Dit is een volledige samenvatting van inleiding tot de algemene economie. Alles uit de slides, extra lesnota's en alles uit het boek staat erin. In het boek staat alles veel duidelijk uitgelegd dan in de slides en er staat nog veel belangrijke extra informatie in. Zo goed als alle grafieken en illu...
Economie:
- Grieks huishouden op orde houden
- Inzicht geven in de maatschappelijke organisatie:
• Beter beslissingen nemen
• Wereldproblemen begrijpen
• Geeft meer mogelijkheid een beter oordeel te vellen over het gevoerde
beleid van overheden
- Economische analyse gaat na hoe beslissingsmakers keuzes1 maken en wat
daarvan de private en maatschappelijke gevolgen zijn
Definitie volgens Scitovsky:
- Economie is een sociale wetenschap die tot voorwerp heeft het beheer van
schaarse middelen
- Dit beheer van de beschikbare middelen omvat 3 problemen:
• Allocatieprobleem = wat, hoeveel en hoe produceren
• Distributieprobleem = verdeling van de producten (voor wie)
• Stabilisatieprobleem = volledige aanwending van de middelen nastreven
(zo efficiënt mogelijk)
Economisch probleem:
- Veel behoeften ↔ schaarse middelen = keuzeprobleem
- Behoefte = het gevoel van een tekort en verlangen dit tekort aan te vullen
- Behoeftes en preferenties kunnen wijzigen in de tijd
- Opportuniteitskost2 = de waarde van het beste alternatief dat men opgeeft
door deze keuze te maken
- Nieuwe schaarsten = goederen die in de eerste instantie niet schaars waren
maar na verloop van tijd wel (vb. zuivere lucht na vervuiling)
- Vrije goederen = goederen die niet schaars zijn
- Economische goederen = goederen die een nut hebben en schaars zijn
Onderverdeling van de economie:
- Micro-economie = bekijkt de beslissingen van individuen en bedrijven
vooral allocatie- en distributieprobleem
- Macro-economie = bekijkt de beslissingen van geaggregeerde grootheden en
de economie als geheel vooral stabilisatieprobleem
1
Keuzes mbt schaarse middelen en vele behoeften
2
Opportuniteitskost van extra studiejaar = schoolkost + boeken + loon dat je niet hebt
1
,productiefactoren:
- Eigenlijke productiefactoren:
• L: arbeid
✓ Meestal uitgedrukt in arbeidsuren
✓ Actieve bevolking = bovengrens voor beschikbare arbeid
✓ Activiteitsgraad = percentage van totale bevolking dat voor arbeid
in aanmerking komt
• N: natuur (primaire productiefactor)
• K: kapitaal (afgeleide productiefactor3)
- Ondernemingsinitiatief
Productieproces:
- Productie = alle activiteiten goederen en diensten tot stand worden gebracht
en op gepaste tijd en plaats ter beschikking worden gesteld van
consumenten door inzet van schaarse middelen
- Economische goederen = consumptiegoederen + kapitaalgoederen
- Duurzame consumptiegoederen = goederen die meerdere keren verbruikt
kunnen worden (vb. meubilair)
- Investeren is een uitstel van consumeren. Op korte termijn zal men niet of
minder consumeren als men tijd en geld gebruikt om nieuwe
kapitaalgoederen te verwerven. Op lange termijn zorgt de investering voor
meer consumptie.
- De productiefunctie = een technische relatie tussen de hoeveelheid
productiefactoren en de maximale hoeveelheid economische goederen die
men kan produceren
• X (output) = f (L,K,N)
• Marginaal product van arbeid= extra hoeveelheid producten die erbij komt
bij de inzet van 1 extra eenheid arbeid
• Verloop van de productiefunctie:
Concaaf verloop = stijgend maar met
steeds minder eenheden, bij een
afnemend marginaal product
Convex verloop = stijgt met steeds
meer eenheden, toenemend marginaal
product (komt zelden voor)
Lineair verloop = constant marginaal
product
3
Men moet de kapitaalgoederen eerst maken en dan moeten bedrijven er in investeren voor ze gebruikt kunnen
worden
2
, Productiemogelijkhedencurve:
- Geeft de combinaties van geproduceerde hoeveelheden bij volledige
aanwending van productiefactoren4, het is de verzameling van de efficiënte
productiemogelijkheden
- Illustreert:
• Schaarste punten boven de curve zijn niet mogelijk
• Opportuniteitskost meer van X betekend minder van Y
• Keuzeprobleem men moet een punt op de curve uitkiezen
• Stabilisatieprobleem een punt onder de curve is inefficiënt
• Allocatieprobleem elk punt komt overeen met een andere allocatie
- De opportuniteitskost van een concave productiemogelijkhedenfunctie stijgt
steeds want men krijgt minder van goed X wanneer men een eenheid van
goed Y afstaat
Verruiming van de productiemogelijkheden:
- De productiemogelijkhedencurve zal naar buiten verschuiven door efficiënter
te gaan werken technologische vooruitgang (T)
- X = f(L,N,K,T)
- Determinanten voor toenemende productiemogelijkheden:
• Arbeidsverdeling hogere productiviteit
• Vooruitgang in de technologische kennis
• Verbetering in de economische ordening (vb. hogere pensioenleeftijd)
Deze determinanten verhogen allemaal de productiviteit
Oplossingen voor het allocatie- en distributieprobleem:
- Centrale planning centraal geleide economie
- Markt markteconomie
- Markt en overheid gemengde economie
Centraal geleide economie:
- De relevante beslissingen worden aan een centraal orgaan toevertrouwd en
die legt het vast in een plan (Overheid beslist hoeveel en welke producten
geproduceerd worden)
- Komt niet meer voor (Cuba en Korea komen in de buurt)
- Problemen:
• Interne consistentie plan = hoeveelheid intermediaire goederen voor de
productie van de gewenste output moet goed afgeleid worden
• Administratieve inefficiëntie (zorgt voor afnemende belang van CGE)
• Tekort aan flexibiliteit (niet inspelen op onverwachte situaties)
• Weinig motivatie (geen innovatie)
• Tekort aan concurrentie
- Kan wel werken bij prille economieën als er geen consumptiemaatschappij is
4
Vb. hoeveel graan men kan produceren met de overgebleven arbeidsuren als men x eenheden wijn produceert
met x arbeidsuren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jitskelenaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.