Dit is een samenvatting van hoofdstuk 2 van het vak Bedrijfseconomie gegeven op Karel de Grote Hogeschool. De samenvatting is gemaakt aan de hand van officiële powerpoints en de papieren cursus die ze op KdG gebruiken.
HOOFDSTUK 2: Consumenten
Consumenten in de macro- en micro-economie
o Macro-econoom
▪ Kijkt naar de grote spelers
▪ Consumptie door gezinnen zeer belangrijk → geïnteresseerd in de gegevens
➢ over totale vraag van gezinnen naar consumptiegoederen
➢ over grootte van consumptie i.v.m. de totale productie
➢ evolutie van die grootheden in tijd
o Micro-econoom
▪ Op andere manier naar consument kijken
▪ Minder bezig met totaalplaatje → probeert te verklaren
➢ Op welke manier consumenten keuzen maken
➢ Hoe op markt een vraag ontstaat
➢ Hoe de markt reageert op bewegingen in de prijs
!!Consument, gedreven door behoeften, voorkeuren en beperkt door zijn budget, streeft naar het verwerven
van een maximaal nut dat hij in eindgoederen vindt!!
Nut
o Nut is subjectief
→ je kan het niet meten
o Om te kunnen begrijpen hoe consumenten hun keuzeprobleem oplossen
→ fictie van “meetbaar nut’ aanvaarden
Eerste wet van Gossen: afnemend marginaal nut
Aantal drankjes per avond:
Indifferentiecurven = goederencombinaties die de consument eenzelfde nut geven
Preferentieschema = indifferentiecurven worden erin voorgesteld
Indifferent = consument is indifferent als hij alle verschillende goederencombinaties even nuttig vindt
, I3) heeft combinaties met
hoogste nut
I2 heeft combinaties met
laagste nut
Verder van oorsprong = groter
nut
Eigenschappen van indifferentiecurven
Indifferentiecurven:
➢ Zijn dalend → (minder van het ene gecompenseerd met meer van het andere)
➢ Hebben bolle (convexe) kant naar de oorsprong → (minder van het ene, meer van het andere)
➢ Snijden elkaar nooit (2 lijnen verschillend nutsniveau met gelijke nutscombinaties, dus niet snijden)
!!Hoe verder van de oorsprong, hoe hoger nutsniveau!!
→ consument zal altijd kiezen voor hoogste IC want hij wil er zo veel mogelijk uithalen
Elke consument heeft eigen preferentieschema → mensen hebben eigen voorkeur
Budget en prijzen
Budgetrechte = alle combinaties die de consument net kan kopen met zijn budget
→ punten onder budgetlijn = koopbaar maar volledige budget zou NIET besteed worden
→ punten boven budgetlijn = NIET koopbaar want buiten budget
Y=P1*Q1+P2*Q2
→ snijpunten zoeken met X- en Y-as
→ snijpunt Y-as = Q1 = 0 (hele budget zou dan slechts naar 1 goed gaan)
→ snijpunt X-as = Q2 = 0
Evenwicht = het punt waar de verhouding tussen het marginaal nut en de prijs van de goederen/ diensten die
hij wenst te kopen, gelijk is
Tweede wet van Gossen: een consument maximaliseert zijn nut als de verhouding tussen het
grensnut en de prijzen uit zijn hele bestedingspakket hetzelfde is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvannueten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.