Volledige samenvatting van het opleidingsonderdeel inleiding tot het recht. Samenvatting aangevuld met voorbeelden uit de slides, casussen, oefenvragen en proefexamens. Gebaseerd op het boek Inleiding tot het recht - Mark van Hoecke en Boudewijn Bouckaert (Sofia)
Inleiding tot het Recht
Deel I – Wat is recht?
1. Kenmerken en definitie van het recht
1.1 Kenmerken van het recht
Recht is overal: wat mag, wat moet of wat niet mag wordt door het recht geregeld.
Het recht is onderverdeeld in verschillende rechtstakken: grondwettelijk recht, het personen- en familierecht, het
verkeersrecht, het strafrecht, het aansprakelijkheidsrecht, het erfrecht, het fiscaalrecht…
1.1.1 Het recht heeft als doel de samenleving te ordenen
Menselijk handelen doeltreffend in de samenleving te laten verlopen → duidelijkheid over wie wat mag doen met
welke middelen
= Bevoegdheid om op te treden met middelen
Primitieve en complexe regels zijn gegroeid over de bevoegdheid om over de diverse middelen te beschikken
→ regels opmaken over welke middelen we als personen mogen beschikken, in hoeverre we erover mogen
beschikken en wat we als goederen, rechten van anderen in de samenleving moeten respecteren
1.1.2 Het recht wordt opgelegd door de samenleving
De oorsprong van het recht ligt in de wil van de samenleving.
→ Samenleving brengt problemen met zich mee !
VOORBEELD
Opkomst van E-commerce: nieuwe vorm van kopen houdt in dat de consument meer bescherming krijgt
In de moderne maatschappij wordt het aanpassen van het recht aan de evoluerende opvattingen en
omstandigheden toevertrouwd aan specifieke wetgevende organen (parlementen), die bij (grond)wettelijke regels
in het leven geroepen zijn.
→ Parlement: vertegenwoordigen de wil vd leden vd samenleving
= Stem van het volk
Wet aanpassen → wettelijke procedures: correct doorlopen? → wet toepassing vinden en afdwingbaar worden
1.1.3 De naleving van het recht kan worden afgedwongen
Rechtsregels zijn duidelijk te onderscheiden van andere MAATSCHAPPELIJKE GEDRAGSREGELS
Morele, conventionele en religieuze regels
Ontbreken van structuur bij maatschappelijke gedragsregels → moeilijk afdwingbaar, veranderbaar
Rechtsregels zijn afdwingbaar → niet naleven heeft gevolgen (sancties)
1.2 Soorten regels
Recht: het geheel aan regels
pag. 1
,GEDRAGSREGELS
Het recht bevat regels die het gedrag van de leden in de samenleving ordenen
SUBJECTIEVE RECHTEN
ZELF HET RECHT GEBRUIKEN: HET RECHT KOMT TOE AAN MENSELIJKE PERSONEN OF GROEPERINGEN VAN MENSELIJKE PERSONEN
(RECHTSPERSONEN). De bevoegdheid hebben om over iets te beschikken.
INSTELLINGEN EN PROCEDURES VOOR TOEPASSING EN AFDWINGING
Indien leden van de samenleving zich niet aan gedragsregels houden en de rechten van anderen aantasten, dan
moet het recht voor regels en structureren zorgen waarmee de toepassing van die gedragsregels kan worden
afgedwongen.
Bv De arbeidsrechtbank
INSTELLINGEN EN PROCEDURES VOOR WIJZIGING VAN HET RECHT
Regels en structureren → niet eeuwig dezelfde
Nood aan evolutie door verandering in publieke opinie, gedragspatronen en technieken.
= regels over juridische gedragsregels en toepassingsregels en -structuren kunnen worden gewijzigd of afgeschaft
1.3 Definitie van het recht
Het recht heeft essentiële elementen:
1. (Wat?) Het recht is een geheel van regels
2. (Waarom?) Die regels hebben als doel de maatschappij te ordenen (bv. Eigendomsrecht)
3. (Wat als?) De overtreding/niet-naleving van die regels wordt gesanctioneerd door wettelijk voorzien
systeem van sancties. (bv. Politie)
4. (Van waar?) Die regels worden opgelegd door de maatschappij via haar vertegenwoordigers
(bv. Parlement)
DEFINITIE 1
De geïnstitutionaliseerde ordening van het menselijke handelen in de samenleving.
DEFINITIE 2
Het recht is het geheel van afdwingbare regels die het menselijke handelen in de samenleving ordenen.
1.4 Objectief recht versus subjectieve rechten
HET OBJECTIEF RECHT
Verschillende soorten rechtsregels die in algemene, abstracte bewoordingen zijn uitgedrukt.
Ze staan los van de concrete persoon en situaties waarop ze toepasbaar zijn.
