De samenvatting van Nederlands Kennis Taal in de onderbouw leerjaar 1 bestaat uit hoofdstukken uit de boeken Portaal - Harry Paus, Spelling - Henk Huizinga en Aanvankelijk en Technisch lezen - Henk Huizinga.
Portaal:
H1.1 1.2
H2
H3
H5.1 t/m 5.3
H6.1 t/m 6.5
H8.1.6 t/m 8.1.9 8.3
H9.1 t/m 9.3.2...
Hoofdstuk 1: taal en taalonderwijs hoofdstuk 2: taalverwerving hoofdstuk 3: mondelinge taalvaardighe
January 3, 2019
55
2017/2018
Summary
Subjects
taal in de onderbouw
samenva
nederlands kennis taal in de onderbouw
samenvatting taal in de onderbouw
leerjaar 1 taal in de onderbouw
kennis taal in de onderbouw
leerjaar 1 kennis taal in de onderbouw
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Vakopdracht Nederlands 2.3
All for this textbook (1)
Written for
Hogeschool InHolland (InHolland)
Leraar Basisonderwijs PABO
Kennis taal in de onderbouw
All documents for this subject (28)
2
reviews
By: yvetteweber • 4 year ago
By: sophiewalraven1 • 5 year ago
Seller
Follow
robertbos1990
Reviews received
Content preview
Taal in de onderbouw
Robert Bos
Samenvatting van Taal in de onderbouw.
Inholland Haarlem
, Inhoudsopgave
Portaal.............................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 1: Taal en taalonderwijs........................................................................................................... 3
Hoofdstuk 2: Taalverwerving....................................................................................................................... 8
Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid........................................................................................... 13
Hoofdstuk 5 Geletterdheid: lezen.............................................................................................................. 26
Hoofdstuk 6: geletterdheid: schrijven..................................................................................................... 42
Hoofdstuk 8: Jeugdliteratuur...................................................................................................................... 46
Spelling........................................................................................................................................... 50
Hoofdstuk 1: ons spellingsysteem............................................................................................................. 50
Hoofdstuk 2: het spellingproces................................................................................................................ 50
Hoofdstuk 4: doelstellingen en leerstofordening...............................................................................51
Taal & Didactiek.......................................................................................................................... 52
Hoofdstuk 2: het leesproces......................................................................................................................... 52
Hoofdstuk 3: Geletterdheid bij peuters en kleuters...........................................................................54
Hoofdstuk 4: doelstellingen en leerstofordening...............................................................................55
, Portaal
Hoofdstuk 1: Taal en taalonderwijs
H1.1.1: Functies van taal
Drie functees van taal:
- communiceren
- greep krijgen op de werkelijkheid
- expreesesie
Taal is een communicatemiiiel
Bij communicate ies er esprake van een zender, een boodschap en een ontvanger.
- de zender ies de gene die zich uit
- hij produceert een bepaalde uitng, de boodeschap
- de ontvanger ies de gene die de boodeschap krijgt
Een boodeschap heef vereschillende uitngen (voorbeeld blz. 20/21, Portaal)
- een zakelijk aespect
o Daar ligt een potlood op de grond (raap de potlood ies op)
- een appellerend aespect
o Simon pakt de potlood – geef gehoor aan het aespect
- een relatoneel aespect
o zegt ietes over de relate tuesesen de zender en de ontvanger
- een expreesesief aespect
o wanneer je chagrijnig bent uit je dat anderes dan dat je blij bent
De reacte van ie ontvanger oorit feedback genoemi op ie booischap, oaar
vervolgens ie zenier oeer op kan reageren
(schema op blz. 21, Portaal)
Naaest het eschema op bladzijde 21 heb je ook nog het non-verbale aspect. De manier
waarop de zender zijn emote gebruikt om de boodeschap te brengen naar de
ontvanger heef invloed op het aespect.
Extra linguïstsche middelen zoals accentekens, onierstrepingen, cursiveringen is
ook een uitng, maar ian schrifeliik.
Taal ies een middel tot zelfexpressie. Ieder menes heef de behoefe zich uit te
drukken, de een in een dagboek en de ander mailt met een vriend. Gedicht of een
eschilderij zijn ook manier om gevoelenes te uiten.
, H1.1.2: Betekenis
Taal heef een betekenies, het gaat ergenes over. Dit wordt ook wel het semantisch
aspect genoemd.
Semantek = ie leer van ie betekenis
Woorden al deze en hij hebben een afankelijke betekenies: de ontvanger moet
weten waar het naar verwijest. Dat kan op vereschillende manieren:
- Het kan worden afgeleid uit de context: ‘’deze vind ik mooi’’ met daarbij
aanwijzen wat de espreker bedoelt. Je moet gezien hebben wat de espreker
aanwijest.
- Het is in de situatie al eerder genoemd: preciees wat het zegt. Ales het in een
geesprek of boek eerder genoemd ies wordt er verwezen naar die gene of naar
de esituate.
Lexicale ooorien ziin ooorien met een eigen betekenis, ius niet afankeliik van ie
context oaarin het ooori gebruikt oorit.
Polysemie veroiist naar het feit iat het ooori in verschillenie contexten kan leiien
tot een verschil in betekenis (voorbeeli op blz. 25).
Homoniem = een ooori met iezelfie klank en iezelfie schrifeliike oiize maar met
een aniere betekenis. Voorbeeli = bank
Synoniem = een ooori met iezelfie betekenis maar een aniere klank
Sommige woorden verwijzen duidelijk en direct naar de waarheid (lexicale
woorden). Zoales het woord estoel. Wanneer je het woord estoel hoort heef iedereen
een beeld van hoe een estoel er uit kan zien en hoe te gebruiken.
Woorden zoales vrijheid ies dat anderes. Iedereen vult dit anderes, afankelijk van taal en
cultuur. Deze ‘bijbetekeniesesen’ worden ook wel connotaties genoemd.
H1.1.3: Systeem
Bij espreken en luiesteren ies de kleineste eenheid een foneem (betekenis
onderscheidende spraakklank) en de grooteste eenheid een voordracht of een
geesprek.
Bij eschrijven en lezen ies de kleineste eenheid een grafeem (een leter) en de grooteste
eenheid een tekest.
Fonologie = espraakklanken of fonemen
Morfologie = vormleer van woorden: woordesoorten, morfemen, esamenestellingen,
afleidingen en uitgangen.
Syntaxis = zinesopbouw: rangeschikking en functe van woorden en woordgroepen
Teksten = opbouw en taalgebruik
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robertbos1990. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.