globalisering/ mondialisering: is het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en
samenlevingen toeneemt. Dat zie je bv aan de toename van de gemiddelde afstand
waarover goederen, mensen en kapitaal zich verplaatsen.
Door de toenemende vervlechtng wordt de wereld een global village genoemd. de relateve
afstand krimpt door de snelle daling van reis- en vervoerstjden en de kosten daarvan die
afnemen. We spreken van tijd-ruimtecompressie: tjd en ruimte worden als het ware in
elkaar gedrukt. Dit komt door 3 processen:
1. ligging verandert: de absolute ligging (de ligging in coördinaten) verandert niet, de
relatieve ligging (de ligging ten opzichte van andere landen, afstand uitgedrukt in
tjd, geld en moeite) kan wel veranderen. De relatieve ligging kan steeds sneller
veranderen. Beslissend hiervoor zijn:
de posite van een gebied ten opzichte van economische belangrijke centra.
Denk aan wereldhaven
de ligging ten opzichte van een belangrijke vervoersas. Voor bedrijven is het
belangrijk dat ze hun producten snel over een groot gebied kunnen
vervoeren. Het liefst met daarin een mainport (luchthaven, haven)
2. afstand krimpt: informate, geldstromen en ideeën zijn in een fits over de wereld.
Dat geld niet voor goederenstromen. Het vervoer wordt goedkoper en gaat sneller;
de relateve afstand daalt, maar toch gaat de klassieke geografsche regel van
afstandsverval nog steeds op. Hiermee bedoelen we dat naarmate de afstand
vergroot de interacte afneemt. De remmende factor zijn de vervoerskosten en de
absolute afstand.
3. Grenzen vervagen: multnatonals trekken zich steeds minder van grenzen aan. Dat
geld ook voor de uitwisseling van informate, cultuur, ideeën, normen en waarden.
1.2 transport
een van de belangrijkste motoren achter globalisering is transportechnologie; technische
voorzieningen die samenhangen met het vervoer van goederen en mensen. Het
goederentransport heef drie ontwikkelingen doorgemaakt:
1. reis- en vervoerstjden zijn gedaald
2. transport is goedkoper door de groei van het aantal schepen en vliegtuigen
3. de infrastructuur rond transport is verbeterd
, volgens de interactietheorie; theorie die ervan uitgaat dat uitwisseling van goederen,
mensen of ideeën tussen gebieden alleen tot stand komt wanneer er drie basisvoorwaarden
is:
1. complementariteit: het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere
gebied vraag naar is.
2. Transporteerbaarheid: de goederen moeten tegen een redelijke prijs en binnen een
redelijke tjd van het ene gebied naar het andere vervoerd kunnen worden.
3. Geen tussenliggende gebieden
Goederen van het ene gebied naar het andere gebied vervoeren kan in de loop van de tjd
veranderen door:
Het verbeteren van infrastructuur van een gebied waardoor de bereikbaarheid
toeneemt.
Het verdwijnen van politeke barrières tussen gebieden
Innovates op transportgebied. Denk aan arbeidsintensieve producten in
lageloonlanden, landbouwproducten in gebieden die daar klimatologisch het meest
geschikt daarvoor zijn. Ook standaardmaten van containers is handig. Welke havens
dezelfde maten containers hebben zijn met elkaar verbonden mainports die tot
belangrijke knooppunten in het transportnetwerk zijn gevormd.
1.3 De eeuw van de informate
De communicatie-en informatietechnologie – alle technieken die het mogelijk maken
informate van het ene punt naar het andere punt te verspreiden, gaat erg snel. De volgende
factoren beïnvloeden de richtng en intensiteit van de internatonale communicate:
1. Economische factoren: internatonale informate-uitwisseling vindt nu nog vooral
plaats tussen de centrumlanden. Want zij beschikken over de beste
informatetechnologie. Bedrijven kunnen door de snelle verbindingen oop bestelling’
en ojust in tme’ leveren.
2. Geografsche factoren: ook bij bellen geld de regel afstandsverval. Hoe groter de
afstand des te minder contact
3. Culturele factoren: tussen landen die sterk verschillen in taal en cultuur is de
informate-uitwisseling veel minder dan landen die sterk op elkaar lijken.
De informatetechnologie is het diepst doorgedrongen in de internatonale fnanciën markt.
Er fitst miljarden dollar ongeremd over de wereld. Dit kan gaan om:
Investering- en handelskapitaal
Kapitaal van partculieren en bedrijven opzoek naar plaatsen waar het rendement het
hoogst is en de belastngdruk laag.
Flitskapitaal; enorme geldstromen die samenhangen met de speculate in
valutakoersen
Er is een toename van kapitaal stromen tussen de BRIC-landen. Door ruimtelijke spreiding is
zakendoen een 24 uur business geworden. Moderne informatetechnologie kan je zien als
een overwinning op grens afstand en tjd; mondiale netwerken zijn het resultaat.
Onliners en nonliners is dezelfde grens als arm en rijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annesalome2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.