Beste (mede)student,
Dit document bevat een samenvatting van alle voorgeschreven literatuur voor het vak Internationaal en Europees Strafrecht. Met dit document heb je dan ook (qua literatuur) alle kennis in huis om het tentamen met een mooi cijfer af te ronden. De door veel studenten als moeilijk...
Thank you for your review! Glad you got something done!
By: lizadevos • 4 year ago
By: pim_edvt • 5 year ago
By: cdp • 5 year ago
Translated by Google
Thank you for your review!
Seller
Follow
cdp
Reviews received
Content preview
Samenvatting literatuur Internationaal en Europees Strafrecht 2018/2019
Internationaal en Europees Strafrecht
Samenvatting literatuur
Rijksuniversiteit Groningen: 2018/2019
Pagina 1 van 123
, Samenvatting literatuur Internationaal en Europees Strafrecht 2018/2019
Week 1A: Inleiding en Algemene rechtsbronnen (voorgeschreven: hoofdstuk 1)
1. Een combinatie van juridische disciplines
Internationaal en Europees Strafrecht (hierna ISR) omvat diverse juridische disciplines.
Daarbij van belang zijn onder andere:
1. Nederlandse straf-en strafprocesrecht en penitentiair recht
2. Regelingen van ISR in de nationale wetgeving, zoals
De Uitleveringswet (UW);
De overleveringswet (OLW);
Art. 552h-552hhh (over justitiële en potentiële rechtshulp, alsmede overdracht en
vervolging);
Art. 5:3:1-5:3:20 Sv (over internationale en Europese strafvorderlijke samenwerking; en
De Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS)
3. Kennis van het recht van de Europese Unie (EU)
4. Volkenrecht, vervat in de vele verdragen waarbij Nederland partij is en waar is geregeld onder
welke omstandigheden de Nederlandse overheid is gehouden medewerking te verlenen aan het
verloop van een buitenlandse strafprocedure. In dat verband is inzicht vereist in de relatie
tussen het internationaal publiekrecht en nationaal recht (in Nederland: verdrag gaat vóór de
wet).
5. Het is ook nodig de ontwikkelingen in de Straatsburgse rechtspraak op de voet te volgen: er
zijn omstandigheden denkbaar waaronder het EVRM er toe noopt af te zien van het verlenen
van hulp door Nederland in het kader van de strafrechtspleging in het buitenland.
6. Zelfs enige kennis van het civiele (proces) recht is noodzakelijk; zo wordt in kwesties van ISR
regelmatig de tussenkomst ingeroepen van een Voorzieningenrechter, oordelend in KG. Ook
de buitenlandse ontnemingsmaatregel vertoont civiele trekken.
2. Een definitie en kenmerken
Er bestaat geen consensus over de precieze omlijning en begripsmatige afbakening van ISR. Er wordt
volstaan met een beschrijving van de samenstellende delen van het ISR. Aangezien het ISR enerzijds
raakt aan het volkenrecht en anderzijds aan het nationale straf(proces)recht.
ISR kan in algemene zin worden aangeduid als het grensgebied waar die twee
rechtsdisciplines (volkenrecht en nationaal recht) elkaar ontmoeten. Een nadere typering kan
dan telkens plaatsvinden al naar gelang de grens wordt bestudeerd vanuit nationaalrechtelijke
of internationaalrechtelijke optiek (droit penál international of droit international pénal).
3. Droit pénal international (nationaal strafrecht met internationale aspecten)
Nationaalrechtelijke optiek: Dit biedt vooral uitzicht op de nationale strafrechtspleging tegen
internationaal décor. Het gaat daarbij telkens om problemen van nationaal recht die het gevolg zijn van
grensoverschrijdende strafbare feiten, verdachten of veroordeelden. De staatssoevereiniteit staat hier
voorop. U moet hierbij denken aan:
1. Rechtsmacht. Dit betreft de regeling van de werkingssfeer van het nationale materiële en
formele strafrecht voor strafbare feiten in binnen-of buitenland begaan. Het gaat dus over de
bevoegdheid van de Nederlandse strafrechter om te oordelen over buiten Nederlands
grondgebied begane strafbare feiten. Voor Nederland is de commune regeling vervat in art. 2-
8d Sr en in bijzondere wetten zijn aanvullingen en afwijkingen op die regeling te vinden, zoals
art. 13 lid 3 Opiumwet, art. 3 WED en art. 2 Wet Internationale Misdrijven (WIM).