SUBJECTIEVE RECHTEN
Een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen.
o Handelingen over jezelf: vrijheid van arbeidskeuze
o Handelingen over een bepaalde zaak: eigendomsrecht
o Handelingen over laten gelden van een aanspraak jegens iemand anders: als schuldeiser tov schuldenaar
o Handelingen over uitoefenen van politieke inspraak: kiesrecht
DEFINITIE 1
Telkens wanneer objectieve rechtsregels toepassing vinden in concrete situaties en op concrete personen, spreken
we van subjectieve rechten.
pag. 2
, 1.5 Rechtssubject versus rechtsobject
RECHTSSUBJECTEN
Is een persoon of groep personen die subjectieve rechten en juridische plichten kunnen hebben.
→ Dragers van subjectieve rechten en plichten
Twee soorten rechtssubjecten of juridische personen:
1. Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed met reeks eigenschappen die de omvang van hun
rechten bepalen
2. Rechtspersonen: groeperingen, instellingen en stichtingen die zoals natuurlijke personen, bepaalde
rechten en juridische plichten hebben. Gecreëerd met een bepaald doel en met
specifiek aan dit doel gekoppelde rechten en plichten
Rechtsobject
Voorwerp waarover de personen (rechtssubjecten) hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen!
Bv. Ding, dier, recht
1.6 Rechtsmisbruik
Subjectieve rechten mag je gebruiken naar eigen goeddunken, maar niet misbruiken! (Voorbeeld ZHBp 39)
= wordt tot een onrechtmatige handelwijze gekwalificeerd.
Het verbod op rechtsmisbruik → erkend als algemeen rechtsbeginsel door Hof van Cassatie
Nergens in wettelijke bepaling maar behoort wel tot recht.
RECHTSMISBRUIK
o Het gebruik van subjectieve rechten met als enige bedoeling een ander te schaden.
= oogmerk te schaden
o Het bezit van twee of meer manieren om een recht uit te oefenen, en hij die manier kiest die het
schadelijkste is voor (een) ander(en), terwijl hij daar zelf geen belang bij heeft (ZHBp 40)
o Als je het recht uitoefent die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht
door een voorzichtig en bezorgd persoon (ZHBp 40)
o Sanctioneren: herstel in natura of schadevergoeding
Afwezigheid
van belang
Abnormale
Oogmerk tot
rechts-
schade
uitoefening
, INLEIDEND VOORBEELDEN
KEN JE ZELF RECHTEN?
o VRIJHEID VAN MENINGSUITING: POLITIEKE RECHTEN
o PRIVACY: EXTRAPATRIMONIALE RECHTEN
o EIGENDOMSRECHT: EXTRAPATRIMONIALE RECHTEN
o AUTEURSRECHTEN: INTELLECTUELE RECHTEN
o DEELNEMEN AAN HET (DAGELIJKS) BESTUUR: POLITIEKE RECHTEN
Faillissement bij natuurlijk persoon, wat mag er allemaal verkocht/afgenomen worden?
o Naam van de zaak: Ja → behalve wanneer het een eigen familienaam is
o Tv van natuurlijk persoon: Ja, privébezit mag verkocht worden
o Vordering op klant voor huur: Ja
o Kindergeld in beslag nemen: Nee
o Stem voor verkiezingen: Nee
o Eén van de nieren: Nee (persoonlijk recht)
o Ouderlijk gezag over dochter: Nee
→ Besluit: enkel patrimoniale rechten kunnen afgenomen worden door schuldeisers
2.1 Politieke rechten
POLITIEKE RECHTEN
Rechten die de burger tegenover de overheid kan uitoefenen en opeisen
Onderverdeling:
1. Politieke vrijheden: Burgers krijgen onaantastbare vrijheid → overheid mag dit in geen geval belemmeren
Bv. Meningsuiting, vrijheid van onderwijs
2. Participatierechten: Burgers krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan het overheidsbeleid
Bv. Kandidaat stellen voor verkiezingen
3. Sociaal-economische rechten: Burgers krijgen het recht van de overheid financiële tegemoetkomingen of
bepaalde diensten te vragen → vaak gefinancierd dmv belastingen
Bv. Gratis onderwijs, Steun aan behoeftigen
2.2 Burgerlijke rechten
BURGERLIJKE RECHTEN OF CIVIELE RECHTEN
Rechten die een burger tegenover zijn medeburgers kan uitoefenen.
In sommige gevallen kan de overheid optreden als medeburger
Onderverdeling
1. Persoonlijkheids- en familierechten: Het recht op eigen persoon en staat vd persoon binnen de familie
a. Persoonlijkheidsrechten: Recht op eigen lichaam (tot na de dood), recht op zedelijke integriteit
(naam, eer, privacy)
b. Familierechten: Rechten die voorvloeien uit het huwelijk, afstamming, ouderschap of voogdij
2. Zakelijke rechten: Het recht om heerschappij te hebben over een goed
a. Volledige heerschappij: eigendom
b. Gedeeltelijke heerschappij: vruchtgebruik
3. Vorderingsrechten: De bevoegdheid om van iemand anders de uitvoering van een of meer verbintenissen
te eisen
4. Intellectuele rechten: Een exclusieve heerschappij over een intellectuele creatie (tekst, logo,..), die in geld
waardeerbaar zijn
pag. 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student269315. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.