In dit bestand heb ik alle toetstermen van de examenmatrijs uitgewerkt en uitgelegd. Hierbij heb ik ook de desbetreffende wetsartikelen dikgedrukt en in rood gearceerd, zodat je deze nog eens kan nakijken en/of markeren in je wettenbundel! Ik heb een 6,5 gehaald :)
JAD
1.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of Goederenrecht = dit recht behandelt de rechten met
deze behoort tot het goederenrecht of het betrekking tot goederen of zaken, zoals eigendom, bezit en
verbintenissenrecht. beperkte rechten op goederen (bijv. hypotheek,
erfdienstbaarheid).
> Heeft betrekking op de verhouding tussen een persoon en
een goed. (Absolute rechten)
Verbintenissenrecht = dit recht regelt de verplichtingen die
individuen hebben ten opzichte van elkaar. Zoals contractuele
verplichtingen, onrechtmatige daad en andere bronnen van
verplichtingen.
> Heeft betrekking op de verhouding tussen personen.
(Relatieve rechten)
1.2 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of Absoluut recht: dit zijn rechten die iemand heeft over een
er sprake is van een absoluut of relatief recht. goed en die hij tegenover iedereen geldend kan maken.
Voorbeeld: het eigendomsrecht, de eigenaar kan handhaven
ten opzichte van iedereen die dat recht zou willen aantasten.
De absolute rechten zijn:
- Eigendomsrecht
- Erfdienstbaarheid
- Erfpacht
- Recht van opstal
- Vruchtgebruik
- Appartementsrecht
- Pandrecht
- Hypotheekrecht
> Rechten die men kan handhaven ten opzichte van
iedereen.
Relatief recht: dit zijn rechten die de juridische relatie
tussen personen beschrijven met betrekking tot vermogen.
Het gaat over welke rechten de ene persoon ten opzichte van
de ander heeft. Voorbeeld: de huurder heeft de plicht om de
huur te betalen, dus de verhuurder heeft een relatief recht
ten opzichte van de huurder. De verhuurder kan alleen de
, betaling van de huurder eisen.
> Rechten die men kan handhaven ten opzichte van één of
meer bepaalde personen.
1.3 De kandidaat onderbouwt voor een situatie van Een zaak: dit is een onderdeel van het goederen begrip uit
welk soort goed(eren) er sprake is (een zaak, art. 3:1 BW. Zaken zijn alle voor de menselijke beheersing
een vermogensrecht, een registergoed, een vatbare stoffelijke objecten.
niet-registergoed, een roerende zaak, een
onroerende zaak). Vermogensrecht: het eigendomsrecht is een vermogensrecht,
omdat het een recht is dat op geld waardeerbaar is. In art
3:6 BW staat een omschrijving en daar staan wat kenmerken
bij.
1. Het verschaft stoffelijk voordeel;
2. Het is overdraagbaar;
3. Het is gekregen in ruil voor een stoffelijk voordeel.
Registergoed: deze dienen te worden ingeschreven in de
daartoe bestemde openbare registers. Art. 3:10 BW geeft 3
vereisten waaraan moet zijn voldoen om te kunnen spreken
van een registergoed
1. Het bestaan van een openbaar register voor deze soorten
goederen
2. Het register moet bestemd zijn om daarin (mede) de
vestiging en de overdracht van deze goederen te publiceren
3. De vestiging of de overdracht van deze goederen moet
alleen door de inschrijving in deze openbare registers tot
stand kunnen komen.
Een niet-registergoed: overige goederen
Roerende zaak: de roerende zaak is een zaak die niet
vastzit in de grond of met een onroerende zaak (zoals een
woning of ander bouwwerk) is verbonden. Art. 3:3 lid 2 BW.
Niet roerende zaken: onder onroerende zaken vallen de
spullen die niet weggehaald kunnen worden zonder de
woning of het perceel te beschadigen. Ze zijn met de grond
verenigd. Art 3:3 lid 1 BW.
, 1.4 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of Eigendom: het meest omvattende recht dat een persoon kan
er sprake is van houderschap, eigendom en/of hebben.
bezit. De bevoegdheden van een eigenaar zijn:
- Gebruik van de zaak; mag de zaak vrij gebruiken, maar
moet zich wel aan de wet houden. Denk aan de helmplicht als
de eigenaar op zijn brommer rijdt, de milieuregels en de
voorrangsregels in het verkeer
- Vruchten nemen; de eigenaar mag de opbrengsten van de
zaak nemen. Denk bij vruchten aan de huursom van een huis
of de appels van een boomgaard.
- Vervreemden; de eigenaar mag zijn eigendomsrecht
overdragen aan een ander. Vervreemden gebeurt meestal
nadat de eigenaar de zaak heeft verkocht.
- Bezwaren; de eigenaar van een zaak mag daar een beperkt
absoluut recht op vestigen. Denk aan een eigenaar die zijn
horloge in pand geeft voor een geldlening.
- Revindicatie; soms raakt de eigenaar zijn zaak kwijt,
bijvoorbeeld door diefstal. Natuurlijk heeft de eigenaar dan
het recht om de zaak in eigendom terug te eisen. Met een
juridisch woord noemen we dat revindicatie.
Het betekent dus dat de eigenaar zijn eigendom terug eist.
Art. 5:1 BW en 5:2 BW
Bezit: iemand heeft de macht over een zaak én hij gedraagt
zich als eigenaar. Bezit is géén recht op een zaak, het is een
situatie van macht en eigenaarsgedrag. Toch heeft de bezitter
wel bepaalde rechten:
- Bewijs; iemand die het bezit heeft van een zaak, hoeft zijn
recht niet te bewijzen. De wet gaat ervan uit dat iemand die
de feitelijke macht heeft, verondersteld bezitter te zijn. Art.
3:109 BW.
Iemand die beweert dat een bezitter geen eigenaar is, moet
dat zelf bewijzen > Art. 3:119 BW.
- Bescherming van bezit; de wet beschermt de bezitter. Hij
heeft het recht om p te treden tegen schending van zijn bezit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alysax. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.12. You're not tied to anything after your purchase.