Deze samenvatting bevat ALLES wat prof. Poesen in de les (2024) vertelt heeft en dus kennis is voor het examen. Dit alles is samengebracht, met ondersteunende afbeeldingen uit de cursus, op slechts 26 bladzijdes. Perfect dus om te studeren voor het examen!
Veel succes, Lander
INFO
- Moeilijk vak, zeer goed bijhouden
- De lessen zijn kennis. Slides op toledo. Geen cursus verplicht.
- Kuby immunology is een handboek voor naslagwerk.
- Vragen tijdens les, of via mail (in laatste les besproken)
- OPEN vragen!! GOV&KOV gecombineerd.
○ Maakt duidelijk wat GOV's zijn en KOV's zijn
INLEIDING
- Immunologie = een indringer uitschakelen. Een indringer is een pathogeen (virus,
bacterie…), lichaamsvreemd materiaal (vb bloed met foute rhesus), of een kankercel!
- Wie schakelt deze indringers uit? Uiteindelijk wordt dit gedaan door de lymfocyten: B- en
T-lymfocyten.
○ B-cellen: gaan antistoffen/antilichamen aanmaken. Dit zijn 'kogels' belangrijk voor
de humorale immuunrespons. Deze is zéér efficient en zéér specifiek: kan maar 1
soort indringer uitschakelen (door de specifieke affiniteit).
Vb als je een muis een peptide inspuit gaat er een bepaalde humorale
respons optreden: de B-cellen maken een humorale respons aan.
□ MAAR als we dan een peptide toedienen dat 1 ander AZ heeft, zal deze
antistof hier niet tegen werken! Zo specifiek is deze humorale
immuunrespons.
Een virus gaat constant de AZ sequenties doen veranderen, en zo worden
ook deze immuun aan sommige immuunresponsen (en dus antibody's)
Klonale selectie: In het lichaam zijn er heel veel families van B-cellen = een
kloon. Daarnaast heb je nog vele andere families (klonen). Er zijn
mechanismes in ons lichaam, om de kloon aan te spreken bij een indringer
die het meeste kans heeft om de indringer af te breken! Dit noemen we
klonale selectie. Mechanisme (nog?) niet te kennen. Tijdens elke klonale
expansie kan een kloon nog kleine veranderingen doen om de indringer
beter te kunnen aanpakken. Wordt nog verder uitgelegd.
○ T-cellen: belangrijk voor de cellulaire immuunrespons.
- Er is ook een fysieke barrière (natuurlijke barrière) tegen indringers.
--> te vaak je wassen/brandwonden = gemakkelijk
schimmelinfecties! Elke dag je wassen is NIET nodig
--> vaginale flora kan aangetast worden bij
antibioticagebruik: vaak vaginale schimmels
○ Maar deze barrière werkt niet perfect: vandaar het immuunsysteem. Dit was
eigenlijk de eerste belangrijke barrière, maar is niet 100% efficient.
○ De eerstelijnsdefensie gaat daarna actief aanvallen: het immuunsysteem is in staat
de indringers deels uitschakelen (dit zijn NIET de B- en T-cellen). De
eerstelijnsdefensie zorgt eigenlijk voor tijd zodat de lymfocyten zich kunnen
kloneren.
Het kiezen van de juiste kloon en het modifieren daarvan ifv de indringer
vraagt tijd: deze eerstelijnsdefensie zorgt voor tijd.
Eerstelijnsdefensie zelf komt wél heel snel in actie.
- Herkenning van de eerstelijnsdefensie
○ Hoe maakt dit het verschil tussen lichaamseigen stoffen en lichaamsvreemde
stoffen? Bij een indringer worden bepaalde cellen herkend door de cellen van de
eerste lijnsdefensie (zien we een van volgende lessen)
○ De eerste lijnsdefensie houdt niet enkel de indringer een paar dagen 'tegen', maar
gaat ook heel snel boodschappers brengen naar de lymfocyten om zo de juiste
kloon te activeren en modificeren.
- Fout lopen van deze processen
○ Aangeboren immuunafwijkingen zijn mogelijk. --> eerstelijnsdefensie OF de
lymfocyten zelf…
Poesen Pagina 1
, • KOV: (het gaat nu over het eerste deel van de curve, de primaire respons) Curve waarbij
immuunrespons ifv de tijd. Zodra er een indringer het lichaam binnendringt (tijd 0) schiet
de eerstelijnsdefensie (=aangeboren immuunsysteem) direct in actie. Heeft als doel het
vertragen van de indringer om zo tijd te geven aan de lymfocyten: het adaptief
immuunsysteem. Dit immuunsysteem kan zich aanpassen aan het antigen, de indringer.
Dit via het kiezen van de juiste kloon en modificatie.
○ Getallen assen ntk
• Het adaptief immuunsysteem heeft een geheugen!
○ Deze adaptieve immuunrespons komt dan dus veel sneller in actie, en veel feller
wanneer hij deze indringer 'al kent'. Dit noemen we de secundaire respons.
Een vaccin zorgt voor zo'n geheugenrespons, de secundaire respons, tegen
een bepaald virus.
□ Dit is ook de reden dat een vaccin niet altijd de ziekte voorkomt, maar
in veel gevallen is de ziekte véél minder uitgesproken.
Wanneer de ziekte muteert (denk aan de varianten van COVID) gebeurd
deze secundaire respons meer omdat het virus niet meer herkend wordt.
