Uitgebreide aantekeningen van het vak Juridische en Ethische Contexten, gegeven in Bachelor 3 van Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde ().
Aantekeningen zijn inclusief dia's en plaatjes/diagrammen van de dia's, met uitgebreide uitleg.
Goed handelen (intro)
Handelen in juridische en ethische context
Handelen is een menselijke activiteit die willens en wetens gedaan wordt, en waar mensen
verantwoordelijk voor kunnen worden gesteld.
De handeling is doelbewust, en heeft dus iets met bewustzijn en verantwoordelijk (in de breedste
zin van het woord) te maken.
Dit maakt het dat het moet worden besproken, en dat er iets mee moet worden gedaan.
Er is altijd een actor (iemand) die handelt. Je doet iets, het gebeurt niet ‘zomaar’.
NIET handelen kan daarentegen ook handelen zijn! Als je getuige bent van een ongeluk, en je blijft
aan de kant staan; is dit nog steeds een handeling.
Wat is ‘goed’ handelen?
Een aantal voorbeelden:
• ‘Een 15 jarig meisje heeft seks met haar 18 jarige vriend. Het is vrijwillig en ze hebben al een jaar
een relatie.‘
Dit kan goed handelen zijn, omdat het van beide een vrijwillige keuze is en ze er samen achter
staan, maar je kunt ook zeggen dat het geen goed handelen is; het is verboden bij de wet
namelijk. Je moraal zegt dat het mag (ethisch), maar juridisch gezien mag het niet. Er is niet echt
iets als evident goed handelen.
• ‘Een leerkracht deelt informatie over een leerling met gescheiden ouders alleen met de moeder.’
Ook hier is het weer een moeilijke situatie: in hoeverre heb je de verantwoordelijkheid om er
achteraan te gaan? Het is heel erg contextafhankelijk: de wet is niet helemaal rigide. Het is een
strijd tussen het welzijn en het beroepsgeheim.
• ‘Een vader die erachter komt dat zijn zoon betrokken is bij een scooter diefstal doet GEEN
aangifte bij de politie.’
Dit is weer geen handelen, is dit goed handelen? Het zou een pedagogisch effect hebben om
wel aangifte te doen, een eventuele preventief effect. Hier zie je weer dat je heel erg op zoek
bent naar goede argumenten om het wel of niet te doen. Het is namelijk niet wettelijk verplicht
om aangifte te doen.
De conclusie is dat het niet evident is wat goed handelen precies inhoudt: het hangt sterk af van
de context!
Een normatieve vraag
We zijn altijd bezig om de normatieve vragen naar het goede handelen te beantwoorden naar
impliciete en expliciete normen. Impliciete normen die we met ons meedragen, en explicatie
normen die met beroepskaders of morele intuïties te maken hebben.
, 2
Kaders voor professioneel handelen
Er kunnen drie kaders voor professioneel handelen worden onderscheiden:
• Maatschappelijk kader.
Wetgeving.
• In een rechtsstaat de wet.
• De juridische context van pedagogiek
• Jeugdrecht.
• Verzameling verschillende wettelijke kaders.
• Burgerlijk recht, Strafrecht, Bestuursrecht.
• Internationaal Verdrag Rechten Kind
• Professioneel kader.
Beroepscode (bv van de NVO). Denk hierbij aan richtlijnen van de organisatie.
• Referentiekader voor beroepsuitoefening; regels beroepsgroep. ‘Neerslag van kwalitatieve en
ethische dimensie beroepsuitoefening’
• Doel is het garanderen van kwaliteit van de beroepsuitoefening.
De functie van het klachtrecht is de genoegdoening van de cliënten, de functie van het
tuchtrecht is het waarborgen van de kwaliteit van de beroepsgroep.
• Professional heeft vaak ook te maken met regels en protocollen van organisatie.
• Kwaliteitsregister Jeugdzorg. Dit is verankerd met de Jeugdwet.
• Het professionele kader betekent ook… dat je je verhoudt tot je beroep.
• Reflectie op professie:
• Normativiteit en vakinhoud. Deze interfereren.
• Organisatie en beleid.
• Doelstellingen.
• Aannamen en concepten.
• Professionele waarden.
• Persoonlijk kader.
Ethiek.
• Dit persoonlijke kader wordt bepaald door:
• Waarden en normen.
• Opvattingen over mens en maatschappij.
• Ethiek zorgt ervoor dat je hier systematisch over na kunt denken.
• Professioneel handelen vereist een reflectieve houding:
• Integriteit.
• Dilemma-hantering.
• Handelingsevaluatie.
Discretionaire ruimte
Er is ruimte bij tussen de beroepscode en het maatschappelijk kader, en dat is de discretionaire
ruimte.
Zowel de wetgeving als beroepscode laten ruimte vrij voor de inzichten van de professional.
Wanneer je je moet verantwoorden (voor het tuchtcollege), gaat het om je onderbouwing van
handelen. Als je het kunt onderbouwen, is het goed; als je dit niet kunt, heb je een probleem.