Rechtspolitieke kant: aan de hand van welke regels mag de nationale wetgever bepalen of
zekere strafbare feiten door het OM aan de lokale bevoegde rechter mogen worden
voorgelegd? Met andere woorden: hoever reikt de bevoegdheid van een Staat om zijn eigen
bevoegdheid te bepalen? Aan welke normen is een Staat gebonden bij het vestigen van
rechtsmacht. Hoe beperkend werken in dat verband de in art. 8d Sr bedoelde uitzonderingen in
het volkenrecht bepaald, de ‘immuniteiten’?
Pagina 2 van 123
, Samenvatting literatuur Internationaal en Europees Strafrecht 2018/2019
Als eenmaal de nationale rechtsmacht in de wet is gearticuleerd, zal in de concrete strafzaak
met grensoverschrijdende aspecten steeds de vraag rijzen: in welk land mag de berechting
plaatsvinden? Heeft Nederland rechtsmacht in concreto?
2. Interstatelijke samenwerking in strafzaken
Staten hebben elkaars assistentie nodig. Die internationale coöperatie kent grofweg 4 vormen:
1) Overdracht van personen
Bij zowel de uitlevering als overlevering is er sprake van een gedwongen overdracht
van personen door de ene staat aan de andere met als doel strafvervolging of
tenuitvoerlegging van de straf.
A. Uitlevering van personen
B. Overlevering:
Binnen de Unie vindt dit plaats door een Europees Aanhoudingsbevel (EAB).
Deze vorm van rechtshulp wordt overlevering genoemd en is geregeld in de
Overleveringswet.
2) Wederzijdse rechtshulp (kleine rechtshulp)
A. Politiële rechtshulp
Het gaat hier om de opsporing van verdachten en veroordeelden, zoals de
grensoverschrijdende observatie waarbij de politiedienst van het ene land iemand
tot over de grens van een ander land volgt en dan soms ook op het buitenlandse
grondgebied mag arresteren.
B. Justitiële rechtshulp
Dit is onder meer het gebruik van dwangmiddelen uit het Wetboek van
Strafvordering in het kader van een buitenlandse strafzaak. Denk aan het doen van
een doorzoeking en inbeslagneming in privéwoningen of bij banken en fiscale
adviseurs, maar ook andere handelingen van onderzoek zijn mogelijk; zoals het
horen van verdachten, getuigen en deskundigen.
3) Overdracht van strafvervolging
De hele strafzaak als zodanig wordt door het ene land aan het andere overgedragen.
4) Overdracht van tenuitvoerlegging
Deze vorm van rechtshulp is toepasbaar in de gevallen waarin een veroordeelde zijn
straf beter kan ondergaan in de Staat waarmee hij nauwe banden heeft, bijvoorbeeld
door nationaliteit, gezinsbanden of woonplaats, dan in het land van veroordeling. Er
wordt bevorderd dat de tenuitvoerlegging van de straf tegemoetkomt aan
resocialisatie. Ook kan door de executieoverdracht worden vermeden dat een straf niet
kan worden tenuitvoergelegd als het een veroordeelde betreft die zich niet langer in de
Staat van berechting bevindt maar in een Staat die hem, bijvoorbeeld wegens
nationaliteit, niet wenst uit of over te leveren. De goede rechtsbedeling is in zulke
gevallen met de overdracht van tenuitvoerlegging gediend.
De EU heeft een effectieve en efficiënte vorm van strafrechtelijke samenwerking tussen
lidstaten tot stand gebracht. Deze is vorm gegeven en gebaseerd op het beginsel van
wederzijdse erkenning van elkaars vonnissen en andere rechterlijke beslissingen, waar veelal
alle vormen van klassieke rechtshulp aan ten grondslag liggen.
3. Samenwerking tussen nationale autoriteiten en internationale organisaties
De samenwerking tussen nationale autoriteiten en internationale organisaties die zich bezig
houden met misdaad is van belang. Van traditionele intergouvernementele strafrechtelijke
samenwerking is geen sprake: het gaat niet om twee Staten die samenwerken in een concrete
zaak. Wel betreft het een internationale interactie gericht op grensoverschrijdende informatie-
uitwisseling met het oog op de bestrijding van (al dan niet potentiële) misdaad. Voorbeelden:
1) Uitwisseling van informatie in een concrete strafzaak tussen de Europese Commissie
en de nationaal rechterlijke instantie
2) Uitwisseling van strafrechtelijk relevante informatie tussen aan de ene kant Staten en
aan de andere kant de internationale straftribunalen (ICTY, ICTR, ICC).
