Begrippenlijst werken aan normatieve professionaliteit – cursusjaar 2023/2024
Alle hoorcolleges, artikelen en hoofdstukken van kernthema’s van de filosofie
Hoorcollege 2 & hoofdstuk 10
- Filosofie: een manier en een doel om systematisch te leren na te denken.
Filosofie bestaat uit 4 dimensies: logica, ethiek, wijsgerige antropologie en
epistemologie & wetenschapsfilosofie.
- Logica: bestaat uit de argumentatieleer, taalkunde en grammatica.
- Ethiek: gaat over het goede en het juiste. Rechtvaardig handelen.
- Wijsgerige antropologie: mens- en wereldbeeld. Theoretisch, logisch en
abstract denken over mens en dier.
- Epistemologie en wetenschapsfilosofie: wat is kennis, is kennis werkelijkheid,
hoe kan de werkelijkheid en wetenschap getoetst worden, wat is wetenschap en
hoe ontwikkelt zich dit?
- Pedagogische prudentie: heb ik het goed gedaan versus heb ik er goed
aangedaan? EEectiviteit versus normativiteit/doordenk vraag.
- Geuit meningsverschil/geschil: een mening die wordt geuit door een persoon
tegen een ander persoon die diezelfde mening (nog) niet deelt.
- Enkelvoudig geschil: een geschil waarbij er maar 1 kwestie aan de orde is: ‘’Ik ga
slagen.’’ ‘’Dat denk ik niet.’’
- Gemengd-enkelvoudig geschil: een geschil waarin meer dan 1 gesprekspartner
een standpunt inneemt.
- Niet-gemengd enkelvoudig geschil: slechts 1 persoon neemt een standpunt in
ten aanzien van de propositie, de ander neemt nog geen standpunt in: ‘’Ik ga
slagen.’’ ‘’Hoezo?’’
- Meervoudig geschil: er is meer dan 1 kwestie aan de orde. Er komt meer dan 1
meningsverschil tot uiting.
- Niet-gemengd meervoudig geschil: een standpunt innemen ten aanzien van
twee of meer proposities waarbij de ander (nog) geen standpunt heeft
ingenomen: ‘’Ik ga morgen slagen en ik denk dat jouw moeder ons wel geld wil
lenen.’’ ‘’Waarom denk je dat je gaat slagen? En waarom zou mijn moeder ons
geld willen lenen?’’
- Gemengd-meervoudig geschil: beide personen nemen een positief standpunt
aan ten aanzien van verschillende proposities. Beide standpunten kunnen niet
waar zijn, maar ze kunnen wel beiden onwaar zijn: ‘’Ik ben ervan overtuigd dat ik
ga slagen morgen.’’ -standpunt 1. ‘’Ik ben ervan overtuigd dat je zakt als een
baksteen.’’-standpunt 2.
- Propositie: bewering die waar of onwaar kan zijn.
- Positief standpunt: een positief standpunten innemen ten aanzien van de
gestelde propositie, je bent het ermee eens.
- Negatief standpunt: een negatief standpunten innemen ten aanzien van de
gestelde propositie/een positief standpunt innemen ten aan zien van de
tegenovergestelde propositie.
- Tegengestelde proposities: twee proposities zijn elkaars tegengestelde wanneer
ze niet allebei waar kunnen zijn en wanneer ze ook niet allebei onwaar kunnen
zijn.
, - Strijdige proposities: proposities die niet allebei waar kunnen zijn maar die wel
allebei onwaar kunnen zijn.
- Contraire proposities: de proposities kunnen beide waar en onwaar zijn.
- Kritische discussie: instrument om geschillen op te lossen. Iedere
gesprekspartner probeert de ander met serieuze overtuigingen over te halen. Niet
iedere discussie is een kritische discussie.
- Verdedigingsplicht regel: een persoon die een standpunt naar voren brengt is
verplicht, als dat gevraagd wordt, om deze te verdedigen.
- Bewijslast: de plicht om met argumenten te komen.
- Ontduiken van bewijslast: je komt niet met argumenten om je standpunt te
verdedigen.
- Drogredenen: overtredingen van de argumentatieregels van een kritische
discussie.
- Verschuiven van bewijslast: verder gaan met ‘waarom wel/niet’ vragen om de
ander de taak te geven om met argumenten te komen.
- Standpunt regel: een aanval op een standpunt moet betrekking hebben op het
standpunt dat ook daadwerkelijk door de andere partij is gesteld.
- Houdbaarheidskritiek: heeft betrekking op de houdbaarheid van het standpunt.
Trekt in twijfel of het bewijs wel houdbaar is: ‘’Ik ga slagen, dat zei mijn
instructeur ook.’’ ‘’Wanneer heeft hij dat gezegd?’’
- Bewijskracht kritiek: mogelijk gebrekkig bewijskracht voor de argumentatie: ‘’Ik
ga slagen, dat zei mijn instructeur ook.’’ ‘’In hoeverre is dat doorslaggevend?’’
- Actieve kritiek: de criticus neemt zelf ook een standpunt in. Dit kan leiden tot
een discussie.
- Tegenwerping: dit betreft de bewijskracht van het standpunt. Geeft een reden
waarom het standpunt niet zou kunnen kloppen.
- Tegenargument: de criticus neemt een standpunt aan dat tegengesteld is aan
het hoofdstandpunt. Hiermee verander je het hoofd geschil in een gemengd-
enkelvoudig geschil.
- Drogreden kritiek: je geeft aan dat iemand redeneert vanuit drogredenen.
- Proponent: de verdediger van het hoofdstandpunt.
- Opponent: de criticus die doormiddel van kritische discussie het
hoofdstandpunt in twijfel te trekken.
- Onderschikkende argumentatie: je hebt een standpunt (s), daaronder een
eerste ondersteunend argument (A1), daaronder nog een argument die dat
argument weer ondersteunt (A2).
- Enkelvoudige argumentatie: uit een standpunt en twee argumenten.
- Cumulatief nevenschikkende argumentatie: afzonderlijke argumenten voor
hetzelfde standpunt. S: A1 + B1 + C1.
- Complementair nevenschikkende argumentatie: de losse argumenten voegen
wat aan elkaar toe.
- Meervoudige argumentatie: twee of meer argumentaties voor hetzelfde
standpunt die ieder op zich als een afdoende verdediging worden
gerepresenteerd.
- Deductief argumentatie: je geeft 2 argumenten die logisch op elkaar aansluiten.
- Inductieve argumentatie: dit geeft een zekere waarschijnlijkheid, maar sluit niet
100% de verdediging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mhzoet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.