Geletterdheid is het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken.
Het leren lezen in groep 3 wordt ook wel aanvankelijk lezen genoemd, daarna gaat een kind
voortgezet lezen. Met voortgezet technisch lezen wordt bedoeld dat je de tekst kunt
decoderen; het gaat om vlot en nauwkeurig lezen. Een andere vorm van voortgezet lezen is het
begrijpend lezen. Bij taalbeschouwing gaat het om reflecteren op taal. Een onderdeel hiervan
is de traditionele grammatica: zinnen ontleden.
Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid
Theorieën over taalverwerving
1. Behaviorisme: kinderen leren taal door imitatie.
2. Creatieve constructietheorie (mentalisme): kinderen beschikken over een aangeboren
taalvermogen.
3. Interactionele benadering: het belang van het aangeboren taalleervermogen in
combinatie met het taalaanbod van de omgeving en de interactie.
Taalverwervingsproces:
1. Prelinguale periode (0 tot 1 jaar):
- Vocaliseren: klinkers produceren
- Vocaal spel: gevarieerde klanken en medeklinkers produceren
- Brabbelen: klankgroepen herhalen
2. De linguale periode (1 tot 9 jaar):
2.1. Vroeglinguale periode (1 tot 2,5 jaar):
- Eenwoordzin: kind is in staat om met één woord een mededeling te doen
- Tweewoordzin: kind kan met behulp van taal relaties aangeven met twee woorden
- Meerwoordzin: kind maakt zinnen van meerdere woorden
2.2. Differentiatiefase (2,5 tot 5 jaar):
- Kinderen leren dat woorden van vorm kunnen veranderen en dat dit iets betekent
- Kinderen ontdekken regelmatigheden in de taal → overgeneralisatie: kinderen
passen onterecht bepaalde taalregels toe
2.3. Voltooiingsfase (5 tot 9 jaar):
- Processen uit de vorige fases worden verder uitgebouwd
, Tweedetaalverwerving:
Simultane tweetaligheid: twee talen tegelijkertijd leren.
Successieve tweetaligheid: tweede taal na eerste taal leren. Hierbij maakt kind gebruik van de
eerste taal voor het leren van de tweede, waarbij soms interferentiefouten (fouten door de
verschillen in de taal) voorkomen).
Een luisterstrategie is een manier van luisteren die iemand hanteert om een luisterdoel te
bereiken. Er zijn vier verschillende strategieën:
1. Globaal luisteren: begrijpen van de informatie.
2. Intensief luisteren: details in je opnemen.
3. Kritisch luisteren: tijdens luisteren een mening vormen.
4. Gericht luisteren: selecteren wat je wilt weten.
Gesprekssoorten:
Monoloog, dialoog en groepsgesprek.
Hoofdstuk 4: Woordenschat
Het mentaal lexicon is het woordgeheugen.
Identiteiten van een woord:
1. Akoestische identiteit: klank
2. Articulatorische identiteit: uitspraak
3. Fonologische identiteit: akoestische en articulatorische identiteit samen
4. Morfologische identiteit: opbouw
5. Semantische identiteit: betekenis
6. Syntactische identiteit: mogelijke combinaties met andere woorden
7. Orthografische identiteit: spelling
Concrete betekenis: iets wat je concreet kunt aanwijzen of ervaren.
Stoel = het kinderzitje in de woonkamer.
Abstracte betekenis: het idee of concept dat iemand heeft (zoals in woordenboek).
Stoel = kinderstoel, bureaustoel, eetkamerstoel: heeft een zitvlak en rugleuning.
Contextuele betekenis: betekenis duidelijk maken door het in een context te plaatsen.
Stoel = een meubel, kan erop zitten, aan tafel, stoelendans mee doen.
Diepe woordkennis: kinderen breiden woordenschat uit door de betekenis van de woorden
verder uit te diepen (een bureaustoel en een eetkamerstoel zijn ook stoelen).
Productieve woordenschat: actieve woordenschat, woorden die een kind produceert.
Receptieve woordenschat: passieve woordenschat, woorden die een kind begrijpt.
Principes voor woordenschatverwerving:
1. Labelen: woord koppelen aan een voorwerp of gebeurtenis.
2. Categoriseren: een woord onderbrengen in een categorie.
3. Netwerkopbouw: betekenissen aan een woord koppelen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinepeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.