Samenvatting van het vak Statistiek op de opleiding Bedrijfskunde van Fontys Hogeschool te Eindhoven. Bevat de hoofdstukken 1, 2, 3, 5, 6, 8, 10 en 11.
H1, h2, h3, h5, h6, h8, h10 en h11
December 28, 2018
15
2018/2019
Summary
Subjects
statistiek
bedrijfskunde
management
economie
recht
hoofdstuk 1
hoofdstuk 2
hoofdstuk 3
hoofdstuk 5
hoofdstuk 6
hoofdstuk 8
hoofdstuk 10
hoofdstuk 11
arie buijs
statistie
fontys hogeschool
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
Bedrijfskunde MER
Statistiek
All documents for this subject (4)
6
reviews
By: hamzalargo • 4 year ago
By: lucahendriks1995 • 4 year ago
By: LotteLemmensUVT • 5 year ago
By: barişdemirel • 4 year ago
By: meganmajk • 5 year ago
By: hassin • 5 year ago
Seller
Follow
annevandentillaar
Reviews received
Content preview
Samenvatting Statistiek
(Buijs, 2014)
Inleiding in de statistiek
Waarheden zijn aantoonbaar juist (roken is slecht voor de gezondheid). Onwaarheden zijn aantoonbaar onjuist (de Maas
is een kanaal). Onzin is geen van beide (de aarde vergaat in december 2015). Kenmerken van onzin:
Meningen i.p.v. feiten: meningen zijn nooit onwaar: “ik geloof dat..”.
Generaliserend: “iedereen houdt van…”.
Clichés: “op ieder potje past een dekseltje”.
Voorspellingen: “ooit zal je me dankbaar zijn”.
Logische inconsistentie “als mijn hond Piet heet, gaat het morgen regenen”.
Onzin is overal
Sociale functie: bijv. cafépraat of roddel.
Retorische functie: overtuigingskracht is belangrijker dan (on)juistheid.
Mysticisme: geloof, astrologie, occultisme.
Absurdisme: bijv. humor of kunst.
Gemakzucht/slordigheid: bijv. slecht onderzoek.
Doel van onderzoek
1. Goede beslissingen nemen op basis van feiten
2. Ideeën/oplossingen opdoen
3. Ontwikkelingen volgen
4. Een organisatie profileren (marketing/verandermanagement)
Onderzoek is het objectief of systematisch informatie verzamelen over bepaalde (relevante) aspecten met het doel
inzicht te krijgen en juiste beslissingen te nemen.
Paragnosten maken vaak gebruik van zogenaamde cold reading en hot reading technieken:
Hot reading betekent dat de ziener vooraf onderzoek doet (bijv. op internet) naar de achtergrond van zijn
onderwerp/proefpersoon. Tijdens de sessie presenteert de ziener de opgezochte informatie zodanig dat het lijkt
alsof hij/zij deze middels bovennatuurlijke krachten heeft verkregen.
Cold reading is geraffineerder. De ziener beschikt niet over achtergrondinformatie, maar maakt gebruik van
statische en psychologische technieken om zijn onderwerp (proefpersoon) te doorgronden. Statische gegevens
worden gebruikt om te komen tot zo universeel mogelijke uitspraken. Psychologische kennis wordt gebruikt om
te verifiëren of de uitspraken een emotie oproepen bij de proefpersoon. Wanneer dit het geval is, weet de
performer dat hij/zij beet heeft. Proefpersoon en toeschouwers
ervaren de performance als authentiek.
Voorbeeld inductief: in een park wordt de kleur van
afzonderlijke eenden bekeken. De eerste eend in het
Inductieve logica: op basis van (enkele) waarnemingen een uitspraak
park is bruin. De tweede eend in het park is bruin …. De
over de hele populatie doen. Het is waar totdat er een afwijkende
laatst waargenomen eend in het park is bruin. De
waarneming wordt gedaan (falsificatie).
conclusie luidt: Alle eenden in het park zijn bruin. Een
inductieve uitspraak kan worden weerlegt als er een
Deductieve logica: argumentatie-of bewijstechniek. Bewijs bestaat uit
‘niet’ bruine eend wordt waargenomen.
een redenering waarvoor geldt dat de conclusie logisch onontkoombaar
volgt uit de aannames (premissen). Een deductieve gevolgtrekking kan
worden aangevochten door aan te tonen dat de conclusie niet logisch Voorbeeld deductief: toepassing van een algemene
voortvloeit uit de premissen: de conclusie is dan niet geldig. regel op een specifieke situatie. De algemene regel luid
als het regent, wordt alles wat buiten is nat. Verder is
Steekproef: kwantitatief onderzoek meestal gebaseerd op steekproef: dit bekend: het regent en de auto staat buiten. De logisch
betekent dat niet iedereen die tot de onderzoeksdoelgroep (populatie) onontkoombare conclusie luidt: de auto wordt nat.
behoort bevraagd wordt. Populatie is een verzameling elementen die
1
, tezamen de doelgroep vormen waarover je door een steekproef een uitspraak wilt doen (=inductie). Een steekproef is
representatief als ieder element van de populatie evenveel kans maakt in de steekproef terecht te komen.
