Verzorgingsstaat : de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van zijn
inwoners.
Welvaart : het inkomen en de mate waarin we daarmee in ons levensonderhoud kunnen voorzien
Welzijn : Hoe we ons geestelijk en lichamelijk voelen.
In een verzorgingsstaat probeert de overheid te zorgen voor haar inwoners maar solidariteit in de
samenleving is dan nodig.
Solidariteit: Als er bereidheid is in een groep of samenleving om risico’s te delen. Via belastingen
en premies betalen alle inwoners mee aan de verzorgingsstaat.
De overheid heeft een vangnet zodat mensen een uitkering krijgen als ze werkeloos zijn.
Grondwet : onze grondwet is de basis van de rechtsstaat. De overheid en burgers hebben rechten
en plichten. Belangrijkste waarden uit de grondwet zijn:
-vrijheid
-gelijkwaardigheid
-solidariteit
Deze waarden komen terug in onze sociale grondrechten.
-recht op onderwijs
-gezondheidszorg
-voldoende werkgelegenheid
Let op: De overheid heeft hiervoor een zorgplicht maar het is niet afdwingbaar bij de rechter. De overheid moet zich
inzetten om te zorgen voor deze voorzieningen maar maakt eigen keuzes.
Burgers hebben plichten
Belastingen betalen, leerplicht tot 16 jaar enz.
Het meeste geld in ons land gaat naar onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid
(uitkeringen).
Sociale zekerheidsstelsel : Alle uitkeringen die mensen verzekeren van een inkomen. Bij ziekte,
werkeloosheid, ouderdom of arbeidsongeschiktheid.
Maatschappelijk middenveld : voedselbanken, vrijwilligersorganisaties, sportclubs, verenigingen,
het Rode Kruis enz. zijn organisaties die tussen de overheid en de
individuele burger staan en verschillende groepen, meningen en
belangen vertegenwoordigen.
Vrije markt: Door vraag en aanbod worden de prijzen van goederen en diensten bepaald maar de
overheid kan wetten maken om te reguleren.
, 5.2 Ontwikkeling van de verzorgingsstaat
Nachtwakersstaat : Eerste helft 19e eeuw tot 1850 : de overheid bemoeide zich niet met de
economie. Geen regels voor ondernemers.
Overgangsperiode
Vanaf 1850-1950 Er kwamen daarna meer aandacht van de overheid en nieuwe wetten. De
armoede was erg groot omdat er geen minimumloon bestond. Er kwamen vakbonden: die
opkwamen voor de belangen van de werknemers
1854 armenwet
1874 kinderwetje van Van Houten (verbod op kinderarbeid in fabrieken)
1895 veiligheidswet
1901 leerplichtwet
1917 werkloosheidsbesluit
1919 Arbeidswet
1930 ziektewet
1941 kinderbijslagwet
De eerste sociale wetten kwamen zoals het kinderwetje van Van Houten die kinderarbeid in
fabrieken verbood. Kinderen mochten wel werken in de landbouw.
De verzorgingsstaat
Na de 2e wereldoorlog = periode van de verzorgingsstaat
1957 AOW algemene ouderdomswet (pensioen voor ouderen)
1965 algemene bijstandswet (vangnet voor mensen zonder inkomen)
1967 Arbeidongeschiktheids verzekeringswet
1980 Arbowet (arbeidsomstandigheden wet)
1983 Sociale grondrechten in de grondwet opgenomen
2006 Invoering verplichte zorgverzekering
2015 Participatiewet / leenstelsel
Gemengde markteconomie
Na de 2e wereldoorlog kwamen er de gemengde markteconomie : de overheid stelt regels aan de
vrije markt om oneerlijke concurrentie tegen te gaan en de positie van werknemers te verbeteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jonahbuist01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.