Pagina 3 van 123
, Samenvatting literatuur Internationaal en Europees Strafrecht 2018/2019
4. Droit international pénal (materieel/formeel strafrecht van internationale herkomst)
Internationale optiek: deze invalshoek confronteert ons voornamelijk met materiële en processuele
onderwerpen die zijn gerelateerd aan internationale (incl. EU) strafrechtspleging, soms zelfs met
bovenstatelijk karakter waardoor onder omstandigheden de soevereiniteit moet worden prijsgegeven.
Je moet hierbij denken aan:
1) Strafrechtelijke normen van internationale herkomst, zoals de internationale misdrijven
(genocide e.d.).
2) Op de tweede plaats moet je denken aan de eigenlijke internationale strafrechtspraak door de
beide ad hoc VN-tribunalen voor voormalig Joegoslavië (ICTY) en Rwanda (ICTR) en het
permanente Internationale Strafhof (ICC).
3) Op de derde plaats moet je denken aan de dwingende beïnvloeding van nationaal recht en
nationale rechtspleging vanuit de EU door enerzijds het communautaire recht en anderzijds
politieke en justitiële samenwerking in de derde pijler.
Het gaat bij droit international penal om materieel en/of formeel strafrecht van internationale
herkomst ten aanzien waarvan Staten in meerdere of mindere mate hun autonomie hebben verloren het
zelf op te stellen of toe te passen. Daarvan is vooral sprake wanneer soevereine staten zijn opgegaan,
of in zeker opzicht zichzelf ondergeschikt hebben gemaakt, aan een groter verband waarin de
deelnemers moeten voldoen aan bepaalde dwingende eisen van supranationaal recht. Je moet hierbij
denken aan:
a) Europese Unie, waarvan het communautaire deel organen heeft die een supranationale
competentie hebben en daarvan ook gebruik maken op een wijze die de strafrechtspleging in
de lidstaten direct beïnvloedt. Met de totstandkoming van het Verdrag van Lissabon is de
ambitie van de EU op strafrechtelijk terrein vooral het bewerkstelligen en in stand houden van
een effectieve en efficiënte strafrechtelijke samenwerking tussen lidstaten. De harmonisatie
van het materiële/formele strafrecht is daarbij geen doel op zich. Harmonisatie is vooral
functioneel en dienstbaar aan de samenwerking: deze vindt plaats om gezamenlijk
grensoverschrijdende vormen van criminaliteit te bestrijden.
b) De internationale straftribunalen (ICTY en ICTR), spreken recht op basis van hun eigen
uitleg van internationale misdrijven (genocide e.d.). De betrokken rechtspleging is gebaseerd
op een eigen, zelf opgestelde, procesrechtelijke regelingen, die losstaan van de nationale
rechtspleging. De afzonderlijke staten zijn krachtens regelingen van de VN niet alleen
gehouden medewerking te verlenen in het stadium van opsporingsonderzoek, maar moeten
ook de uitkomst van de tribunaalrechtspraak respecteren. Er is in zulke gevallen sprake van
supranationale strafrechtspleging waaraan soevereine Staten moeten meewerken.
c) International Criminal Court (ICC) in Den Haag, dat op 1 juli 2002 in werking is gesteld,
voorziet niet op dezelfde voet als ICTY en ICTR in een volledige handhaving van
internationale normen langs internationale weg, zodat niet gesproken kan worden van
supranationaal recht. Het ICC zal op bijna klassieke verdragsbasis moeten samenwerken met
soevereine Staten. Het ICC heeft geen autonome bevoegdheid tot het op het grondgebied van
vreemde mogendheden verrichten van handelingen van onderzoek en opsporing. Staten
houden de vrijheid zich te committeren aan het ICC-statuut.
5. Toenemende belangstelling voor internationaal strafrecht
De strafrechtspleging internationaliseert snel en bevordert verdere ontwikkeling van ISR als discipline.
De nationale strafrechtspleging begint steeds meer internationale trekken te vertonen.
1) In de eerste plaats wordt dit veroorzaakt doordat criminaliteit letterlijk en figuurlijk
grensoverschrijdender werd. Het internationaal verkeer van personen, zaken, diensten en
kapitaal nam explosief toe. Dit bevordert contacten over de landsgrenzen heen. Hierdoor
zoeken Staten naar middelen om op eigen grondgebied en daarbuiten de criminaliteit het
hoofd te bieden. Intergouvernementele afspraken over samenwerking in concrete strafzaken,
over interterritoriale tactische en operationele politiesamenwerking en over inbeslagneming en
confiscatie van opbrengsten van misdrijven zijn slechts enkele voorbeelden van de middelen
Pagina 4 van 123
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cdp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.19. You're not tied to anything after your purchase.