Samenvatting van hoofdstuk 2 'Soorten en relaties' van het Biologieboek Nectar. De samenvattingen zijn in keurig Nederlands geschreven en overzichtelijk geschreven om zo makkelijk mogelijk te kunnen leren. Bevat ook extra informatie dat in de les op school behandeld is en bevat titels van Binastabe...
Summary Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek - Science
Class notes Biomaths Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
Biology 12th edition by Sylvia s Mader Test Bank
All for this textbook (3)
Written for
Secondary school
HAVO
Biologie
4
All documents for this subject (2020)
3
reviews
By: sylviabrouwer • 4 year ago
By: lotte60 • 4 year ago
By: ietje74 • 5 year ago
Seller
Follow
liisanne
Reviews received
Content preview
Biologie hoofdstuk 2
§1 soorten
Biotische facooee = Alle vormen van invloed die organismen hebben op andere organismen.
Abiotische facooee = Alle vormen van invloed die de levenloze natuur heef op organismen.
Toleea tiegebied = De waarden voor een omgevingsfactor die een soort/ individu aankan.
Weoe schappelijk aam = Latijnse naam van een soort dat bestaat uit een geslachtsnaam
en een soortaanduiding.
Geslacho = Een van de eenheden waarmee alle planten, dieren en micro-organismen in een
ordening zijn geplaatst; het geslacht is een stapje hoger dan de soort.
Sooeo = Een groep organismen die genetisch zoveel op elkaar lijken, dat ze onderling kunnen
paren vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Biotische factoren
- wormpjes, insecten, schimmels en bacteriën.
Abiotische factoren
- Regen, wind en grondsoort.
Leven Optimum
Tolerantiegebied
- Buiten tolerantiegrenzen gaan individuen dood.
- Meeste individuen rond de optimumwaarde van een abiotische factor.Dood
- Bij maximum- en minimumwaarden overleven weinig individuen.
Minimum Maximum
Biotische e abiotische facooee beï lloede oega isme �
Vooe abiotische facooee heef elk oega isme ee eige ooleea tiegebied�
Wetenschappelijke naam
1. Geslacht = Voorop met een Hoofdleter de naam.
2. Soort = Komt na de geslachtsnaam met een kleine leter.
Familie
- Aantal geslachten vormt een familie.
Orde
- Aantal families vormen samen een orde.
Organismen -> soorten -> geslachten -> families -> orden
Elke sooeo heef ee weoe schappelijke aam die besoaao uio owee dele : de geslachos aam e de
sooeoaa duidi g� Sooeoe loeme geslachoe , geslachoe loeme families, families loeme oede �
, §2 populates
Mo oculouee = Het kweken van één plantensoort op een groot oppervlakte.
Plaag = Een tijdelijke hoge populatiedichtheid van een bepaalde soort.
Exooe = Organismen die door toedoen van de mens nieuw binnenkomen in een gebied.
Kloo = Het resultaat van de ongeslachtelijke voortplanting; de nakomelingen zijn genetisch
identiek aan de ouder.
O geslachoelijke looeopla ti g = Een voortplanting waarbij door delingen nieuwe
organismen ontstaan.
Weefselkweek = Een kunstmatige vorm van ongeslachtelijke voortplanting waarbij het
mogelijk is om uit één of enkele cellen ‘weefsels’ of zelfs nieuwe individuen te kweken.
Populatie = Alle individuen van een bepaalde soort binnen een bepaald gebied.
Populatiegeoote = Het aantal individuen waaruit een populatie bestaat.
Populatiedichoheid = Het aantal individuen per oppervlakte – of volume – eenheid.
Deaagkeacho = De mate waarin een ecologisch systeem een bepaalde populatiegroote van
een soort kan voeden en huisvesten.
Monocultuur
- Grote akker met één soort gewas.
- Lage productiekosten.
Plaag
- Schadelijke organismen die ernstige schade aanrichten.
- Ze planten zich razendsnel voort.
Exoten
- Soorten die door de mensen zijn geplaatst in de natuur.
Kloon
- Uit 1 zaad komen honderden zaden.
Ongeslachtelijke voortplanting
- Ze hebben dezelfde erfelijke informatie.
- Ze hebben dezelfde eigenschappen
Weefselkreek
- Kunstmatig vermeerderen door paar cellen van iets anders te gebruiken.
I ee mo oculouue soaa pla oe la éé sooeo of pla oe la éé kloo � Ee kloo o osoaao dooe
o geslachoelijke looeopla ti g� I ee mo oculouue ligge plage op de loee�
Populatie
- Veldmuizen in een akker vormen een populatie.
- Populatiegroote is het aantal individuen
- Populatiedichtheid is het aantal individuen per oppervlakte - en volume – eenheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liisanne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.