Uit deze lijst komen inhoudelijk de hoofdvragen van het mondeling examen. Er kunnen ook delen uit
deze vragen gevraagd worden, of vragen kunnen gecombineerd worden. Naast de hoofdvragen zijn er
eveneens enkele kleine vragen mogelijk die niet uit de onderstaande lijst komen. Dit zijn vragen uit de
cursus of betreffende zaken extra toegelicht tijdens de les. De oefeningen die tijdens de les opgelost
werden of opgegeven werden dienen eveneens gekend te zijn.
Hoofdstuk 1: Grondstoffen
• Bespreek met betrekking tot granulaten de volgende onderwerpen:
o herkomst en type
̶ natuurlijke granulaten
o rechtstreeks in de natuur gevonden (zand, grind)
o breken van natuurlijke gesteenten (steenslag)
o vindplaats: berggrind, zeegrind, riviergrind
- kunstmatige granulaten
o minerale oorsprong
o uit industriële processen (hoogovenslakken, gebakken kleikorrels)
o gerecycleerde granulaten (puingranulaten)
-grove granulaten
natuurlijke
1. grind afkomstig van ontginningen in en naast rivieren
2. grind afkomstig uit de zee
3. ingevoerd grind uit Nederland (Maasgrind) en Duitsland (Rijngrind)
4. kalksteenslag uit groeves van het Waals gewest
5. harde zandsteen
6. porfiersteenslag van Lessines en Quenast (Henegouwen)
7. graniet uit Schotland en Noorwegen
kunstmatige
puingranulaten (betonpuin, metselwerkpuin, mengpuin, asfaltpuin)
metaalslakken als bijproduct van de metaalverwerkende nijverheid
lichte granulaten (gebakken, geëxpandeerde kleikorrels)
-fijne granulaten
op dezelfde plaatsen ontgonnen als de grove granulaten
als erosiemateriaal zoals zeezand en zand van zandgroeves
o volumemassa (definities, indeling granulaten, voorbeelden,
afgeleide grootheden) zie cursusblad en dia 19
o granulometrie en de granulometrische karakteristieken (opstellen
, zeefkromme + voorbeelden) zie cursusblad
• Bespreek de begrippen vochtgehalte (definitie + invloed op volumemassa zand) en
wateropslorping. Wat is het onderscheid tussen de totale waterhoeveelheid en het
werkzaam water bij het vervaardigen van beton? Op welke manier houd je rekening met het
vochtgehalte
/ de wateropslorping van de granulaten als je een betonsamenstelling met droge granulaten
dient om te rekenen naar een samenstelling met vochtige granulaten?
Vochtgehalte is hoeveelheid water er in de droge massa zit ook na het verzadigd zijn.
Wateropslorping de massa afgeslorpt water bij volledige verzadiging tot de droge massa van
het granulaat. De schijnbare volumemassa van zand is sterk afhankelijk van het vochtgehalte.
Hoe meer vocht hoe kleiner de schijnbare volumemassa en hoe meer zetting.
De totale hoeveelheid water is hoeveel water er gebruikt wordt en het werkzaam water is
hoeveel water er daadwerkelijk reageert.
Massa nat = (1+vochtgehalte)*massa droog
• Welk type bindmiddel is cement? Geef een overzicht van de samenstellende bestanddelen
van cement en bespreek het productieproces van de portlandklinker. Geef een overzicht van
de gewone Belgische cementsoorten.
cement is een geheel hydraulisch bindmiddel d.m.v. hydratatie. Cement reageert zowel in
water als in lucht tot een niet meer in water oplosbaar product. De verwerkte inerte materialen
zijn: zand en grind worden sterk aaneen gekit.
Hoofdbestanddelen (> 95 %):
o portlandklinker (K)
o gegranuleerde hoogovenslak (S)
o puzzolane materialen
• natuurlijk puzzolaan (P)
• gebrand natuurlijk puzzolaan (Q)
o vliegassen
• siliciumhoudende vliegas (V)
• calciumhoudende vliegas (W)
o gebrande leisteen (T)
o kalksteen (L – LL)
o microsilica (D)
Productie portlandklinker:
Grondstoffen worden vermalen en in de juiste verhoudingen met elkaar vermengd. Hierna
wordt het in de oven gestoken. In een draaioven op een temperatuur van 1450 °C worden de
samengestelde oxides versmolten tot hydraulische componenten. In deze oven ondergaan de
grondstoffen dehydratatie(volledig drogen tussen 100 en 500 graden), decarbonatatie en
sinteren(vorming van klinkers).
̶ ‘gewone cementsoorten’ NBN-EN 197-1:
o CEM I: portlandcement
o CEM II: samengesteld portlandcement
o CEM III: hoogovencement
o CEM V: composietcement
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fockdeblok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.41. You're not tied to anything after your purchase.