Hi, thanks for your feedback! What could I improve about my summary that would give you 4 stars, for example?
Seller
Follow
femkeveenstra
Reviews received
Content preview
Samenvatting pedagogiek en psychologie 1.4
Opvoedondersteuning = ondersteuning aan ouders, gericht op het herkennen en verhelpen van
problemen bij het kind of in het opvoedsysteem
- Tegenwoordig voornamelijk evidence-based (op bewijs gebaseerd, onderzoek) en gericht op
individu
- Opvoedboeken: weerspiegeling vd heersende norm, maar realiteit was vaak anders (ouders
wel beïnvloed door norm)
Kennis over de geschiedenis van opvoeden -> huidige adviezen in perspectief kunnen plaatsen
Opvoedingsadviezen 1600-2000
- Weinig bewaard gebleven over vroeger, informatie over periode na middeleeuwen is
gekleurd
- In late middeleeuwen: genegenheid, bewust opvoeden
1. De Gouden Eeuw (1600-1700)
Opvoeddoel = opvoeden tot vrome en deugdzame burgers, bevorderen vd economie
Eerlijkheid, bescheidenheid, hulpvaardigheid
Religie als voornaamste uitgangspunt
Klassieke rolverdeling ouders (vaders waren opvoeder, moeders waren huismoeders,
maar gingen wel met vaders in discussie)
Belang goede opvoeding werd benadrukt -> wanneer dit niet gebeurde, werd de
schuld bij ouder gelegd
Kinderen kort naar school -> opvoeding gebeurde ook door werkgevers (vanaf ong 12
jaar)
Economische welvaart, kinderarbeid
2. Verlichting (1700-1800)
Opvoeddoel = harde werkers en brave burgers grootbrengen
Door economisch verval en politieke onrust -> grote nadruk op creëren van “brave
burgers”
Verlichtingsdenken = minder nadruk op religie, maar op kennis (wetenschap) en
vooruitgang (kinderen leren voor zichzelf na te denken)
Volksopvoeding = niet alleen kinderen, maar het hele volk moest worden opgevoed
(beschaafd worden gemaakt)
Verschuiving hoofdrol van vader naar moeder (vrouwen hebben “natuurlijke” aanleg
voor opvoeden (Betje Wolff))
Belang van gehoorzaamheid (normen en waarden vd maatschappij)
1
,3. 1800-1850
Opvoeddoel = onzelfzuchtigheid: belang van maatschappij gaat voor het eigen belang
(collectivisme), orde en plichtsbesef
Veel gezinnen leefden onder armoedegrens
Veel ziekte, slechte hygiëne
Kinderarbeid nodig; werd ook gezien als deel van een goede opvoeding (orde en
plichtsbesef bij kind, van de straat houden)
4. Industriële revolutie (1850-1900)
Opvoeddoel = eerlijke, ijverige burgers die goed bruikbaar waren voor de
samenleving (zedelijkheid)
Meer economische vooruitgang door machines
Meer geld (welvaart) en tijd -> kritiek op kinderarbeid -> scholing werd belangrijker
Kritiek op ontstane materialisme -> mocht niet in opvoeding terugkomen (kinderen
zouden geen harde werkers of deugdzame burgers worden)
Grotere belangstelling voor onderbouwde opvoedadviezen (niet meer alleen
adviezen van kerk of buurvrouw, maar mening van artsen of leerkrachten werd
meegenomen)
Verzuiling (verschillende groepen) -> “versplintering” in opvoedadviezen, maar
kwamen grotendeels overeen
5. 1900-1950 (20e eeuw)
Opvoeddoel = vorming van een deugdzaam karakter, gehoorzaamheid
Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid tot opvoeden
Opkomst wetenschap -> minder vertrouwen in alledaags opvoeden en ouders;
opvoeden als kunst en specialisme
Meer overheidsingrijpen en nieuwe wetten
o 1874: Kinderwetje van Van Houten (<10 geen fabriekswerk)
o 1901: Leerplichtwet (6-12 jaar)
Gezagsontheffing en voogdijmaatregelen
Bij strafbare feiten door kinderen -> rijksopvoedingsgesticht of tuchtschool (kinderen
heropvoeden)
Goede vertrouwensband ouder en kind -> gehoorzaam kind
Ongehoorzaam kind = slechte opvoeding
Emotionalisering = innerlijke belevingswereld van het kind werd steeds belangrijker
Emotionele disbalans -> oorzaak van allerlei problemen
Psychologisering van opvoedadviezen -> nog groter belang van opvoeddeskundigen
Veel druk op ouders om het goed te doen
6. Na WOII (1950-1970)
Opvoeddoel = (nog steeds) onzelfzuchtige burgers ten behoeve van het herstellen en
functioneren vd maatschappij
Opvoeding had geleden onder de bezetting -> grote zorgen
Uiteengevallen gezinnen, liegen, stelen, tegen het gezag ingaan waren de norm
Gezinnen als hoeksteen vd te herstellen samenleving -> hoge druk op ouders en een
veelheid aan opvoedadviezen
Tegengas: Benjamin Spock (1950)
2
