoeding. De koper ziet daar
niets in; de uitkomst is immers veels te onzeker. Te lange leste gaat de koper akkoord met
een juridisch beding, dat bij een voor de vennootschap gunstige afloop van de procedure
een nabetaling van maximaal € 100.000 zal volgen. De aandelen worden op 28 december
2015 bij notariele akte geleverd. Betaling volgt op 15 januari 2016. De rechter stelt Bio
wijnproeverij BV in 2017 deels in het gelijk. Karin van Eindhoven ontvangt op 31 december
2017 op grond van het opgenomen beding in de verkoopakte € 80.000.
Hoe moet Karin van Eindhoven de ontvangsten uit hoofde van de verkoop van de
aandelen in haar aangiften verwerken?
Verkoop AB:
Inkomen uit AB bestaat uit reguliere voordelen en vervreemdingsvoordelen (4.12 IB)
Vervreemdingsvoordeel = overdrachtsprijs -/-verkrijgingsprijs (4.19 lid 1 IB)
Vervreemdingsvoordeel 2015 = €500.000 -/- €20.000 = €480.000
o Artikel 4.20 IB Overdrachtsprijs
o Artikel 4.21 IB Verkrijgingsprijs
In 2017 ontvangt Karin €80.000 in haar hoedanigheid als aandeelhouder (ook al heeft ze op
dat moment geen belang meer)
Artikel 4.28 IB en artikel 4.29 IB zouden allebei toegepast kunnen worden
Artikel 4.29 (1) IB: indien na de vervreemding de overdrachtsprijs wordt verhoogd,
wordt het verschil met de oorspronkelijke overdrachtsprijs aangemerkt als
vervreemdingsvoordeel. In 2017 is er dus een verveemdingsvoordeel van €80.000
o Artikel 4.29 IB wordt vooral gebruikt voor balansgaranties.
Artikel 4.28 IB: verschil in uitwerking met artikel 4.29 IB is dat hier een geschatte
overdrachtsprijs wordt gebruikt (€30.000). Artikel 4.28 IB is in het leven geroepen
voor onzekere termijnen
o In de praktijk vaak gebruikt voor goodwill
Er is 1 overeenkomst, maar de vraag is of er nu sprake is van 1 of 2 termijnen?
Er zijn 2 termijnen, waarvan de tweede onzeker. Docent neigt daarom naar
toepassing van artikel 4.28 IB.
Opgave 4
Linda Siteur is enig aandeelhouder van de Holding Leuke fiscalisten TLBRG BV. Deze BV
houdt alle aandelen in Top fiscalisten Werk BV. In deze BV wordt een onderneming
gedreven. Zij heeft een in Maastricht wonende zoon Bastiaan, die graag deze aandelen wil
overnemen. De zoon is al vijf jaar werkzaam voor de werkmaatschappij. Iedere zaterdag
leest hij alle adviesrapporten door en haalt hij de taalfouten eruit. Ook maakt hij het kantoor
van zijn moeder schoon. Linda is bereid de aandelen in Werk BV aan haar zoon te
schenken, maar ze wil de aandelen in de holding niet kwijt. Haar adviseur stelt dat de
Holding de aandelen in de werk BV ook om niet kan overdragen aan Werk BV.
a) Wat vindt u vanuit fiscaal oogpunt van het advies van de adviseur?
De belastingclaim en verkrijgingsprijs worden doorgeschoven. Er gaan geen aandelen uit het
vermogen van Linda naar haar zoon, dus artikel 4.17c IB kan niet toegepast worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nonaatje01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.