Persoonsschema's = zijn betekenisstructuren die het denken, plannen en gedrag met
betrekking tot anderen beïnvloeden. Binnen persoonsschema's zijn er geïdealiseerde
persoonsschema's die dienen als prototypes waarmee we alle andere personen vergelijken.
Stilzwijgende kennis = stelt u in staat grammaticaal te spreken of te fietsen: u kunt het,
maar het zou moeilijk zijn om aan een beginner uit te leggen hoe.
Chaos = is een Grieks woord dat tegengesteld is aan de kosmos (een ordelijk en harmonieus
systeem). Normaal gesproken hangt chaos samen met onvoorspelbaarheid van het systeem.
Eigenschappen = verwijzen naar een mengsel van biologische, psychologische, omgevings-
en maatschappelijke invloeden die de gedachten en acties van een persoon gedurende hun
leven kenmerken.
Single-loop leren = betekent het optimaliseren van vaardigheden, het verfijnen van
vaardigheden en het verwerven van de kennis die nodig is om een oplossing te bereiken
voor een probleem dat moet worden opgelost.
Autopoietic = systemen reproduceren en behouden hun werking. Op het gebied van ideeën
ontwikkelen bepaalde intellectuele posities hun eigen vormen van inclusieve en uitsluitende
referentie.
Directe managementcontrole = combineert het eigendom van en de controle over middelen
met praktische kennis van de productiemiddelen om discipline over hun werknemers uit te
oefenen.
Specialisatie = vindt plaats wanneer arbeid wordt verdeeld en gedefinieerd in kleinere
specifieke taken in plaats van te worden gezien als een algemene taak die iedereen zou
kunnen doen.
In-group bias = verwijst naar het proces waarbij leden van een groep leden van hun eigen
groep bevoordelen of behandelen met voorkeur boven anderen.
Organisatorisch gedrag (OB) = verwijst naar de studie van menselijk gedrag in
organisatorische contexten. OB is een toegepaste discipline die zich bezighoudt met
processen en praktijken op individueel, groepsniveau en organisatieniveau die de prestaties
van de organisatie belemmeren of mogelijk maken.
Mechanistische organisaties = keynote is machine-achtige voorspelbaarheid en efficiëntie
die wordt bereikt door het strak voorschrijven van taakontwerpen waar werknemers weinig
of geen rol in spelen
Externe attributie = verwijst naar het toeschrijven van de oorzaak van het gedrag van een
individu aan externe of situationele factoren, zoals ras, religie, huidskleur of geslacht.
, Open groepen = hebben meestal gratis lidmaatschap en geen belemmeringen om te
verlaten, en trekken mensen aan vanwege gedeelde interesse.
Basisaannames = vormen onbewust waarden en artefacten, vormen rond fundamentele
opvattingen over de aard van de mens, menselijke relaties en activiteiten, realiteit en
waarheid.
Scriptschema's = verwijzen naar schema's over hoe we in onze wereld werken en informatie
begrijpen en onthouden.
diversiteit = In een organisatorische context kan diversiteit het eenvoudigst worden
gedefinieerd als verscheidenheid in geografie, cultuur, geslacht, spiritualiteit, taal, handicap,
seksualiteit en leeftijd.
Digitale nomaden = zijn mobiele werkers, gewapend met een laptop en wifi, die overal
verbinding maken en mobiliteit verkiezen boven een vaste verblijfplaats.
Positief psychologisch kapitaal (PsyCap) = verwijst naar positieve toestanden zoals hoop,
veerkracht, optimisme en zelfeffectiviteit door leiderschap en organisatiegedrag dat is
gericht op het positieve psychologische welzijn en de gezondheid van zijn leden.
Legitimiteit = hecht zich aan iets, of het nu een bepaalde handeling of sociale structuur is,
wanneer er een wijdverbreide overtuiging bestaat dat het rechtvaardig en geldig is.
Bureaucratie = is een organisatievorm bestaande uit een hiërarchie van gedifferentieerde
kennis en expertise waarin regels en disciplines niet alleen hiërarchisch ten opzichte van
elkaar maar ook parallel zijn gerangschikt. In bureaucratie is actie procedureel gebaseerd op
formele regels. Wanneer bureaucratieën worden geclassificeerd als zijnde van het rationeel-
juridische type, worden ze verondersteld waarden en principes universeel toe te passen,
zonder gunst of vooroordeel.
zingeving = is het proces waardoor individuen en groepen nieuwe, onverwachte of
verwarrende gebeurtenissen verklaren.
Vroegmodern management = was gebaseerd op het principe van de efficiënte extractie van
waarde uit de arbeid die werd gebruikt.
CAO = verwijst naar een schriftelijke overeenkomst, gesloten tussen de werkgever en de
werknemers, waarin de arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd. Meestal wordt het gemaakt
tussen een vakbond, als orgaan dat werknemers vertegenwoordigt, en een werkgever.
Collectieve overeenkomsten zijn typerend voor sociaaldemocratische benaderingen van
arbeidsverhoudingen.
Vervreemding = betekent de ervaring geïsoleerd te zijn van een groep of een activiteit
waartoe men behoort of waarbij men betrokken zou moeten zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkeroelofs69. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.29. You're not tied to anything after your purchase.