Hoofdstuk 1 t/m 3, 5, 8, 9 en 11
April 2, 2024
19
2023/2024
Summary
Subjects
grondrechten
verdragen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Minor veiligheid en recht
Grondrechten
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
jasmijnpopken
Content preview
Samenvatting Grondrechten
Hoofdstuk 1 Inleiding
Fundamentele normen
Deze nuancering doet niet af aan het feit dat grondrechten belangrijke normen
zijn. Ze kunnen worden omschreven als fundamentele rechtsnormen die de
strekking hebben het individu persoonlijke vrijheid en een menswaardig bestaan
te verzekeren en die de handelingsvrijheid van met name de overheid te
beperken. De grondrechten gelden in eerste plaats in relatie tussen burger en
overheid; zij perken de handelingsvrijheid van de overheid in.
Rechtsstaat
Grondrechten, en dan met name de vrijheidsrechten en het gelijkheidsbeginsel,
zijn verbonden et de opkomst van de idee van de rechtsstaat. De rechtsstaat is
namelijk gestoeld op een viertal pijlers. De eerste is dat ingrijpen van de overheid
mag slechts geschieden op grond van algemene regels. Deze norm richt zich
zowel tegen willekeur als tegen standsrechten. Al even belangrijk is dat eruit
blijkt dat de overheid zelf ook aan het recht is gebonden. Een tweede pijler is de
scheiding der machten of, anders gezegd, een verdeling van de overheid over
verschillende organen. Deze verdeling moet er onder meer voor zorgen dat de
wetgevende en de uitvoerende macht niet samenvallen; in dat geval zou de
uitvoerende macht immers zelf de regels kunnen stellen op grond waarvan zij
kan ingrijpen. In een rechtsstaat als de onze mag de uitvoerende macht de
vrijheid van de burger daarentegen pas beperken als deze bevoegdheid terug te
voeren is op de wet. Meer in het algemeen wordt een systeem van
machtsverdeling – checks and balances – als een garantie voor de vrijheid van de
burger gezien. De derde pijler wordt gevormd door de mogelijkheid van
rechtsbescherming door de onafhankelijke rechter; mocht de overheid inbreuk
maken op de rechtsnormen, dan kan de rechter daarover oordelen. De idee dat
de vrijheid van de burger beschermd dient te worden tegen de overheidsmacht
komt eveneens naar voren in de vierde pijler: het bestaan van grondrechten. Een
rechtsstaat zonder gronderechten is derhalve niet goed voorstelbaar.
Mensenrechten
Het fundamentele karakter van de grondrechten blijkt evenzeer uit de aan
‘grondrechten’ verwante term ‘mensenrechten’: rechten die ieder mens – van
nature- toekomen of horen toe te komen.
Rechtsbronnen
Grondrechten zijn te vinden in rechtsbronnen. Dat zijn in de eerste plaats die
internationale verdragen, waarin een reeks van grondrechten is vastgelegd: het
IVBPR (Internationaal Verdrag Inzake Burgerlijke en Politieke Rechten), het
IVESCR (Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele
Rechten), het EVRM (het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) en het
ESH (Europees Sociaal Handrecht). Tevens valt te wijzen op het HvEU (Handvest
van de grondrechten van de Europese Unie). Dat laatste omvat zowel klassieke
als sociale grondrechten. Er bestaan ook verdragen, die in het bijzonder zien op
een bepaald grondrecht; het IVURD (Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning
van alle vormen van Rassendiscriminatie) is een voorbeeld. In de tweede plaats
moet men denken aan de jurisprudentie van internationaalrechtelijke organen,
waarbij we met name denken aan het EHRM (Europese Hof voor de Rechten van
de Mens), die immers bindende uitspraken over de interpretatie van het EVRM
doet, en aan het HvJEU die een bindende uitleg geeft van het HvEU.
,De nationale Grondwet vormt een derde belangrijke rechtsbron; in de loop van de
geschiedenis heeft daarin een ruim scala aan grondrechten een plaats gekregen.
