H1, H3 t/m H9, H12, H13, H16 t/m H22, H24.
Samenvatting van het boek: Inleiding privaatrecht, geschreven door Mr. A.M.J. Buchem-Spapens. Druk uit 2016.
Hoofdstuk 1: Rechtshandeling en overeenkomst
1.1: De rechtshandeling
De rechtshandeling is de handeling die erop gericht is een bepaald rechtsgevolg in het leven te
roepen.
Een eenzijdige rechtshandeling is een handeling waarbij de wil van een persoon is dat de verbintenis
ontstaat.
Een meerzijdige rechtshandeling is een handeling waarbij de wil van twee of meer personen de
verbintenis doet ontstaan. Bijvoorbeeld een koopovereenkomst, huurovereenkomst of een
arbeidsovereenkomst.
Opschortende voorwaarden: de rechtshandeling krijgt pas werking op het moment dat de
toekomstige gebeurtenis plaatsvindt, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van een bouwvergunning.
Ontbindende voorwaarden: de rechtshandeling krijgt onmiddellijk werking, maar deze werking
vervalt op het moment dat de toekomstige gebeurtenis plaatsvindt.
1.2: Tot stand komen van rechtshandelingen
Voor het tot stand komen van een geldige rechtshandeling moet aan een aantal vereisten zijn
voldaan. Vereisten worden in de wet gesteld:
- aan de persoon die de rechtshandeling verricht;
- aan de handeling zelf
1.2.1: Vereisten gesteld aan de persoon die de rechtshandeling verricht
De persoon die de rechtshandeling wil verrichten, moet aan twee voorwaarden voldoen:
- hij moet handelingsbekwaam zijn (art. 3:32);
- hij moet handelingsbevoegd zijn (art. 3:43).
Handelingsbekwaamheid
Handelingsbekwaamheid houdt in: de geschiktheid van een persoon om voor zichzelf
rechtshandelingen tot stand te brengen. Deze geschiktheid wordt door de wet in beginsel toegekend
aan iedere natuurlijke persoon. Onbekwaam onder de huidige wetgeving kunnen zijn:
- minderjarigen (art. 1:234)
- onder curatele gestelden (art. 1:381 lid 2)
Minderjarigen zijn zij die de leeftijd van achttien jaar niet hebben bereikt en niet gehuwd of
geregistreerd zijn of gehuwd of geregistreerd zijn geweest.
Minderjarigen en mensen onder curatele (curandi) hebben een wettelijk vertegenwoordiger die op
grond van deze hoedanigheid namens hen rechtshandelingen kan verrichten, maar ook toestemming
kan geven tot het zelf verrichten van bepaalde rectshandelingen. Meerzijdige rechtshandelingen
verricht door een handelingsonbekwame zijn vernietigbaar, evenals een eenzijdige gerichte
rechtshandeling zoals het nemen van ontslag. Een rechtshandeling van een handelingsonbekwame
die niet tot een of meer bepaalde personen gericht is, is nietig, art. 3: 32 lid 2.
1
,Handelingsbevoegdheid
Handelingsbevoegdheid houdt in: de geschiktheid van een persoon om een bepaalde
rechtshandeling te verrichten. Iemand die in het algemene bekwaam is rechtshandelingen aan te
gaan, kan in een bijzonder geval op grond van een wettelijke bepaling onbevoegd zijn deze ene
rechtshandeling te verrichten.
1.2.2: Vereisten gesteld aan de handeling
Een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard is dan ook het
eerste vereiste dat voor de wet wordt gesteld aan de handeling die erop gericht is rechtsgevolgen in
het leven te roepen.
