Multinationals & Europese Instellingen (BKULHBH74E)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Book
International Business
Een volledig Nederlandse samenvatting van het handboek International Business dat gebruikt wordt voor de lessen van Multinationals. In de samenvatting wordt ook rekening gehouden met extra's van op de slides.
Multinationals & Europese Instellingen (BKULHBH74E)
All documents for this subject (2)
1
review
By: syrinechahdoura • 5 year ago
Seller
Follow
AlexandraIvanovici
Reviews received
Content preview
Multinationals & Europese Instellingen
SAMENVATTING INTERNATIONAL BUSINESS
Alexandra Ivanovici
,CHAPTER 1: GLOBALIZING BUSINESS
EUROPEAN AND GLOBAL BUSINESS
International business (IB) = Een business (bedrijf) dat zich bezighoudt met internationale
(grensoverschrijdende) economische activiteiten en/of het doen van zaken in het buitenland.
ð De meest belangrijke actoren in IB zijn de multinationals
Multinational entreprise (MNE) = Een bedrijf dat zich bezighoudt met foreign direct
investments en actief is in meerdere landen.
Foreign direct investment = Investeringen in controle & management van activiteiten met
toegevoegde waarde in andere landen.
Voorbeeld: Adidas: Winkels in China of fabrieken in de UK
Wie investeert er in IB?
• Multinationals
• Andere bedrijven
• Sponsors
• Consumenten
Voorbeeld: Binnenlandse bedrijven concurreren en/of werken actief samen met buitenlandse
deelnemers.
Voor wie is IB belangrijk?
Voor bijna alle bedrijven zowel groot als klein. Dit is belangrijk omdat het merendeel van de
activiteiten gebeurt met buurlanden.
Emerging economies (emerging markets) = Economieën die pas onlangs institutionele kaders
ontwikkelden die internationale handel en investeringen vergemakkelijken, meestal met een
laag of gemiddeld inkomen en boven de gemiddelde economische groei.
ð Grootste emerging economies (BRIC):
• Brazilië
• Rusland
• Indië
• China
ð Produceren de helft van de goederenexport
ð Produceren ¼ van de dienstenexport
1
,Gross domestic product (GDP) = De som van de toegevoegde waarde van residentiële
bedrijven, huishoudens en overheden die in een economie actief zijn.
ð Bruto Binnenlands Product (BBP)
WHY STUDY INTERNATIONAL BUSINESS?
2 redenen waarom we IB moeten studeren:
1. Voor het leiden van een business unit of een firma
ð Zal helpen bij het ontwikkelen van je carrière
ð Zal leiden tot buitenlandse opdrachten waarvoor je een hoger loon ontvangt
om je te motiveren.
Expatriate assignments = Een tijdelijke job in het buitenland in een multinational.
2. We krijgen te maken me buitenlandse leveranciers & kopers, concurreren met
buitenlandse bedrijven & we managen investeringen in het buitenland.
Gross national product (GNP) = Bruto binnenlands product plus het inkomen van niet
residentiële bronnen in het buitenland.
ð Bruto Nationaal Product (BNP)
Gross national income (GNI) = Bruto binnenlands product plus het inkomen van niet
residentiële bronnen in het buitenland. Deze term wordt gebruikt door de “World Bank” en
andere internationale organisaties om de term “Bruto nationaal product” te vervangen
ð Bruto Nationaal Inkomen (BNI)
Purchasing power parity (PPP) = Een conversie die de equivalente hoeveelheid goederen en
diensten bepaalt die verschillende valuta's kunnen kopen. Deze conversie wordt meestal
gebruikt om de verschillen in kosten van levensonderhoud in verschillende landen vast te
leggen.
ð Koopkrachtpariteit (KKP)
A UNIFIED FRAMEWORK
We willen een antwoord vinden op de vraag:
“Wat bepaalt het succes en falen van bedrijven over de hele wereld?”
Hiervoor maken we gebruik van 2 kernperspectieven:
1. Institution-based view
2. Resource-based view
2
,ONE FUNDAMENTAL QUESTION
“Wat bepaalt het succes en falen van bedrijven over de hele wereld?”