In de vierde plaats noemen we de uitwerking van bepaalde grondrechten in de
nationale wetgeving, bijvoorbeeld de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB)
en de Wet Openbare Manifestaties (WOM). In de vijfde plaats wijzen we op de
jurisprudentie van de nationale rechter, die met grote regelmaat geschillen van
grondrechtelijke aard dient te beoordelen.
De genoemde bronnen zijn ons inziens de bronnen waaraan de meeste betekenis
toekomt. Dat wil niet zeggen dat er gaan andere (hulp)bronnen zijn.
Overzicht
Op grond van een onderzoek van verdragen en Grondwet is het mogelijk een
overzicht te geven van de grondrechten die relevant zijn bij de bestudering van
het Nederlandse recht. Daarbij maken we een onderscheid tussen klassieke
grondrechten of vrijheidsrechten enerzijds en sociale grondrechten anderzijds.
Eerstgenoemde rechten zijn met name te vinden in het IVBPR, in het EVRM en in
art. 1 t/m 18 lid 1, art. 23 lid 2 en art. 114 van de Grondwet; laatstgenoemde
rechten vinden we in het IVESCR, het ESH en art. 18 lid 2 t/m 22 Grondwet en in
de overige leden van art. 23 Grondwet. Het Handvest voor de grondrechten van
de EU kent een meer thematische indeling. Desondanks is het niet moeilijk
bijvoorbeeld art. 6 t/m 13 HvEU als klassieke grondrechten aan te wijzen en art.
34 t/m 38 HvEU als sociale grondrechten.
Toenemend belang
De grondrechten nemen in het Nederlands recht een steeds belangrijkere positie
in. Dat heeft een aantal oorzaken. In de eerste plaats neemt de werkingssfeer
van de grondrechten toe, omdat de grondrechten in aantal groeien en de
reikwijdte van al langer bestaande grondrechten wordt opgerekt. In de tweede
plaats spelen grondrechten een belangrijke rol bij actuele maatschappelijke
kwesties. Zo heeft de verdergaande democratisering in de afgelopen decennia
geleid tot het idee dat voor een beperking van het politieke debat wel heel goede
redenen moeten zijn. In de derde plaats wordt aan de grondrechten ook steeds
vaker een zekere werking in de relatie tussen burgers onderling toegekend. In
het burgerlijke recht en strafrecht hebben rechten als het huisrecht of het recht
op persoonlijke vrijheid van oudsher erkenning gekregen, juist tegenover derden.
Nieuw is de grotere aandacht voor de grondrechtelijke dimensie daarvan: de
mogelijke horizontale werking van het grondrecht zelf in contractuele en andere
verhoudingen. In de vierde plaats worden klassieke grondrechten niet meer
louter gezien als onthoudingsplichten van de overheid. Deze onthoudingsplichten
kunnen gekoppeld zijn aan zogeheten positieve verplichtingen. In de vijfde plaats
doet het internationale stelsel van grondrechtsbescherming meer en meer haar
invloed gelden binnen de nationale rechtsorde. Veel grondrechtsbepalingen uit
klassieke grondrechtverdragen zijn een ieder verbinden en hebben daarom
voorrang binnen de Nederlandse rechtsorde (art. 94 Grondwet). Ten aanzien van
het EVRM is de Nederlandse rechter bovendien gebonden aan de uitleg door het
EHRM.
Hoofdstuk 2 Geschiedenis en achtergronden
§2 geschiedenis
De afwezigheid van de notie van grondrechten blijkt nog duidelijker uit het werk
van Plato en Aristoteles. De ideale staat van Plato dient bestuurd door filosoof-
koningen, die kennis van de deugd bezitten. Zij leiden de klasse der wilskrachtige
krijgers en de grote hoeveelheid werkers, die slechts gedreven worden door
, begeerte. De staat heeft bij uitstek een opvoedende rol en de controle van de
overheid strekt zich in de ideale staat uit over vrijwel alle aspecten van het
individuele en maatschappelijke leven, van partnerkeuze tot beeldende kunst.