Wilsverklaring en vorm
De wilsverklaring is in beginsel niet aan enige vorm gebonden. Een boot kan worden gekocht door
middel van een mondelinge aanvaarding van een aanbod, maar ook per brief of e-mail. Aan de
handeling die erop gericht is rechtsgevolgen in het leveren te roepen, stelt de wet dus twee
voorwaarden. Zij moet:
- berusten op een verklaarde wil van de handelende persoon;
- als de wet dit voorschrijft, zijn verricht in de voorgeschreven vorm
Het handelsverkeer zou er groot nadeel van ondervinden wanneer in alle gevallen waarin wil en
verklaring elkaar niet dekken, besloten moest worden dat er geen geldige rechtshandeling tot stand
kon komen. Vandaar dat art. 3:33, dat overeenstemming van wil en verklaring vooronderstelt, een
hoofdregel formuleert die nader wordt genuanceerd in art. 3:35. Met betrekking tot de
totstandkoming van rechtshandelingen is in de wet wat gekozen voor een dubbele grondslag:
- stemmen wil en verklaring overeen (het normale geval), dan komt de rechtshandeling tot stand op
de grondslag van de verklaarde wil: vergelijk art. 3:33.
- lopen wil en verklaring uiteen, dan kan niettemin een geldige rechtshandeling tot stand komen en
wel op de grondslag van het opgewekte vertrouwen, art. 3:35.
Wanneer de wederpartij van degene wiens wil niet met zijn verklaring overeenstemt, er onder de
gegeven omstandigheden redelijkerwijze op vertrouwen mocht dat de verklaarde wil de werkelijke
wil weergaf, is de verklarende partij – ondanks zijn niet-willen en dus ondanks art. 3:33 – aan zijn
verklaring gebonden. We noemen dit het vertrouwensbeginsel.
Het verschil verklaard
Wanneer de verklaring van een partij bij een overeenkomst niet overeenstemt met zijn op
rechtsgevolg gerichte wil, en de wederpartij weet dit, is er in beginsel geen overeenkomst tot stand
gekomen.
Wanneer de wederpartij daarentegen weet dat hij met een geestelijk gestoorde een overeenkomst
sluit, is er wel sprake van een geldige overeenkomst, die echter vernietigbaar is.
Niet alle rechtshandelingen van blijvend of tijdelijk gestoorden behoeven immers onder invloed van
die stoornis te staan. De bescherming van de geestelijk gestoorde gaat ver genoeg wanneer hij de
mogelijkheid heeft om een rechtshandeling, indien gewenst, achteraf te vernietigen. Hij zal dan wel
moeten aantonen dat deze rechtshandeling onder invloed van de stoornis verricht werd. Bewezen
moet worden:
- de stoornis zelf;
- causaal verband tussen stoornis en verklaring.
2
,Het misverstand
Een bijzonder geval van het uiteenlopen van wil en verklaring doet zich voor wanneer bij de
totstandkoming van een rechtshandeling sprake is van een misverstand.
Moment totstandkoming rechtshandeling
De rechtshandeling komt tot stand door een wilsverklaring. Met betrekking tot meerzijdige
rechtshandelingen en eenzijdige gerichte rechtshandelingen moet hieraan worden toegevoegd dat
deze wilsverklaring om werking te hebben de persoon tot wie zij is gericht moet hebben bereikt.
Een verklaring die een persoon niet bereikt, wordt geacht hem bereikt te hebben wanneer:
- hij zelf, of een ander voor wie hij aansprakelijk is, oorzaak is van het feit dat de verklaring hem niet
of niet tijdig bereikte ofwel
- dit op andere gronden voor zijn risico behoort te komen.
Onjuist overgebrachte verklaringen
De afzender van een verklaring kan voor de overbrenging gebruikmaken van een andere persoon.
Wanneer deze de verklaring onjuist overbrengt, hangt het van de omstandigheden af voor wiens
rekening deze fouten komen.
1.3: De nietige en de vernietigbare rechtshandeling
De wet stelt aan de geldige totstandkoming van de rechtshandeling een aantal vereisten. Wordt aan
een daarvan niet voldaan, dan kan dit drie gevolgen hebben. Al naar de aard van het gebrek is de
rechtshandeling:
- nietig
- vernietigbaar
- niettemin geldig.
Nietig is de rechtshandeling in geval van gebreken die de openbare orde raken. Alle gevallen waarin
op een gebrek in een rechtshandeling nietigheid is gesteld, hebben gemeen dat het algemeen belang
bij nietigheid is gesteld, hebben gemeen dat het algemeen belang bij nietigheid het partijbelang bij
geldigheid overstijgt. Niet de wil van partijen maar de wil van de overheid moet de doorslag geven.