FIRST CORE PERSPECTIVE: AN INSTITUTION-BASED VIEW
Institution-based view suggereert dat succes en falen van bedrijven door de verschillende
regels worden geactiveerd en beperkt:
• Formele regels
o De eisen om binnenlandse en buitenlandse bedrijven als gelijken te
behandelen zouden de potentiële kansen voor het succes van buitenlandse
bedrijven verbeteren.
o Andere regels, die kunnen discrimineren tegen buitenlandse bedrijven, zouden
de kansen voor buitenlandse deelnemers ondermijnen.
• Informele regels
o Cultuur
o Normen & waarden
SPELEN BELANGRIJKE ROL BIJ HET SUCCES EN FALEN VAN BEDRIJVEN OVER DE HELE WERELD!
SECOND CORE PERSPECTIVE: A RESOURCE-BASED VIEW
• Focus op de interne middelen en mogelijkheden
• Begint met een simpele observatie:
o In moeilijke, onaantrekkelijke omgevingen, lijden of verlaten de meeste
bedrijven de markt.
o Maar sommige bedrijven aka “The Superstars” boeken succes in zo een
omgeving.
Hoe boeken deze “Superstars” dan succes?
Ze hebben waardevolle en unieke bedrijfsspecifieke middelen & mogelijkheden, die andere
bedrijven niet hebben in dezelfde omgeving.
Liability of outsidership = Het inherente nadeel dat buitenstaanders ervaren in een nieuwe
omgeving vanwege hun gebrek aan vertrouwelijkheid.
ð Buitenlandse bedrijven moeten deze obstakels overwinnen, daarna kunnen ze een
competitief voordeel opbouwen.
Voorbeeld: Taal, cultuur, normen, …
3
,UNDERSTANDING GLOBALIZATION
VIEWS ON GLOBALIZATION
Eerste visie:
Het versnelde tempo waarop technologieën zich verspreiden over de hele wereld.
Tweede visie:
De toenemende kracht van multinationals en groeiende ongelijkheid over de hele wereld.
Derde visie:
Ongeschoolde arbeiders lijken te verliezen.
ð Het relatieve inkomen van de hoogst bekwame mensen stijgt, terwijl het aandeel van
het inkomen uit kapitaal stijgt ten opzichte van het inkomen uit arbeid.
ð Ongeschoolde arbeiders vrezen dat ze hun job gaan verliezen omdat vele bedrijven de
productie verplaatsen naar goedkopere landen.
Vierde visie:
De kracht die daaruit voortvloeit is allemaal vergelijkbaar, en dat elimineert het
onderscheidend vermogen van onze nationale culturen en identiteiten.
ð Marketingstandpunt: De consumenten krijgen een gelijkaardig koopgedrag dus
bedrijven zullen dezelfde producten verkopen over de hele wereld.
ð Tot nu toe blijven de producten aangepast aan de lokale omgevingen.
Globalization = Een proces dat leidt tot meer onderlinge afhankelijkheid en wederzijds
bewustzijn onder economische, politieke en maatschappelijke eenheden in de wereld en
tussen actoren in het algemeen.
4
, ð Globalisering heeft ongekende contacten tussen culturen gecreëerd, maar het heeft
slechts botsingen tussen hen enigszins verminderd.
TRENDS OF GLOBALIZATION
• Van 50 voor Christus tot 50 na Christus
o De Romeinen heerste over de Mediterrane regio en hebben de weg- en
scheepvaartinfrastructuur gecreëerd, evenals de politieke en juridische
structuur.
o Ontstaan van een gemeenschappelijke munteenheid om de handel te
vergemakkelijken.
o Silk Road: verbinden van Azië & Europa
• Middeleeuwen
o “The Hanseatic League” creëerde een handelsnetwerk tussen de steden in
Noord-Europa (van Novgorod tot Londen)
o “The League” heeft gemeenschappelijke regels vastgesteld, die op handelaren
in de steden van de lidstaten van toepassing waren en zo de gefragmenteerde
politieke structuren op dat moment overwonnen.
o Technologische vooruitgang versnellen de internationale handel en de
reikwijdte ervan.
• e
19 eeuw
o Uitvinding van de stoommachine
§ Voordeel voor de spoorwegen & massaproductie
o Communicatie versnelde door sneller transport & daarna door de uitvinding
van de telegraaf.
o Deze uitvindingen waren niet de enige reden van economische groei, ook
liberalisering hielp hierbij.
§ Zorgde voor nieuwe vormen van bezit & dus grotere bedrijven.
