Goede en uitgebreide samenvatting voor geschiedenis. Historische context 3: Duitsland (). HC 3 samengevat, kenmerkende aspecten uitgewerkt en de hoofdvragen van de paragrafen beantwoord. Handig om te gebruiken voor je eindexamen.
In 1871 ontstond in Europa een nieuwe grootmacht: het Duitse Rijk. De directe
aanleiding hiervan was de overwinning tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870-1871).
Maar er was ook zeker baat bij de grote nationalistische gevoelens onder de
Duitsers. Het eenwordingsproces van de Duitse staten stond onder leiding van
Pruisen, het was dan ook hun koning die tot keizer gekroond werd. Bovendien werd
Otto von Bismarck, een Duitse politicus, de eerste regeringsleider.
De kroning vond plaats in Versailles, het hart van wat ooit de Franse monarchie was
geweest. Dit was symbolisch bedoelt, ze wilde laten zien dat niet Frankrijk maar
Duitsland de sterkste staat op het Europese vasteland was. Het Duitse Rijk was op
verscheidene vlakken sterk:
● Economisch, dankzij de snelle industrialisatie kwamen er veel banen op de
Duitse arbeidsmarkt. Er werden spoorwegen en stoomfabrieken gebouwd.
Duitsland concurreerde met Groot-Brittannië, de machtigste industriestaat van
de wereld.
● Politiek en militair was het Duitse Keizerrijk een grootmacht, hoewel ze grote
buurlanden hadden. Bismarcks politiek was erop gericht het bestaande
machtsevenwicht te handhaven door middel van alliantiepolitiek. Door met
verschillende staten vriendschappen te sluiten, voorkwam hij dat alle
Europese staten tegen het Duitse Rijk zouden samenspannen.
Bij de kroning van keizer Wilhelm 2 (in 1888) en het ontslag van Bismarck (1890)
begon er een nieuw tijdperk waarin Duitsland een belangrijkere plek wilde innemen
op het wereldtoneel. Deze Duitse Weltpolitik was in eerste instantie gericht op het
creëren van overzees rijk, vanwege economische groei die het zou brengen. De
industrie had overzeese grondstoffen nodig, en ze waren nuttig als afzetgebieden.
Ze begonnen aan modern imperialisme. Dit was voor de Duitsers wel lastig, omdat
er nog weinig gebieden beschikbaar waren. Daarom organiseerde ze de Conferentie
van Berlijn om te overleggen hoe de westerse landen Afrika gingen verdelen.
, De Weltpolitik was geen succes, dus ging Duitsland zich richten op het Europese
continent. Met name Oost-Europa.
Het militarisme groeide, dit is terug te zien in onder meer de Vlootwet (van 1898), de
wet maakte een grote groei in oorlogsschepen mogelijk. Alles samen (economische
groei, groeiende militarisme en de Vlootwet) zorgde voor een gespannen klimaat in
Europa waarin grootmachten van bondgenootschappen hun positie probeerde te
versterken.
Rivaliteit in Europa nam toe, doordat:
● machtsverhoudingen veranderen (de machtsgroei Duitsland)
● opkomst nationalisme
● opkomst militaristische ideeën
● totstandkoming van grote bondgenootschappen die elkaar vijandig gezind
waren.
De rivaliteit kwam tot uitbarsting in de Eerste wereldoorlog, 1914. Een totale oorlog
waarin zowel soldaten als burgers betrokken waren. In herfst 1918 leidde de enorme
verliezen aan mensenlevens en middelen tot steeds meer onvrede onder de Duitse
bevolking wat uitliep in een opstand en zelfs een revolutie. Het Duitse Rijk had de
oorlog verloren en op 11 november 1918 werd de wapenstilstand getekend door de
regering van dit nieuwe Duitsland.
De centralen waren onder leiding van Duitsland en de geallieerden waren vooral
Frankrijk, Engeland, Groot-Brittannië en Rusland)
Deelcontext 2 Republiek van Weimar (1919-1933)
Toen op 9 november in Duitsland de republiek werd uitgeroepen was het hele land in
chaos. De oude adellijke en militaire elite besefte dat ze de oorlog verloren hadden,
en lieten het bestuur uit hun handen vallen. De sociaaldemocraten namen het
bestuur over, maar hadden geen regeringservaring. Het keizerrijk was namelijk geen
parlementaire democratie. De keizer bepaalde voorheen de smanestelling van de
regering, hierdoor had de conservatieve elite altijd veelmacht gehad. Met de nieuwe
grondwet (1919) veranderde dat. In de Republiek van Weimar bepaalde de Rijksdag
voortaan wie het land regeerde, en niet het staatshoofd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JMadelieve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.42. You're not tied to anything after your purchase.