Aristoteles verdedigt een in bepaalde opzichten vergelijkbare perfectionistische
staatsleer. De politieke gemeenschap moet de mens houvast bieden om zijn
natuurlijke aanleg te verwezenlijken. De mens is een ‘zoon politikon’ en vindt zijn
bestemming binnen de staat; een vrije privé sfeer los van de politieke
gemeenschap kan slecht tot pervertering van zijn natuurlijke eigenschappen
leiden. Niet ieder mens heeft overigens van nature dezelfde aanleg.
Vreemdelingen (barbaroi) zijn in de wieg gelegd voor slaag en vrouwen hebben
minder deel aan de rede dan mannen.
Zo valt te wijzen op Epicurus die de bestemming van de mens buiten het
publieke leven zoekt. De privé sfeer biedt het individu namelijk de meest
aangename situatie: een situatie zonder pijn, vrees en onrust. De staat is
voornamelijk te beschouwen als een instituut dat de veiligheid dient te
waarborgen. Ongeveer in dezelfde periode komt in de opvattingen van de
Stoïcijnen de morele gelijkheid van alle mensen naar voren. Volgens de Stoïcijnen
neemt de gehele menselijke gemeenschap deel aan de morele orde, die de basis
vorm van een universeel natuurrecht.
Christendom en Middelleeuwen
De christelijk-aristotelische natuurrechtsleer van Thomas van Aquino kan als
verdediging van deze middeleeuwse orde worden beschouwd. Deze leer stelt
overigens wel grenzen aan de overheidsmacht: de macht van de heerser is
immers van God gegeven ten behoeve van het algemeen welzijn; de uitoefening
van het gezag dient daarop gericht te zijn. Voorts komt de bevoegdheid in
geloofszaken aan de geestelijkheid toe. Grondrechten als individuele rechten
tegen de overheid zijn echter vreemd aan deze ‘Middeleeuwse orde’.
Achtergrond van de opkomst van de idee van grondrechten
De Renaissance herontdekt de klassieke geschriften en daarmee ook het
stoïcijnse, niet christelijke natuurrecht. Mede onder invloed van het opkomend
humanisme wordt de aandacht meer dan voorheen gericht op het individu, zijn
mogelijkheden en morele zelfstandigheid. De gehechtheid aan traditionele
dogma’s wordt ingeruild voor een mentaliteit waarin onderzoek een belangrijker
plaats inneemt.
Ook de Hervorming heeft bijgedragen aan het uiteenvallen van de christelijk-
middeleeuwse kosmos. In de protestantse leer wordt meer dan in het
katholicisme de persoonlijke relatie met God benadrukt. De geloofsbeleving is in
belangrijke mate individueel van aard; voor bemiddeling door een hiërarchisch
georganiseerde geestelijkheid is niet perse een wezenlijke rol weggelegd.
Een belangrijk uitgangspunt van de Verlichting is dat de mens zich aan zijn
onmondigheid kan trachten te ontworstelen door gebruik te maken van zijn
verstandelijke en intellectuele vermogens. De vrije ontwikkeling daarvan vormt
aan de ene kant een doel op zichzelf, maar zal aan de andere kant tot
wetenschappelijke, morele en maatschappelijke vooruitgang leiden. Het individu
kan zich immers kritisch opstellen tegenover de heersende opvattingen en de
bestaande maatschappelijke en staatkundige verhoudingen; nieuwe inzichten
kunnen als basis dienen voor verbeteringen, zo is de verwachting.
De periode waarin de middeleeuwse orde teloorgaat is tevens de periode waarin
de burgerij opkomt. De burgerij wordt in eerste instantie naast de adel en de
geestelijkheid als de ‘derde stand’ gezien. Het speciale karakter en het succes
van de burgerij blijkt echter uit het feit dat uiteindelijk ieder individu of burger
kan worden. Het idee van gelijkheid voor het recht komt in de plaats van het idee
van ‘standsrechten’.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnpopken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.