In deze samenvatting behandel ik alle belangrijke informatie en jaartallen uit hoofdstuk 1,2,3,4,5,8,9,10 en 13 uit de 'bestuurlijke kaart van de Europese Unie'. Het is een informatieve en beknopte samenvatting, maar alle essentiële onderdelen komen aan bod. Ideaal voor het leren van een tentamen ...
Hoofdstuk 1,2,3,4,5,8,9,10 en 13
April 4, 2024
41
2023/2024
Summary
Subjects
europese politiek
politiek in europa
anna van der vleuten
de bestuurlijke kaart van de europese unie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Journalistiek
Politiek van de Europese Unie
All documents for this subject (3)
1
review
By: degraaffromy • 2 months ago
Seller
Follow
floorhem
Reviews received
Content preview
De bestuurlijke kaart van de Europese
Unie
6e druk 2023
Hoofdstuk 1: Van slagveld tot onderhandelingstafel: de geschiedenis van de Europese
samenwerking
1.1 Strijden tegen de machinaties van het machtsevenwicht (1943-1949)
Logica van het machtsevenwicht -> staten wilden voorkomen dat een enkele staat te
machtig zou worden
Om dit te voorkomen sloten staten constant verdagen, ook wel: allianties
Staten werden geconfronteerd met het veiligheidsdilemma -> als een staat haar veiligheid
vergrootte door bijvoorbeeld extra bewapening, voelden omringende staten zich bedreigd
en voerden ook hun bewapening op
Tot en met de Tweede Wereldoorlog was dit de logica van de Europese politiek
Jean Monnet, een Franse zakenman, wilde dat Europa er alles aan zou doen om de
geschiedenis van oorlogen te voorkomen -> alleen mogelijk door politiek van het
machtsevenwicht en het veiligheidsdilemma te veranderen
Hoe zou dat bereikt moeten worden?
- Democratische landen van Europa moeten supranationale instituties oprichten in
bepaalde economische sectoren om vertrouwen op te bouwen
- De kern van Monnet zijn functionele logica: samenwerken door sectorintegratie
Intergouvernementalisme en supranationalisme:
Intergouvernementalisme betekent ‘tussen regeringen’. De staten hebben de
touwtjes in handen. Regeringen nemen de besluiten en hebben verantwoordelijkheid
voor uitvoering. Elke staat mag veto uitspreken en hoeft zich alleen aan besluit te
houden bij instemming door zichzelf.
Supranationalisme betekent ‘boven het nationale niveau’. De rol van regeringen
wordt beperkt door inbreng van instellingen die niet bij een specifiek land horen,
maar gezamenlijke belangen vertegenwoordigen.
,1.2 Revolutie in de Europese betrekkingen (1950-1954)
De VS spanden zich om een West-Europese eenheid te vormen -> als beschermingsblok
tegen de communistische dreiging vanuit de Sovjet-Unie en andere Oost-Europese landen
- Monnets ideeën over suprationalisme werden door Washington gesteund
Toch bleven samenwerkingen hangen in intergouvernementele vorm
- In 1948 werd het Pact van Brussel gesloten door de Benelux (gericht op verdediging)
Ook de Raad van Europa en de OEES (later OESO) waren intergouvernementeel van aard
- Raad van Europa -> mensenrechten, democratie en rechtstaat beschermen
- OESO -> samenwerkingsverband over economisch beleid
In 1950 lanceerde vanuit Frankrijk het - > Schumanplan
- Een plan voor supranationale samenwerking in West-Europa
- West-Europese staten zouden op het gebied van kolen- en staalproductie
bevoegdheden overdragen aan een orgaan ‘boven’ de deelnemende staten: een
supranationale instelling
Na onderhandelingen werd in 1953 het Verdrag van Parijs ondertekend -> oprichting EGKS
- Het supranationale centrum van de EGKS was de Hoge Autoriteit, met Monnet als
voorzitter
- De Hoge Autoriteit werd gecontroleerd door de Algemene Vergadering
Monnet lanceerde een tweede plan -> Europese Defensie Gemeenschap (EDG)
- Doel: West-Duitsland herbewapenen en toetreding NAVO
- Frankrijk weigerde te ondertekenen dus het plan mislukte
In 1955 werden de Akkoorden van Parijs ondertekend
- NAVO-lidmaatschap en herbewapening BRD werd alsnog geregeld
- In tegenstelling tot de EDG was dit puur intergouvernementeel
Dit was een succes voor bondskanselier Adenaur, omdat hij bezig was met ‘Westbindung’
1.3 De oprichting van de EEG en Euratom
Monnet en Spaak waren overtuigd dat voor sectorintegratie één beleidsterrein geschikt was
voor een tweede supranationale Europese gemeenschap -> kernenergie