Men spreekt hier van nietigheid van rechtswege.
Vernietigbaar is de rechtshandeling in geval van gebreken die de handelende persoon raken. Het is
de taak van de overheid de zwakkeren in de samenleving tegen zichzelf in bescherming te nemen,
maar het is aan de zwakkere zelf om uit te maken of hij deze bescherming in een speciaal geval al
dan niet wil aanvaarden.
Een meerzijdige rechtshandeling van een minderjarige is vernietigbaar, dat wil zeggen: voorlopig
rechtsgeldig.
Vernietiging vindt plaats door de persoon die zich op de vernietigbaarheid beroepen mag, of door de
rechter.
Een gebrekkig tot stand gekomen rechtshandeling kan onder omstandigheden niettemin geldig zijn.
Hiervan kan sprake zijn in de gevallen van art. 3:40 lid 3, namelijk wanneer de wet een bepaalde
rechtshandeling verbiedt maar het gebrek is gering is om daaraan de sanctie van nietigheid te
verbinden.
3
, 1.3.1: Nietige rechtshandelingen
Oorzaken van de nietige rechtshandeling
Oorzaken die tot gevolg hebben dat het rechtsgevolg waarop een rechtshandeling was gericht niet
tot stand komt, kunnen onder andere gelegen in:
- het ontbreken van een met de verklaring overeenstemmende wil;
- strijd met de openbare orde en met de wet;
- de handelingsonbevoegdheid van een persoon.
Ontbreken van een met de verklaring overeenstemmende wil
Lees terug naar paragraaf 1.2.2..
Nietigheid als gevolg van strijd met de wet en de openbare orde
Een rechtshandeling moet, op straffe van nietigheid, wat strekking en inhoud betreft beantwoorden
aan de door de openbare orde en goede zeden gestelde normen.
Nietigheid als gevolg van handelingsonbevoegdheid
Lees terug naar paragraaf 1.2.1.
Gevolgen van de nietigheid van rechtswege
Nietige rechtshandelingen blijven van de aanvang af zonder effect voor het recht. Beroep op
nietigheid voor de rechter is niet noodzakelijk: deze moet ambtshalve de nietigheid vaststellen.
1.3.2: Vernietigbare rechtshandelingen
Hierna worden oorzaken en gevolgen in geval van vernietigbare rechtshandelingen aan de orde
gesteld.
Oorzaken van de vernietigbare rechtshandeling
Oorzaken die tot gevolg hebben dat het rechtsgevolg waarop een rechtshandeling was gericht niet
onaantastbaar tot stand komt, kunnen zijn gelegen in:
- onbekwaamheid;
- geestelijke stoornis;
- wilsgebreken.
Rechtshandelingen onder invloed va dergelijke gebreken verricht, zijn vernietigbaar.
Vernietigbaarheid is gegeven ter bescherming van bepaalde groepen van personen en alleen zijzelf of
hun wettelijke vertegenwoordigers kunnen dan ook de verrichte rechtshandeling aantasten.
Vernietigbaarheid als gevolg van onbekwaamheid
Een meerzijdige rechtshandeling van een juridisch onbekwame is vernietigbaar. De wettelijke
vertegenwoordiger van de onbekwame heeft de keus om de overeenkomst in stand te laten ofwel
deze te vernietigen.
Bij een oordeel over overeenkomsten die door minderjarigen worden gesloten, mag men art. 1:234
niet over het hoofd zien. Hierin wordt, als uitzondering op de hoofdregel van art. 3:32 lid 1 dat
onbekwamen geen onaantastbare rechtshandelingen kunnen verrichten, vastgesteld dat
minderjarigen onder bepaalde omstandigheden daartoe wel bekwaam zijn.
Vernietigbaarheid als gevolg van een geestelijke stoornis
Een meerzijdige rechtshandeling van een feitelijke onbekwame is vernietigbaar, art. 3:34 lid 2.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabelleboekhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.13. You're not tied to anything after your purchase.