, o Boek: Baby- en kinderverzorging- en opvoeding
o Onbezorgde tegenhanger vd rigide en strenge opvoedadviezen -> ga af op je
eigen gevoel (verademing voor ouders)
o Doel vd opvoeding is niet een goede burger, maar een gelukkig mens
7. 1970-heden
Opvoeddoel = stimuleren van eigen ontwikkeling, individuele ontplooiing, ‘het ver
schoppen’
Ontzuiling -> minder nadruk op de groep, meer op individu
Anticonceptiepil -> kinderen krijgen werd meer een keuze
Economische welvaart
Wetenschappelijke kennis bleef belangrijk, maar werd genuanceerder en minder
heftige verantwoordelijkheid bij ouders
Ouders beslissen zelf hoe zij opvoeden (bijdragen aan maatschappij is niet langer het
grootste doel)
Stimuleren vd individuele ontwikkeling van het kind: niet meedraaien, maar het ver
schoppen in de maatschappij
Erkenning van opvoeden als vermoeiend proces
Opvoedingsondersteuning = gericht op het verbeteren vd opvoedingssituatie van kinderen (wanneer
ouders er niet meer zelf uitkomen)
Doelen:
- Voorkomen van problemen in de opvoeding of ontwikkeling (door informatie te geven,
problemen te signaleren)
- Helpen oplossen van zorgen en problemen bij het opgroeien (via adviesgesprek, praktische
hulp)
- Versterken vd pedagogische competenties en vaardigheden (via ouderbijeenkomsten,
cursussen)
Hoe:
- Informatie en voorlichting over ontwikkeling en opvoeding van kinderen (folders,
themabijeenkomsten, oudercursussen)
- Bevorderen van sociale steun en zelfhulp mbt omgaan met kinderen en opvoeding
(activiteiten, lotgenotengroepen -> laagdrempelig)
- Vroegtijdige signalering en verwijzing
- Pedagogische advisering, begeleiding, training
Voor 2007: verschillende ministeries voor jeugd -> 2007-2010 één ministerie voor jeugd: Ministerie
Jeugd & Gezin -> sinds 2015: transitie vd Jeugdhulp (niet de overheid, maar de gemeente voert het
uit/heeft de verantwoordelijkheid)
Wetten in het werkveld jeugd:
1. Wet collectieve preventie volksgezondheid (2002)
Gericht op waarborgen en bevorderen van gezondheid van burgers en voorkomen
van problemen met gezondheid van burgers
Deelterreinen (-> gezond houden van kinderen):
o Collectieve preventie (voorlichtingscampagnes (bv over vaccinaties))
o Jeugdgezondheidszorg (gemeente, uitvoering GGD)
o Infectieziekte bestrijding (GGD doet onderzoek naar uitbraak (bv corona))
2. Wet kinderopvang (2005)
Doel = combineren werk en zorg voor kinderen
Financiering (toeslagen) en kwaliteitseisen (gemeente verantwoordelijk voor
kwaliteit -> GGD inspectie)
Wet IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (2018)) -> regels over hoeveel PM’ers
bij hoeveel kinderen, voorschriften voor hygiëne, aantal kinderen, welke diploma’s
nodig zijn, etc.
3. Wet passend onderwijs (2014)
Uitgangspunt = alle kinderen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun
kwaliteiten en mogelijkheden (-> aantal thuiszitters terugtrekken)
Scholen hebben zorgplicht en werken in samenwerkingsverbanden
Probleem bij kind: wordt eerst naar de huidige school gekeken, anders in het
samenwerkingsverband met andere scholen, of kind wordt doorverwezen naar
speciaal onderwijs als school alles geprobeerd heeft
Ouders moeten erbij betrokken worden
4. Participatiewet (2015)
Uitgangspunt = iedereen die kan werken, moet ook werk krijgen
Ondersteuning en middelen vanuit gemeente
Geldt ook voor jongeren (-> zelf werken zorgt voor beter zelfbeeld)
5. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO, 2015)
Voor alle mensen die niet automatisch mee kunnen komen in de maatschappij
Gemeente is verantwoordelijk (mensen met psychosociale problematiek, chronische
psychische/psychiatrische problemen en mensen met verstandelijke/lichamelijke
beperkingen)
Doel = bevorderen van sociale samenhang, ondersteunen zelfredzaamheid en
participatie, bieden van opvang
Eerste stap: wat zijn de mogelijkheden in eigen netwerk? (eigen kracht)
Anders: wat is er in de wijk mogelijk? (met beetje hulp)
Als dat niet werkt: hulp vanuit gemeente aangeboden (keukentafelgesprek voeren)
6. Jeugdwet (2015)
Samenvatting van alle voorgaande wetten
Gemeenten hebben regie over jeugdhulp (ipv overheid) -> efficiënter, eenvoudiger,
goedkoper, beter maatwerk
Vijf doelen:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkeveenstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.