1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië
Atrecht verloor zijn voorsprong doordat er nieuwe handelsroutes opkwamen en de handel tussen de
jaarmarkten van Noordoost-Frankrijk en Italië verstoord raakte. Daarnaast lag Brugge veel voordeliger
dan Atrecht voor de groeiende handel van de Duitse Hanze aan de Noord- en Oostzee langs de grote
rivieren.
De patriciërs gingen relaties aan met de adel en kwamen af te staan van het overige volk; het
gemeen. In de 13e eeuw waren er regelmatig protesten tegen de slechte werkomstandigheden en
lage lonen. Dit liep uit tot de Guldensporenslag in 1302, een conflict tussen de Franse koning en de
Vlaanderse graaf.
Patriciërs -> steunden franse koning, waren voor centralisatie & machtig bestuur.
(zorgde voor veiligheid voor de handel en meer belasting, vooral voor de arme)
Ambachtslieden -> trouw aan de graaf, die tegen centralisatie was omdat hij dan macht zou
verliezen
Verrassend genoeg won het leger aan boeren en ambachtslieden van het sterke militaire Franse
ridderleger waarmee ze lieten zien dan boeren en ambachtslieden bestand waren tegen feodale
heren en patriciërs.
1.2 Steden, netwerken en bestuurders
Brugge was in de 14e en 15e eeuw het belangrijkste handelscentrum ten noorden van de Alpen. De
Hanze had er een hoofdkantoor en maakte de stad tot stapelmarkt van de Nederlanden. De handel in
wisselbrieven leidde in Brugge tot het ontstaan van de eerste beurs. Het dankte zijn sterke positie ook
aan zijn achterland, Vlaanderen en Brabant vormden in die tijd het economisch zwaartepunt van de
Nederlanden. Antwerpen, een Brabantse stad, zijn belang nam toe, deze havenstad lag namelijk
gunstiger voor de verbinding met het Europese achterland dan Brugge.
Rond 1500 nam Antwerpen de positie van Brugge over, omdat het goed bereikbaar was voor
zeeschepen en dichter bij rivieren als de Maas en de Rijn lag. In de 16e eeuw was het het
belangrijkste handelscentrum van Europa en de stapelmarkt van koloniale producten uit Spaanse en
Portugese koloniën (amerikaans suiker en aziatische specerijen)
Middeleeuwse steden en hun stedelijke gemeenschappen voelden zich verbonden door het bonum
commune, het algemeen belang. De burgerij nam ook taken over van de geestelijkheid en sociale
zorg. De geestelijkheid paste zich ook aan het stadsleven aan; er waren vanaf de 11e eeuw
bijvoorbeeld lekengemeenschappen voor begijnen (= vrouwen die heel gelovig willen leven). Zij
woonden in begijnhoven. De stedelijke verbondenheid leidde tot stedelijk particularisme (= het streven
van steden om een zo groot mogelijke onafhankelijkheid te bewaren), dat onder druk kwam te staan
door de beginnende centralisatie en staatsvorming.
De oorlog waarin Maximiliaan (Oostenrijkse prins) de Brugse haven liet blokkeren en de buitenlandse
handelaren beviel om zich in Antwerpen te vestigen is een belangrijke oorzaak van Brugge’s val en
de groei van Antwerpen.
De 80-jarige oorlog was de Opstand van Oranje tegen het Spaanse gezag, die leidde tot het ontstaan
van de Nederlandse Republiek in 1588. Om een Spaans gebruik van de Antwerpse haven te hinderen
blokkeerden Zeeuwen en Hollanders de Westerschelde, de toegang tot de haven. Zo kwam definitief
een eind aan de stapelmarktfunctie van Antwerpen. Calvinistische Antwerpenaren gingen naar
Zeeuwse en Hollandse steden en namen handelscontacten, kennis en kapitaal met zich mee.
, 1.3 De Republiek
Vanaf 1588 vormde de Republiek een oorlogseconomie. Leningen werden belangrijk en obligaties
werden uitgegeven. Met slagvaardig optreden (bijv oprichting VOC in 1602) wilden ze hun eigen
handelspositie versterken en die van Spanje verzwakken. De VOC werd bekostigd door verkoop van
aandelen. Na Twaalfjarig Bestand werd in 1621 om vergelijkbare redenen WIC opgericht, minder
winstgevend maar militair belangrijker. 1628 - verovering spaanse zilvervloot door Piet Hein; geldnood
voor spanje, opbrengsten voor nederland en in aanval.
Na de val van Antwerpen verzorgden de Nederlanders een groot deel van het transport tussen de
Europese zeehavens. Amsterdam werd de stapelmarkt van wel en niet Europese producten, en
daarmee een grote stapelplaats, met een grote koopmansbeurs in 1611. Deze groei leidde tot
stadsuitbreidingen, zoals de grachtengordel. Door de handel via de Noordzee groeide ook andere
steden en binnenlandse transport werd mogelijk door een uniek netwerk van openbaar vervoer. In de
gouden, 17e eeuw werd de Republiek het rijkste land ter wereld met een ongelijk verdeelde welvaart.
De Republiek werd niet gehinderd door Engelsen, Fransen en Duitsers door hun eigen interne
conflicten.
Na 1648 kwam er een eind aan de burgeroorlogen en opstanden in Engeland en Frankrijk waarna
steden zich daar krachtig ontwikkelden, wat ten koste ging van de Republikeinse handel. Het kon
vooral niet op tegen het Frankrijk van Lodewijk de 14e, die vastbesloten was de macht van de
Republiek te breken. De onvrede in de Republiek kwam tot uitbarsting in het Rampjaar 1672, toen de
Republiek van alle kanten werd aangevallen door buitenlandse legers op zee. De Gouden Eeuw was
voorbij; de economie groeide niet meer en steden raakten in verval. Het centrum van de handel werd
Londen.
12e en 13e eeuw: Atrecht
14e en 15e eeuw: Brugge
16e eeuw: Antwerpen
17e eeuw: Amsterdam
18e en 19e eeuw: Londen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElineBarmentloo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.