De professional heeft te allen tijden persoonlijke verantwoordelijkheid voor het handelen.
Het is heel belangrijk dat je als een reflectief professional de wereld betreedt, en dat je gebruik
maakt van de vrije ruimte die er is.
Je moet de wet kennen en handelen naar inzicht (recht en ethiek).
Je handelt als reflectief professional niet defensief, maar integer. Je moet een keer tegen de
regels ingaan, dit zorgt voor integriteit!
Normativiteit?
Norm: impliciete of expliciete regel. Bijvoorbeeld: veilige brandmelder; goede toets; gepaste
kleding; verstandige ouder; mooie jongen; goed leven.
Normen zijn geen feiten, we kunnen normen proberen te definiëren (normalisatie). Normen voor
een veilige brandmelder vinden we acceptabeler dan normen voor bijvoorbeeld een mooie jongen.
De normatieve ethiek zoekt naar rechtvaardiging van morele normen.
, 3
Pedagoog: een normatief beroep
Als pedagoog schep je normen. Dit zijn allemaal normatieve begrippen (uitingen van impliciete en
expliciete regels, die behoorlijk bediscussieerbaar zijn).
De interventies die je als pedagoog gebruikt zijn ook niet neutraal: deze bevatten impliciet een
moreel oordeel, en mens- en maatschappijbeelden.
Goed handelen als pedagoog is ook je verhouden tot deze normativiteit. Wat betekent jouw
oordeel voor de ander? Wat legitimeert dit oordeel, is het leerbaar voor de ander? Je hier bewust
van zijn, dat is waar het om gaat als het gaat om ‘goed’ handelen als professional.
Morele dilemma’s kunnen hanteren
Wat is een moreel dilemma? Je moet hierbij kiezen tussen twee of meer opties, van conflicterende
waarden.
Hoe ga je hiermee om? Door middel van analyse & reflectie, een ethisch stappenplan en moreel
beraad.
Ethiek, recht en code
Overeenkomsten Verschillen
Hoe te handelen? Recht systeem algemene regels, vastgesteld door
formele autoriteit met sanctionerende bevoegdheid.
- Wetten en regels liggen vast
- Gebaseerd op ethische waarden.
Vragen naar juiste, goede en rechtvaardige. Ethiek systematische reflectie:
- Ligt niet vast, wel theorie.
- Geen formeel autoriteit.
- Anders dan je aan de regels houden: illegaal
handelen kan ethisch juist zijn.
Wat is goed handelen? Dit is primair een ethische
vraag.
Wat is moreel goed?
Evolutionair gegeven:
• Gevoel voor rechtvaardigheid.
• Empathie.
Openbaring
• Door God gegeven.
• Moreel goede ligt in de schepping.
Menselijke rede
• Ethische theorie.
• Reflectie.
Ethiek
Ethiek is een systematische reflectie op de moraal. Moraal is een stelsel van waarden en normen.
Ethiek is:
• Van oudsher een belangrijk onderdeel van de filosofie.
• Praktische filosofie.
• Vraag naar het goede leven.
• Kritisch onderzoek naar morele opvattingen.
• Nadenken over handelen.
, 4
Verschillende vormen van ethiek
Descriptieve ethiek:
• Beschrijving van de moraal.
• Historische en maatschappelijke context.
• Objectiverend.
Normatieve ethiek:
• Wat is juist?
• Rechtvaardiging van waarden en normen.
• Ethische theorieën.
• Prescriptief.
Meta-ethiek:
• Reflecteert op ethiek.
• Concepten, aannames….
Toegepaste ethiek:
• Ethiek voor een bepaald veld.
• Bijvoorbeeld: medische ethiek.
Ethische theorie
Ethische theorieën komen tot stand binnen de filosofie, het is een product van een permanente
discussie.
Ethische theorieën geven principes om handelingen mee te beoordelen.
De richtlijn is: hoe moeten we handelen?
De evaluatie is: was het een goede handeling?
Morele oordelen
Mensen hebben verschillende opvattingen over het goede.
Morele oordelen hangen samen met:
• Individu.
• Tijd en cultuur.
• Smaak en conventie.
Wat betekent dit voor de ethiek? Moeten we er een universele theorie tegenover stellen? Of
moeten iedereen maar zelf uitmaken wat goed of slecht is?
Dit is een serieus probleem voor de ethiek…
Relativisme
Verschillen staan hierin centraal!
Twee soorten:
• Individueel moreel relativisme.
• Waarheidswaarde van moreel oordeel kan verschillen per individu.
• Aantrekkelijk: respecteert individuele meningen.
• Cultureel moreel relativisme.
• Waarheidswaarde van moreel oordeel berust op culturele overtuiging.
• Aantrekkelijk: respecteert culturele verschillen.
Probleem
Geeft ruimte aan morele onverschilligheid. We moeten slaan van kinderen (en veel meer naars)
accepteren, zelfs waarde tolerantie is niet algemeen aanvaardbaar.
Dit is de uitdaging voor ethiek!!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller puckvandenberk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.