- Zij ontwikkelden een plan voor Europese atoomgemeenschap (Euratom)
Jan-Willem Beyen, Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, was geen aanhanger van
sectorintegratie -> Beyen wilde algemene integratie door oprichting van een Europese
gemeenschappelijke markt
- Door oprichting van een douane-unie (gezamenlijk tarief voor import en export naar
niet-lidstaten), vrijehandelszone (geen importheffingen tussen lidstaten) en een
economische en monetaire unie (harmonisatie van monetair en economisch beleid)
,In 1956 presenteerde Spaak het eindrapport -> Spaak-rapport
- Zowel de atoomgemeenschap en de gemeenschappelijke markt werden
onafscheidelijk met elkaar verbonden
1957 -> Verdragen van Rome werden ondertekend
- Oprichting EEG en Euratom
Permanente strijdpunten van het Europese integratieproces
- Methode van integratie (supranationaal of intergouvernementeel)
- Snelheid en omvang van integratie
- Verhoudingen tussen kleine en grote lidstaten
1.4 Verdieping, verbreding en voltooiing van de markt
Jaren 70 -> oprichting Europees Monetair stelsel (EMS)
- Meer samenwerken op financieel gebied
1973 -> EEG breidde zich uit met VK, Ierland en Denemarken
Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde West-Europese landen zich tot welvarende landen
met een verzorgingsstaat. Door Europese integratie werd de sociale bescherming groter,
zonder dat dit negatieve economische gevolgen had
Eind jaren 70 -> er kwam een einde aan de ‘dertig vette jaren’. Verzorgingsstaten kwamen
onder druk te staan en er de werkloosheid nam toe. Er was een lage economische groei en
de inflatie en staatsschulden namen toe.
- Ook liepen West-Europese landen achter op technologisch gebied (VS en Japan)
Britten hadden grote bezwaren tegen -> verdere supranationalisme
1986 -> Europese Akte ondertekend
- Uitbreiding van het EEG-verdrag in 1957
Kern van Europese Akte -> voltooiing interne markt in gang zetten
- Vrije markt van goederen, diensten en personen moest gerealiseerd worden
1989 -> na steeds meer vluchtelingen uit Oost-Duitsland, viel de Berlijnse muur en het
IJzeren Gordijn ging open
- Helmut Kohl wilde zo snel mogelijk Duitse hereniging
1991 -> verdrag van Maastricht
- Gemoderniseerd integratieproces, zodat besluitvorming effectiever en
democratischer werd
, De EEG, Euratom en de EGKS werden de -> Europese Gemeenschap
- Vormde de eerste supranationale pijler
- EG werd later de EU
Wat stond er in het Verdrag van Maastricht?
- EU streeft naar gezamenlijke munt
- Europese Parlement kreeg wetgevende macht
1.5 Kansen en bedreigingen van een andere orde
1997 -> Verdrag van Amsterdam
- Bevatte vereenvoudiging en verbreding van de medebeslissingsprocedure. Het
Parlement kreeg het recht om de voorzitter van de Europese Commissie te
benoemen.
Zweden en VK bleven altijd buiten de EMU -> zorgen over uitbreiding EU werden groter
In 1999 besloot de Raad om toetredingsonderhandelingen te openen met tien Midden- en
Oost-Europese landen, zoals Polen, Hongarije en Litouwen
2000 -> Verdrag van Nice
- Overeenkomsten over aantal zetels in Europees Parlement, aantal commissarissen
per lidstaat en de berekening van de stemverhouding in de besluitvorming
Dit verdrag werd gezien als nederlaag voor de EU
- De onderwerpen op de agenda van de EU bleken te complex om een compromis over
te sluiten door het aantal deelnemers
Er moesten compromissen gesloten worden tussen:
- Supranationale krachten (de Commissie en de pro-integratie lidstaten) en
intergouvernementele krachten (onder leiden van Frankrijk/VK)
- Voorstanders van vierdieping in federalisering (België), voorstanders van verbreiding
(VK) en tegenstanders van deze processen
- Grote en kleine lidstaten
2005 -> Nederlandse en Franse burgers zeiden ‘nee’ in een referenda ter ratificatie van het
Grondwettelijke Verdrag
De Europese Grondwet werd omgezet in 2007 in een minder ‘streng verdrag -> Verdrag van
Lissabon
- Europese symbolen, vlag en het volkslied werden geschrapt
Het subsidiariteitsbeginsel kreeg een prominentere plek
- Beslissingen op een zo laag mogelijk niveau, om zo dicht mogelijk bij de burger te
blijven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorhem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.66. You're not tied to anything after your purchase.