100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BVJ vwo-4 paragraaf 1.1 t/m 1.6 $5.66   Add to cart

Summary

Samenvatting BVJ vwo-4 paragraaf 1.1 t/m 1.6

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Hierbij een samenvatting van paragraaf 1.1 t/m 1.6 van het boek Biologie voor Jou in vwo-4. Zelf heb ik met deze samenvatting een 7,3 gehaald. Hopelijk hebben jullie er wat aan! xxx Quinty

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1
  • April 3, 2024
  • 11
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
1.1
Leerdoelen:
 Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen dat biologie op veel gebieden een rol
speelt.
 Je kunt het verschil tussen levensloop en levenscyclus beschrijven.
 Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk
hoger organisatieniveau emergente eigenschappen kunnen ontstaan.

Organismen
organismen = zijn levende wezens, zoals planten, dieren, schimmels en bacteriën.
stofwisseling = Met stofwisseling worden alle chemische (scheikundige) reacties in een
organisme bedoeld.
soort = organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare
nakomelingen voortbrengen.
levenscyclus = alle individuen van een soort doorlopen tijdens hun levensloop dezelfde fasen
of stadia

Organisatieniveaus in de biologie
DNA = molecuul dat de erfelijke informatie van een organisme bevat
cel = een grotere biologische eenheid en een hoger organisatieniveau dan een molecuul; alle
organismen bestaan uit een of meer cellen. Cellen bestaan uit organellen.
 prokaryoten = eencellige organismen, geen celkern, DNA los in de cel.
 eukaryoten = bevat celkern, DNA in de celkern
organellen = onderdelen van cel met bepaalde functie
weefsel = en groep van een of meer verschillende celtypen die een gemeenschappelijke
functie hebben
orgaan = deel van een organisme met een
specifieke bouw en functie
orgaanstelsel = aantal organen dat samen
een bepaalde functie uitoefent
1 cellig organismen = bijv. bacterieen
meercellige organismen = bijv. de mens
populatie = groep individuen van dezelfde
soort dat in een bepaald gebied leeft en
zich onderling voortplant. Populaties leven
nooit alleen, maar altijd samen met andere
populaties. Dit kunnen populaties van
dezelfde soort zijn, maar ook van andere
soorten.
levensgemeenschap = alle verschillende
populaties die in een gebied samenleven
ecosysteem = min of meer begrensd
gebied met bepaalde eigenschappen, waarbij zowel de levende als de niet-levende natuur in
dat gebied hoort zoals temperatuur en hoeveelheid zonlicht
systeem aarde = geheel aan ecosystemen op aarde, ook biosfeer genoemd
emergente eigenschap = als er op een hoger organisatieniveau een nieuwe eigenschap
ontstaat die er op het lagere organisatieniveau niet is. Bijvoorbeeld als we van hout, riet en
spijkers een stoel maken (hoger organisatieniveau) dan kan je op het onstane product
ineens lekker zitten. Lekker zitten is een emergente eigenschap.

, 1.2
leerdoelen:
 Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun
kenmerken en functies beschrijven.
 Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een
gezamenlijke functie uitoefenen.
 Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.



Weefsels




1 dekweefsel 2 zenuwweefsel 3 spierweefsel




Dekweefsel
het bekleed en beschermt in en uitwendige lichaamsoppervlakken. In sommige gevallen is
het slijmvlies en het zijn vaak rechthoekig vormige cellen. (BiNaS tabel 80B)

Zenuwweefsel
te vinden in de organen van je zenuwstelsel: hersenen, ruggenmerg en zenuwen. Het
bestaat uit zenuwcellen en gliacellen.
zenuwcellen → geven informatie door waardoor ze een netwerk vormen
gliacellen → voorzien zenuwcellen van voeding

Spierweefsel
bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en zo beweging mogelijk maken (BiNaS tabel
80E)


Tussencelstof en vezels
Tussencelstof
bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof voor,
het soort tussencelstof hangt samen met de functie van het weefsel. De celwand bij planten
is tussencelstof en geeft de cel stevigheid.




Bindweefsel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintyshaniadehaan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79789 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.66
  • (0)
  Add to cart