§ Nieuwe patentwetten zorgde ervoor dat ondernemers wouden
innoveren.
§ “The gold standard” zorgde voor stabiele wisselkoersen & onbeperkte
kaptitaaloverdrachten.
§ Migratie was onverhinderd door paspoortcontrole, visums &
werkvergunningen.
o 1850: de eerste tarieven ontstaan en & houden vrije handel tegen.
Liberalization = De verwijdering van regelgevende beperkingen op het bedrijfsleven.
• 20e eeuw
o De tarieven bereiken een hoogtepunt.
o Nieuwe quota’s en handelsbelemmeringen worden ingevoerd om de
binnenlandse industrie te beschermen.
5
, o Buitenlandse investeren werd minder aantrekkelijk door beperkingen in
buitenlandse bezittingen en door wisselcontrole werd repatriëring van het
kapitaal verhinderd.
o Migratie was beperkt sinds WO I
o 1931: “The gold standard” werd opgegeven = het wisselkoerssysteem crashte
Conclusie: De wereldeconomie kan beschreven worden door de golven van de globalisering.
Waves of globalization = Het patroon van globalisering voortvloeiende uit een combinatie van
lange termijn trends en slingerwisselingen.
WHAT IS GLOBALIZATION?
• Na WO II
o Ontstaan nieuw wisselkoerssysteem dat voorzag in stabiliteit
• 1950-1960
o De handelsbelemmeringen zorgde voor niet-concurrerende industrieën
gefocust op de binnenlandse markten.
o Creatie van een institutioneel kader voor intraregionale handel door de
Europese Gemeenschappen
o GATT: wereldwijde overeenkomst over de liberalisering van de wereldwijde
handel
• 1970-1980
o De globalisering bleef grotendeels een kwestie voor de ontwikkelde
economieën in de Triad
Triad = Drie regio's van ontwikkelde economieën (Noord-Amerika, West-Europa & Japan)
• 1990
o Versnelling van de globalisering door opkomende economieën (emerging
economies or emerging markets)
§ De wereldeconomie toetreden was een must!
§ Grootste opkomende economieën: de BRIC-landen (Brazilië, Rusland,
Indië en China): niet alleen op economisch vlak maar ook op vlak van
politiek.
The global economic pyramid:
The base of the pyramid = De overgrote meerderheid van de mensheid, ongeveer vier miljard
mensen, die minder dan 1500 euro per jaar verdienen.
ð Leveren nieuwe middelen en nieuwe vraag op
6
, Globalisering is niet in staat om altijd dezelfde richting uit te gaan:
1. Eerst creëert het angst bij vele mensen in een ontwikkelde economie omdat
opkomende economieën zowel laaggeschoolde jobs als hooggeschoolde jobs
wegkapen.
2. Sommige fracties in opkomende economieën klaagden tegen de aanslag van
multinationals, die naar verluidt niet alleen lokale bedrijven vernietigen, maar ook
lokale culturen en waarden, evenals het milieu.
• 2008
o Crisis over de hele wereld: het IMF bracht de redding door maatregelen te
nemen zoals minder geld lenen & bezuinigingen.
o De crisis zorgde ervoor dat bedrijven besefte hoe belangrijk riskmanagement
is.
Risk management = De identificatie en beoordeling van risico's en de acties die zijn genomen
om hun impact te minimaliseren.
ð Belangrijk voor bedrijven bij het opstellen van hun strategie op wereldwijd vlak.
ð Belangrijk voor het supply-chainmanagement op wereldwijd vlak.
IMPLICATIONS FOR PRACTICE
Ethnocentric perspective = Een uitzicht op de wereld door de lens van zijn eigen cultuur.
ð Hun vertrouwen in hun "superieure praktijken" kan in hun eigen land succesvol zijn,
alvorens hun bedrijf internationaal te laten groeien.
Not-invented-here syndrome = De neiging om nieuwe ideeën die van buiten zijn eigen
organisatie of gemeenschap afkomstig zijn, te wantrouwen.
Voorbeeld: China & Rusland zijn “exceptionalists”
GEEN VAN BEIDE HEEFT KANS OM OP LANGE TERMIJN SUCCES TE HEBBEN IN IB!
ð Best van een beetje van beide te zijn!
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AlexandraIvanovici. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.75. You're not tied to anything after your purchase.