In dit document tref je een overzichtskaart van de interventies die bij motiverende gespreksvoering horen. Per interventie tref je een of meerdere voorbeeldvragen.
Vragen tentamen gesprekstechnieken
Wat weet je over de ”schaalvragen van MG en PW”? Heb je in je gesprek een schaalvraag ingezet? Zo
ja, met welk effect?
De schaalvragen bij mg gaan over de hoeveelheid vertrouwen die de cliënt in zichzelf heeft. Hoe groot
is de kans volgens de cliënt dat ze de verandering door gaan zetten? Bij PW gaat het om het
vaststellen van de huidige positie volgens de cliënt. Hierbij vraag je na het geven van een getal, altijd
eerst naar een getal lager, waarna je kan vragen hoe hij of zij ervoor zou kunnen zorgen dat het een
getal hoger wordt. Daardoor hou je een positieve insteek en uiteindelijk blijft het je intentie om
gedragsverandering op een motverende manier te stimuleren.
Welk “klanttype” heb je in het gesprek ontmoet en wat heb je ingezet om daarbij aan te sluiten? Wat
was het effect?
- Bezoekertypisch: cliënt komt nog niet voor iets specifieks en weet nog niet welke kant die op
wil. Ziet het nut er nog niet zo van in. Het perspectief dient nog duidelijk gemaakt te worden
en de nuttigheidsvraag kan van pas komen. Daarnaast kan je even probleemvrij praten. In
andere woorden: een algemene uitwisseling zonder in te gaan op het probleem.
- Klaagtypisch: cliënt ziet het nut er van in en gedraagt zich hulpeloos en klaagt. Hij ziet niet
hoe hij zelf onderdeel is van de oplossing. Hierbij kan je doorvragen naar de gewenste
situatie. De wondervraag kan te pas komen.
- Klanttypisch: cliënt ziet het nut er van in, staat open voor hulp en bereid voor op actie. Vraag
naar de gewenste situatie, een platformvraag: waar sta je nu? En naar de uitzonderingen.
Wat is de kracht van de “wondervraag”? Heb je deze in het gesprek wel of niet in gezet en wat zit er
achter de keuze?
De wondervraag wordt gebruikt om de cliënt te laten dromen. Zo laat je de cliënt even stilstaan bij
zijn eigen wensen. Daardoor krijg je als hulpverlener een duidelijk beeld van de diepste wensen van
de cliënt. Bij een eenmalig probleem heeft de wondervraag geen zin. Het helpt oplossingsgericht te
werken en wekt verlangens op. Het geeft een idee voor de cliënt waar die naar toe wil gaan. De
wereld ligt open voor de cliënt.
Wat is het verschil tussen “extrinsieke en intrinsieke motivatie”? Heb je deze in het gesprek wel of
niet in gezet en wat zit er achter de keuze?
Extrinsieke motivatie is motivatie van buitenaf. Intrinsieke motivatie is motivatie die vanuit jezelf
komt. Intrinsieke motivatie is vaak de makkelijkste motivatie om vrijblijvende verandering op gang te
brengen.
Wat is de betekenis van “ORBS” en hoe heb je dit ingezet in het gesprek? Vanuit welke gedachte en
met welk effect?
Open vragen, Reflecteren, Bevestigen, Samenvatten. Door ORBS in te zetten krijg je veel informatie
van de cliënt en activeer je hem om naar zichzelf te kijken. Dit doe je door af en toe de spiegel voor te
houden. Daarnaast laat je de cliënt weten dat je oprecht luistert, vergroot je het vertrouwen van de
cliënt en voelt de cliënt zich sneller gehoord en gezien. Je creëert rust in het gesprek en controleert
dmv samenvatten of je het goed begrepen hebt.
Wat is de theoretische gedachte achter de “nuttigheidsvraag”? Heb je deze ingezet in dit gesprek en
zo ja, wat heeft het opgeleverd?
Door de nuttigheidsvraag te stellen kan je peilen wat de cliënt wil. Daarnaast geef je de regie aan
cliënt, je laat de cliënt zelf denken.
1
, Wat is “ambivalentie”? Kwam dit aan de orde in dit gesprek en welke interventie zou je inzetten om
deze verder te onderzoeken?
Ambivalentie zijn dingen die elkaar tegenspreken. In het geval van MG gaat het dan over een
dilemma. Iemand twijfelt tussen twee opties die elkaar tegenspreken. De interventie die ik hiervoor
in zou zetten is de voor- en nadelenmatrix, omdat deze op een overzichtelijke manier weergeeft
welke voordelen en nadelen bij beide kanten horen. Dit geeft de cliënt zicht op beide kanten.
Benoem twee stappen uit het “7 stappenmodel van PW” en de interventies die daarbij zouden
passen. Was dit van toepassing op jouw gesprek?
1. Verhelderen van de veranderbehoefte
o Waar gaan we aan werken? Mag je best wel een aantal vragen op loslaten
2. Definiëren van de gewenste toestand
o Waar wil je naartoe?
o Interventie: Wondervraag
3. Vaststellen van het platform
o Waar sta je nu? Beginpunt
o Dit is de huidige situatie waarin je al stappen gemaakt hebt richting de gewenste
situatie.
o Interventie: schaalvragen
4. Analyseren van eerder succes
o Op welke momenten lukte dit wel?
5. Een stapje vooruit zetten
o Wat is de volgende stap vooruit van hier?
o Vragen naar de uitzonderingen op het probleem.
6. Vooruitgang monitoren
o Wat gaat er beter? Wat is er bereikt? Hoe helpt dat? Wat heeft goed gewerkt? Wat is
nuttig om nu te bespreken?
7. Vaststellen van de verdere veranderbehoefte
o Voldoende bereikt of verder veranderen?
In het gesprek kom je mogelijk tot stap 3 en een klein uitstapje naar 4.
Wat is de theorie over “reflectief luisteren” en wat heb je daarvan in het gesprek laten zien? Wat was
het effect?
Wanneer je reflectief luistert, luister je naar een dilemma en geef je terug aan de cliënt wat je hoort.
Daardoor kan de cliënt beseffen dat hij ambivalent is.
Noem twee “fases van verandering (Prochaska en DiClemente)”? Welk stadium heb je herkend in
jouw gesprek? Welke interventie heb je daarop ingezet?
De fases van verandering zijn: voorbeschouwing, overpeinzing, beslissing, actieve verandering,
consolidatie en terugval. Bewustzijn is noodzakelijk bij het krachtgericht werken. Dit is ook wel het
voorbeschouwen.
- Voorbeschouwing: er bestaat (nog) geen intentie tot verandering. De persoon is zich vaak
niet bewust van zijn probleem.
- Overpeinzing: De persoon is zich bewust dat hij een probleem heeft. De motivatie om er iets
aan te doen is aanwezig, maar er wordt door de persoon nog geen actie ondernomen.
- Beslissing: de persoon maakt plannen om iets aan het gedrag te gaan doen
- Actieve verandering: de persoon onderneemt actie om het gedrag te veranderen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josephinebrantjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.69. You're not tied to anything after your purchase.