Steekproefonderzoek kent twee voorwaarden: het moet valide (meet wat je wilt weten) en betrouwbaar (bij
herhaaldelijk onderzoek dezelfde uitkomsten) zijn. Bij validiteit spelen een aantal punten een belangrijke rol: de
steekproef, de non-respons, het gedrag van de respondent, de enquête zelf en de techniek.
Steekproefkader: een lijst of bestand met een weergave van alle elementen van de onderzoekspopulatie.
Kaderfouten: fouten in het steekproefkader; niet actueel, niet compleet of overcompleet.
Onderdekking: je steekproefkader bevat niet 100% van de populatie, maar slechts 85%.
Overdekking: je steekproefkader bevat ook elementen die niet in de populatie thuishoren, 115%.
Representativiteit: indien steekproef een goede dwarsdoorsnede is van de hele populatie. Met andere woorden dient
iedereen van de populatie evenveel kans te hebben in de steekproef terecht te komen. Een toevalsfout kan optreden,
naarmate de steekproef groter is wordt deze afwijking steeds geringer. Een systematische fout, is een groter probleem.
Steekproefbeoordeling: vergelijk de verdeling van de steekproef overeenkomt met de steekproefverdeling van de groep
zoals deze bekend is van deze populatie. Indien significante afwijking, dan kun je de weging van de gemeten data
aanpassen, overeenkomstig de juiste samenstelling van de populatie. Ter beoordeling van de steekproef bestaat er een
‘gouden standaard’, welke tevens voor de aanpassing van de weging gebruikt kan worden.
Paradox van Simpsons: mogelijke afwijkende trend bij onevenredige vergelijkingen. Ziekenhuis + - Totaal
Gegeven operatiegegevens van twee ziekenhuizen: AZ = academisch ziekenhuis PZ = AZ 2110 90 2200
provinciaal ziekenhuis. Resultaten + = succesvolle behandeling - = slechte afloop. PZ 677 23 700
Welk ziekenhuis doet het beter? AZ = 2110/2200 = 0,959. PZ = 677/700 = 0,967. Totaal 2787 113 2900
Bekend is dat AZ meer zware operaties heeft dan PZ. De fracties succes bedragen voor de lichte operaties AZ = 0,9786.
PZ = 0,9733. De fracties succes bedragen voor de zware operaties AZ = 0,95. PZ = 0,93. Voor zowel de lichte als de zware
operaties scoort AZ beter, maar als totaal niet. Dat klinkt paradoxaal. De verklaring moet gezocht worden in de
verhouding zware en lichte operaties. De fracties zware operaties bedragen voor AZ = 0,68. PZ = 0,14. Dus:
AZ = (68% x 0,95) + (32% x 0,9786) = 0,959
PZ = (14% x 0,93) + (86% x 0,9733) = 0,967
Een correlatie betekend dat er een mogelijk verband is. Bij een causaal verband is er een oorzaak-gevolg verband.
Manipuleren met statistieken
Het is ongelofelijk hoeveel trucs bedrijven, wetenschappers en overheden tot hun beschikking
hebben om statistieken te manipuleren. Tien trucs: weet hoe anderen je proberen te manipuleren of
gebruik ze om zelf data te manipuleren, persberichten te vervalsen en de wereld op te lichten.
1. Verberg de grafiek: stel u verkoop televisies. De eerste grafiek laat zien dat het ooit erg goed
ging met de televisieverkoop, dat de verkoop daarna kelderde en nu weer een beetje opkrabbelt. Wilt u scoren?
Dan moet u het gedeelte voor de stijging weggooien. Wat u overhoudt is alleen de stijgende lijn.
2. Appels met peren vergelijken: twee ziekenhuizen –laten we ze het Appel Ziekenhuis en het Peer Ziekenhuis
noemen –worden getest door een onderzoek panel. Wat blijkt: in het Appel Ziekenhuis sterft 6% van alle
patiënten, terwijl in het Peer Ziekenhuis 12% van alle patiënten overlijdt. Het Appel Ziekenhuis pakt uit en
publiceert een positief persbericht. Maar wat blijkt: het Appel Ziekenhuis is een regionaal ziekenhuis, terwijl het
Peer Ziekenhuis een landelijk ziekenhuis is. Het Appel Ziekenhuis heeft niet de faciliteiten om terminale
patiënten te helpen en die worden doorgestuurd naar het Peer Ziekenhuis. Het gevolg: het Peer Ziekenhuis
krijgt patiënten die zieker zijn en een grotere kans hebben om te overlijden. Het is dus niet eerlijk om te stellen
dat het Appel Ziekenhuis beter is voor patiënten. Het is simpelweg appels met peren vergelijken.
3. Een kant van de zaak: in de krant staat het volgende bericht: “45 procent van de auto-ongelukken wordt
veroorzaakt door dronken bestuurders”. Hoewel dit natuurlijk heel erg is, staat er niet bij vermeld dat 55% van
de auto-ongelukken veroorzaakt wordt door nuchtere chauffeurs.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annevandentillaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.