Supply Chain Management
1. Wat is Supply chain management ?
1.1. Begrippen logistiek, SCM en demand chain management
Logistiek is meer dan alleen transport van goederen van de ene naar de andere plaats.
Het gaat over goederenstromen die beginnen bij leveranciers, en lopen via magazijnen en
fabrieken, over transport naar klanten.
1.1.1. Logistiek en supply chain management
Wanneer je de goederenstromen binnen een bedrijf bekijkt → logistiek.
Wanneer het over het regelen van goederenstromen over verschillende bedrijven → supply
chain management.
Beheersen van de goederenstroom wordt complexer. Het gaat niet enkel om beheersen
goederenstroom binnen 1 bedrijf, maar over het beheersen van die goederenstroom over
verschillende bedrijven heen.
Supply chains = aaneenschakelingen van “plan, source, make, deliver” ketens.
1.1.2. Logistieke deeltrajecten en logistieke
beslissingen
Logistiek kent 4 deeltrajecten
1. Inkooplogistiek
2. Productielogistiek
3. Distributielogistiek
4. Retourlogistiek
Naar gelang de aard van de organisatie, zal de nadruk meer op één van de deeltrajecten
liggen. (op andere weinig of niet)
1.1.2.1. 4 deeltrajecten van logistiek
1. Inkooplogistiek/inbound logistics
Beheersen van goederenstroom vanaf de producent van grondstoffen en
onderdelen tot aan begin productieproces. (inkomende goederenstromen)
2. Productielogistiek
De activiteiten om de grondstoffen- en onderedelenstromen naar en door het
productieproces te voeren. Het gaat ook over een goede benutting van de
1
, productieapparaten (Productiecapaciteit)
3. Distributielogistiek
Goederenstromen tussen producenten en klanten, zodat uiteindelijke product
op de juiste plaats en tijdstip in de juiste kwaliteit aanwezig is bij de klanten.
(Uitgaande goederenstroom)
4. Retourlogistiek (als onderdeel “service)
Retoursystemen voor onder meer hergebruik van materialen en producten en
voor herstellingen.
Logistiek = organisatie, planning & besturing van de goederenstroom vanaf dat goederen
worden aangekocht bij leverancier, tot het moment dat eindproduct geleverd wordt aan de
klant. (In huidige maatschappij wordt reroursstroom toegevoegd)
Binnen logistiek (en deze deeltrajecten) worden logistieke beslissingen genomen. Deze
beslissingen worden opgedeeld in 4 niveaus. Het bedrijf dient het nemen van deze
beslissingen en de organisatie ervan zorgvuldig te nemen, anders bereikt het bedrijf de
gestelde doelstellingen niet.
1.1.3. De 3 logistieke stromen en de positie
van logistiek binnen de waardeketen
Vertrekkend vanuit de goederenstroom, moeten we ook de gegevensstroom en de
geldstroom koppelen. Enkel de beheersing van deze stromen geeft een optimale
kans tot verbetering van het bedrijfsresultaat. Onder goederenstroom verstaan we
de beweging, verplaatsing van goederen in de brede zin van het woord.
(personen/diensten/documenten). Onder informatiestroom begrijpen we het
doorgeven van informatie en beslissingen. Geldstroom = betalingsstroom.
2
, Logistiek aks deel van de waardeketen van Porter.
Logistiek behoort tot de primaire activiteiten van een bedrijf
1.1.4. Logistieke kosten
Logistiek creëert waarde maar heeft ook een kost… Het goed regelen van logistiek is
belangrijk voor de winstgevendheid en voor de concurrentiepositie van een bedrijf.
Logistieke kosten zijn niet altijd af te zonderen, ze zitten vaak in andere
bedrijfsactiviteiten : klantenondersteuning, administratie, magazijn…
Logistiek gaat ook over fysieke distributie : laatste schakel naar (eind)klant, die met zorg
moet worden behandeld.
Vijf kostencomponenten:
1. Transportkost
2. Overslagkost
3. Transporttijdkost
4. Voorraadkost
5. Interne bedrijfskost
a) Transportkost
3
, De volledige kost om goederen te vervoeren van de oorsprong naar de bestemming.
Grotendeel afhankelijk van 3 factoren:
- De afstand: Hoe groter afstand ➞hoe hoger transportkost (meestal)
- Tijd: Hoe meer tijd het vergt om goederen te vervoeren ➞ Hogere transportkost
- Gekozen transportmodus.
Uiteraard ook beïnvloed door locaties van bedrijf. Is er trade-off tussen tarnsportkosten en
facilitykosten: Hoe meer voorraadvestigingen bedrijf heeft, hoe kleiner transportkost en
omgekeerd.
b) Overslagkost
Kost om goederen te laten laden en lossen. Maken deel uit van logistieke keten en moeten
in rekening gebracht worden om totale logistieke kost te bepalen.
c) Transporttijdkost
Kost verbonden aan het onderweg zijn van goederen. Bestaat uit 3 componenten:
- Kapitaalkost: kost van kapitaal vertegenwoordigd door goederen die tijdens
transport niet aangewend kunnen worden voor andere doeleinden
- Economische ontwaarding: kost voor vermindering in waarde of bederf
getransporteerde goederen. Levensduur producten = steeds korter, economische
ontwaarding kan voorkomen
- Kost door schade/verlies
d) Voorraadkost
Kost verbonden aan het op voorraad houden van goederen. Voorraden worden
aangehouden om onzekerheden op te vangen/vermijden. + vermijden hoge
transportkosten. Kost om goederen in voorraad te houden ➞ interest- of kapitaalkost,
risicokosten en magazijnkosten
- Interest- en kapitaalkosten: kosten van kapitaal vertegenwoordigt door goederen
die zich in voorraad bevinden. Kost uitgedrukt doot interestvoet te
vermenigvuldigen met eenheidsprijs
- Risicokost: Als goed in voorraad is ➞ 3 risico’s:
o Brand
o Diefstal
o Bederf & economische ontwaarding
- Magazijnkosten: Kostprijs om eenheid van goed een bepaalde tijd in magazijn te
hebben. Meest gebruikte berekeningswijze ➞Jaarlijkse kosten magazijn
/Gemiddelde voorraad in magazijn gedurende 1 jaar.
e) Interne bedrijfskost
Jaarlijkse kost voor interne bedrijfsprocessen die (in)direct gerelateerd zijn à de
organisatie en opvolging van transport en logistiek.
Bestaan uit: bestel- en bevoorradingkosten, kosten transportplanning en – opvolging
documentkosten…
Interne bedrijfskost bestaat uit verschillende componenten
- Personeel & specifieke knowhow
- Infrastructuur, ICT en financiering
- Onderhoud, energie, verzekering & financiering
Grootste deel van deze kosten = afhankelijk van aantal bestellingen dat over bepaalde
periode wordt geplaatst. Bestel-, transport- en voorraadkost beïnvloeden elkaar
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller axelle_bme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.