Identificatie karakterisatie en kwantificatie van biomoleculen
All documents for this subject (25)
Seller
Follow
lottehulselmans
Content preview
Hoofdstuk 2: Radio-isotopen
Radioactiviteit
Atoomstructuur:
Protonen + en neutronen
Atoomgetal Z = aantal elektronen = aantal protonen
Atoommassa A = som massa protonen en neutronen = Z + N
Isotopen: atomen niet hetzelfde aantal neutronen en dus verschillende atoommassa
12
Atoomgetal = subscript, atoommassa = superscript vb: 6C
Atomaire stabiliteit en straling: ratio proton/neutron ≠ 1 onstabiliteit radio-isotopen:
radioactief verval van onstabiel naar stabiel isotoop -> partikels of straling komt vrij
Soorten straling:
Negatron (β-) emissie = β-straling: aantal protonen (Z) stijgt met 1
Positron (β+) emissie: partikel is onstabiel -> interageert met elektron -> partikels worden
geconverteerd naar gamma stralen met afgifte van energie -> aantal protonen (Z) daalt met 1
4
Alfa partikel ( 2He ¿ emissie = α-straling: aantal protonen (Z) daalt met 2 en A daalt met 4
Electron capture: proton-rijke kern vangt elektron uit binnenste K-schil -> proton wordt
neutron -> elektron uit hogere schil vervangt elektron uit binnenste K-schil -> emissie X-
straling: aantal protonen (Z) daalt met 1
Elektromagnetische straling: gelijkaardig aan X-stralen, maar kortere golflengte
Y-straling: door transformatie in nucleus, leidt niet tot verandering van A of Z, gaat samen
met alfa- en beta-partikel emissie die wel leiden tot verandering atoommassa
Radioactief verval:
mega-elektronvolt
Alfa-emissie: 4-8 MeV
Bèta-emissie: < 3 MeV
Vervalconstante λ = fractie isotopen die vervalt per tijdseenheid:
Halfwaardetijd t1/2 = tijd nodig waarin activiteit vervalt van een bepaalde waarde
tot de helft van die waarde
, Eenheden
Becquerel (Bq) = desintegratie/sec: -> aantal atoomkernen dat per seconde reactief vervalt
Curie (Ci) = hoeveelheid radioactiviteit materiaal waarbij het aantal desintegraties/sec
hetzelfde is als dit van 1g radium
Specifieke activiteit = hoeveelheid radioactiviteit per gewichtseenheid, gebruikt omdat bij
vele radio-isotopen een carrier van het stabiele isotoop wordt toegevoegd dus slechts een
fractie van het mengsel in radioactief
Detectie en meting van radioactiviteit
Alfa deeltjes
Excitatie: overdracht van energie van alfa-deeltje naar elektronen van naburige atomen ->
geëxciteerd elektron is niet stabiel
Elektron verwijderen ipv excitatie -> ionisatie van het atoom
Grote partikels, bewegen traag, dubbele positieve lading -> intense ionisatie en excitatie,
snelle vermindering van energie, hoge initiële energie maar weinig penetrerend
Negatrons (β partikels)
Energie varieert tussen verschillende partikels -> energie spectrum
Excitatie en ionisatie analoog aan alfa-partikels, maar: kleiner, sneller, slechts 1 lading,
minder interactie met materie, minder ioniserend en meer penetrerend
Gamma stralen en X-stralen
Elektromagnetische straling -> minder botsingen met materie, sterk penetrerend
3 types van interactie met materie:
o Foto-elektrische absorptie: interactie van laag-energetische y-stralen met
elektronen, alle energie wordt overgedragen -> elektron wordt uitgeworpen als foto-
elektron dat zich gedraagt als negatron
o Compton scattering: interactie van medium energetische y-stralen met elektronen,
slechts een deel van de energie wordt overgedragen -> elektron wordt uitgeworpen
als foto-elektron dat zich gedraagt als negatron
o Pair production: interactie van hoog energtische y-stralen met de kern, alle energie
wordt omgezet in positron en negatron
Gamma-stralen kunnen ontstaan wanneer hoge energie β-partikels geabsorbeerd worden
door materiaal dat atomen met hoog atoomnummer bevat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottehulselmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.