Samenvatting hoofdstuk 3: morfologie van de landplanten- bloem, vrucht en zaad
4 views 0 purchase
Course
De biosfeer: planten
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Dit is een samenvatting hoofdstuk 3: "morfologie van de landplanten- bloem, vrucht en zaad" Dit vak wordt gegeven in de 1ste bachelor geologie en de 2de bachelor geografie Het bevat de te kennen leerstof uit de cursus en uit de lessen
Hoofdstuk 3: Morfologie v/d landplanten
– bloem, vrucht en
zaad
Deel 1: Bloemgestel – inflorescentie
Inflorescentie: clusters van bloemen die op een bepaalde manier zijn gerangschikt
= Bloemgestel: groep van bijeen staande bloemen met de stengeldelen en schutbladen die
ze dragen, mits er tussen de bloemen geen gewone loofbladen voorkomen.
De bloemen kunnen dus verschillende functies hebben
➔ vb. zonnebloem: het bloemgestel bestaat uit verschillende bloemen, waarvan de
buitenste lokken
Het vormen van een bloemgestel gebeurt wanneer het topmeristeem van de stengel/ de
apicale meristemen in de okselknoppen overgaan van vegetatieve naar generatieve fase
➔ Dit gebeurd door het achtereenvolgens aan-en uitschakelen van bepaalde genen
Bloei = het van vegetatieve naar generatieve fase gaan van het (top)meristeem
➔ het vormen van de inflorescentie
Inflorescentie = cyclus
➔ hoe vaak dit gebeurd hangt af van soort tot soort
➢ Efemerofyten: heel kortlevende planten die direct na de ontkieming al hun energie in
de bloei investeren
➢ 1-jarige planten bloeien op het einde v/h groeiseizoen
➔ sterven daarna af
➢ 2-jarige planten investeren het 1ste jaar in de groei en het 2de jaar in de voortplanting
➢ Doorlevende planten: verschillende mogenlijkheden:
o Pleiokrapische planten: planten die verschillende keren in hun leven bloeien
en vruchtzetten
➔ vb.: bananenboom, bloeit elk jaar
o Monokarpische planten: planten die 1 keer in hun leven tot bloei komen,
vruchtzetten en dan afsterven
➔ vb.: Carypha umbraculifera, bloeit na 300 jaar groei en sterft
dan af
Opm.: er zijn planten waarbij het topmeristeem vegetatief blijft
➔ zijn doorlevend
➔ vb.: ananas: elke okselknop heeft een bloem gevormd
Ananas = schijnbloem
,Dlessenborstelboom
Terminologie
• Bloeistengel: deel van de stengel tussen het hoogste blad en de laagste bractee
van het bloemgestel.
• Bloeischacht = scapus: bijzondere vorm van bloeistengen, komt voor bij planten met
een basaal wortelrozet van bladeren,
➔ vb.: Clivia
• (Bloei)as: orgaan van stengelnatuur
➔ hierop staan diverse bracteeën en hun zijassen ingeplant.
• Topbloem: bloem op het uiteinde van een vertakte as
➔ sluit de as af.
• Zijbloem: bloem op het uiteinde van een zij-as, ontstaan uit de okselknop van een
bractee.
➔ Indien deze as zelf niet verder is vertakt, dan is deze as de bloemsteel van deze
bloem.
• Bractee = schutblad: een algemene term waarmee een orgaan van bladnatuur wordt
aangeduid, waarvan de okselknop is uitgegroeid tot een zijas.
• Bracteole = steelblaadje: één van de twee blaadjes die zich bij veel Eudicotylen op de
bloemsteel (en vaak ook op vegetatieve zijassen !) bevinden
➔ vaak (niet altijd !) ongeveer in het midden van de bloemsteel.
➔ Meestal staat de ene bracteole wat lager (en beter ontwikkeld), de andere wat
hoger (en wat minder ontwikkeld) ingeplant. Hierbij horen drie
delen:
1. Hypopodium
2. Mesopodium
3. Epipodium
, Bloemsteel waarbij de okselknop de volgende bloem vormt, de dan weer
een bloem vormt die dan opnieuw een bloem vormt…
De bractee v/d zwarte bloem is niet getekend!
• Voorblaadje = profyl: het éne blaadje dat zich bij veel Monocotylen op de bloemsteel
(en meestal ook op de vegetatieve zijassen !) bevindt, dat basaal en meestal
geadosseerd (= gelegen tussen hoofdas en zijas) is
➔ 2 delen: hypo- en epipodium.
Door deze bijzondere positie wordt het bezit van twee sterke nerven (ev.
kielen) en twee bladtoppen verklaard.
• Foliate = drondose bloemgestellen: bloemgestel waarbij de schutbladeren
bladachtig blijven
Algemene indeling
Kenmerken
➢ De aan-/afwezigheid van een topbloem:
o Gesloten = monoteel bloemgestel: er is een
topbloem aanwezig
➔ de top blijft doorgroeien, wordt geen bloem
maar blijft groeien
➔ meerdere ordes (meerdere topbloemen)
o Open : polyteel bloemgestel: er is geen
topbloem afwezig
➔ de top vormt een bloem, waardoor het niet
, zal doorgroeien
➔ veel bloemen v/d dezelfde orde (geen zijtakken van elkaar)
➢ De bloeivolgorde
o Centripetaal bloemgestel: bloemgestel dat zich van buiten naar het centrum
toe ontwikkelt
➔ de jonge bloemen groeien naar het centrum toe: hoe ouder, hoe verder
v/h midden
o Centrifugaal: bloemgestel vat zich van het centrum naar buiten toe ontwikkelt
➔ de jonge bloemen groeien weg van het centrum: hoe ouder, hoe dichter bij
het midden
➢ Het aantal zijtakken
➢ De graad van vertakking: 1ste orde, 2de orde,…
➢ De relatieve lengte van de verschillende assen
verschuivingen = metatopieeën
Concaulescentie: vergroeiing van (een deel) v/d zij-as met de stengel waarop haar
bijhorende bractee staat
Recaulescentie: verschuiving van de dragende bractee
➔ de bractee is een eind langs haar eigen zijtak opgeschoven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manartahri. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.