SAMENGEVAT:
Al deze dingen worden nog herhaald in de volgende lessen.
Volgende hoofdstuk op volgend blad.
Poesen Pagina 2
, 2) Cellen en organen
woensdag 14 februari 2024 15:07
LES 1
We bespreken de functies, structuur en organisatie van organen belangrijk voor immunologie. Niet veel te
kennen voor examen, goed aangeduid. Zowel organen voor adaptief immuunsysteem als voor aangeboren.
- Alle cellen ontstaat uit stamcellen, zo ook de hematopoeitische cellen waaruit het immuunsysteem Cellijnen etc ntk, achtergrondinfo
ontwikkeld: de myeloide en lymfoide lijn.
- De myeloide lijn doet ontstaan: RBC, plaatjes, WBC(=belangrijkste voor immuun)
- Immuuncellen niet enkel in bloed, maar ook in weefsels: macrofagen en dendritische cellen
DE NEUTROFIEL (KOV)
- Neutrofiel = een cellulair element van de aangeboren immuunrespons
- Microscopisch kunnen we deze visueel herkennen: voldoende in aantal? Morfologie normaal?
- Vrij grote cel.
- KOV: Hoe onderscheid een neutrofiel zich van andere bloedcellen? De neutrofiel is een WBC aanwezig in
de bloedbaan. Anders dan andere cellen want De kern is gelobt (3lobben). Heeft ruime cytoplasma met
granulles.
- KOV: waar zitten de neutrofielen? De meeste WBC zijn neutrofielen. MAAR blijven max. een tiental uur in
het bloed: migreert dan naar de weefsels waar ze enkele dagen leeft. Hoe gebeurd dit? Rolling systeem:
neutrofiel rolt over vaatwand en bij plaats tussen endotheelcellen migreert hij naar organen.
- Rijpen in beenmerg.
- Eén van de belangrijkste componenten van het aangeboren immuunsysteem
○ In staat om zeer snel naar de infectiehaard te gaan. 2 mechanismes
Chemoatractantia: Vanuit de infectiehaard vanuit de aanwezige neutrofielen ontstaan er
signaalmoleculles: er ontstaat een concentratiegradient die andere neutrofielen aantrekt en Gaan natuurlijk ook signaal geven voor
de richting aanwijzen. de adaptieve immuunrespons, hier
Het lichaam is in staat om bij een infectie het merg aan te zetten om nog meer neutrofielen komen we later op terug
aan te maken (pos. Feedback via chemokines)
- In die neutrofielen zitten granulles:
○ 3 types, ntk
○ Functies (KOV):
Collagenase: Het afbreken van collageen (bindweefsel). Zo kan het vliegensvlug via de
gecreëerde opening naar de infectiehaard kan.
Stoffen die bacteriociden zijn: bacterien doden, maar niet allemaal. Een klein deel slechts.
- Neutrofielen kunnen ook bacterien fagoticeren en dan via enzymes in de cel uitgeschakeld worden.
Bacterien kunnen dus zowel IN de cel als UIT de cel door enzymes van neutrofielen worden afgebroken.
- Het geheel van de reactie van neutrofielen = etter/pus. En dit is dus per definitie teken van een infectie.
EOSINOFIELEN
- Véél minder in het bloed dan neutrofielen (<1%)
- Hebben een gelobte kern, maar 2 lobben dikke korrels, granulles (ROOD)
- Ontstaan ook uit het beenmerg, en komen ook in het bloed
- Specifiekere functie.
○ Belangrijk bij aangeboren immuunrespons tegen wormen (parasitisme)
○ Belangrijk bij allergische of astmatische reacties.
- Ook zij kunnen communiceren met andere cellen
BASINOFIEL
- Véél minder in het bloed dan neutrofielen (<1%).
- Zeer veel dikke korrels, granules (DONKERPAARS) en een gelobte kern (2lobben).
○ Specifieke granules met vb histamines
- Ontstaan vanuit het merg
- Specifiekere functie
○ Tegen wormen (parasitisme)
○ Belangrijk voor mechanismes voor de aantrekking van neutrofielen naar de
infectiehaard. Vb vasodilatatie
○ Histamines zijn ook belangrijk voor allergische reacties
- Terzijde: 4 tekenen van een infectie komen hier dus door
○ Roodheid (door vasodilatatie door basofielen)
○ Warmte
○ Zwelling
○ Pijn
MONOCYTEN, MACROFAGEN EN DENDRITISCHE CELLEN (antigenpresenterende cellen)
- Behoren ook tot de WBC
- Hebben een antigen presenterende functie, maar nog steeds deel van de eerste lijn
○ Wat is dat? Zij zijn DE mediator tussen eerstelijnsdefensie en het adaptieve immuunsysteem. Gaan
een deel van de indringer fagocyteren presenteren op een celmembraan. Gaan dan naar de B-cel
en zorgen zo dat de B-cel gepresenteerd wordt aan de indringer: Klonale expansie kan gaan
beginnen.
- Monocyten in ons bloed, macrofagen en dendritische cellen in de weefsels
LES 2
MACROFAAG
- Deels afkomstig vanuit de monocyten in het bloed die differentieren (antigen presenteren en
fagocyterend)
Immunologie Pagina 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller landergijsels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.56. You're not tied to anything after your purchase.