100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Uitwerking toetsmatrijs Kennistoets Acute Zorg Verpleegkunde Viaa jaar 2 $7.83
Add to cart

Summary

Samenvatting Uitwerking toetsmatrijs Kennistoets Acute Zorg Verpleegkunde Viaa jaar 2

 49 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een uitwerking van de toetsmatrijs van de kennistoets van Acute zorg, leerjaar 2, HBO verpleegkunde op de Viaa. Het bevat alle nodige kennis voor de kennistoets, zoals uitwerking van de ziektebeelden, medicatie, VTV, SRV etc. Alle leerdoelen zijn uitgewerkt.

Preview 6 out of 83  pages

  • April 5, 2024
  • 83
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Toetsmatrijs Kennistoets Acute Zorg

Inhoudsopgave
Medisch ................................................................................................................................................... 2
Pijn op de borst / hartinfarct (med) .................................................................................................... 2
Medicijnen .......................................................................................................................................... 6
Acute verwardheid ............................................................................................................................ 12
Stemmingsstoornissen ...................................................................................................................... 15
Medische aspecten kinderen ............................................................................................................ 21
Shock ................................................................................................................................................. 23
Zwangerschap/ HELLP ....................................................................................................................... 26
Verpleegkundig ..................................................................................................................................... 31
Pijn op de borst (vpk) ........................................................................................................................ 31
ASS .................................................................................................................................................... 34
Acute verwardheid ............................................................................................................................ 38
Suïcide/ stemmingsstoornissen ........................................................................................................ 39
Kind met koorts ................................................................................................................................. 41
Acute buik ......................................................................................................................................... 47
Pijnbestrijding ................................................................................................................................... 50
Zwangerschap/ HELLP ....................................................................................................................... 52
Ethiek .................................................................................................................................................... 58
Onderzoeksvaardigheden ..................................................................................................................... 60
Onderzoeksplan praktijkonderzoek .................................................................................................. 60
SRV ........................................................................................................................................................ 64
Duidelijk communiceren ................................................................................................................... 64
Weerbaarheid ................................................................................................................................... 65
Leiderschap ....................................................................................................................................... 67
VTV ........................................................................................................................................................ 68
Reanimatie ........................................................................................................................................ 68
Zuurstof toedienen ........................................................................................................................... 71
Tracheacanule ................................................................................................................................... 74
Klaarmaken infuussysteem / Inbrengen infuus................................................................................. 77
Wet en regelgeving ............................................................................................................................... 81
Psychologie............................................................................................................................................ 82




1

,Medisch
Pijn op de borst / hartinfarct (med)
De student herkent de bouw en functie van het getroffen orgaansysteem bij pijn op de borst.




Het hart bestaat uit vier holle ruimtes:
- Linkerboezem/atrium: hier stroomt zuurstofrijk bloed uit de longen binnen
- Linkerkamer/ventrikel: pompt het zuurstofrijke bloed het hele lichaam rond
- Rechterboezem/atrium: hier stroomt zuurstofarm bloed uit het lichaam binnen
- Rechterkamer/ventrikel: pompt het zuurstofarme bloed naar de longen
Kransslagaders voeren bloed aan richting het hart. Ze zorgen ervoor dat de hartspier voldoende
zuurstof en voeding krijgt.

Grote en kleine bloedsomloop:




2

, Prikkelgeleiding hart:
A. Sinusknoop (bliksemflitsje)
B. AV-knoop
C. Bundel van His
D. Bundeltakken
E. Purkinje-vezels




De student herkent verschillende aandoeningen die ten grondslag kunnen liggen aan pijn op de
borst.
Verschillende oorzaken van pijn op de borst kunnen zijn:
- Angina pectoris
- Hartinfarct
- Pericarditis (ontsteking van het hartzakje)
- Aortadissectie
Er zijn nog meer oorzaken, voor nu alleen de angina pectoris en het hartinfarct belangrijk.

Het acuut coronair syndroom is een verzamelnaam voor het myocardinfarct (hartinfarct) en de
angina pectoris

De student herkent de etiologie van het getroffen orgaansysteem bij pijn op de borst.

A: myocardinfarct
B: angina pectoris




Etiologie angina pectoris
Letterlijk betekent angina pectoris: pijn op de borst. Deze klachten worden veroorzaakt door
onvoldoende toevoer van zuurstofrijk bloed naar de hartspier. De verminderde bloedtoevoer komt
door een vernauwing (stenose) in een kransvat (coronairarterie). Deze vernauwing kan ontstaan door
een ophoping van vet, kalk en ontstekingscellen in de vaatwand. Het lokale zuurstoftekort wordt ook
wel ‘ischemie’ genoemd. Als een kransslagader enigszins vernauwd is, stroomt er meestal nog
genoeg bloed voor de basisvoorziening, maar schiet het tekort bij extra behoefte. Vaak treed de
drukkende pijn op de borst op na inspanning, maar verdwijnt in rust weer. als de klachten blijven in
rust, kan er sprake zijn van een hartinfarct.


3

,Etiologie hartinfarct




- De toevoer van zuurstof naar het hart kan in gedrang komen door het ontstaan van
aderverkalking (atherosclerose). Dit is een proces waarbij vetachtige stoffen (cholesterol)
zich in de wand van de slagaders afzetten. Dit noemt men “fatty streaks”.
- In een later stadium wordt er plaque gevormd. Plaque bestaat uit een kern van dode,
vetbevattende cellen -eventueel met kalkafzetting- die bedekt zijn met een laag
gladspierweefselcellen. Zo’n vernauwing van de kransslagaders kan zorgen voor een angina
pectoris (zuurstoftekort in hart vanwege vernauwing, kan voorbode van hartinfarct zijn)
- Bij een hartinfarct is er sprake van het scheuren van de plaque waardoor de inhoud ervan vrij
komt. Het lichaam reageert hierop door een bloedprop (stolsel) te vormen op de scheur,
waardoor het bloedvat afgesloten kan raken. De bloedprop kan ook losschieten en verderop
in het bloedvat een afsluiting veroorzaken. Het gebied achter de afsluiting krijgt dan niet
genoeg zuurstof. Hierdoor loopt het hart mogelijk schade op.

De spiercellen in het stroomgebied van de getroffen kransslagader worden afgesneden van hun
bloedtoevoer en gaan al binnen enkele uren dood. Als er niet snel een behandeling volgt, raakt de
hartspier op die plaats onherstelbaar beschadigd. Op de plaats van de afgestorven spiercellen vormt
zich een litteken van dode cellen.

De student herkent klachten en symptomen bij aandoeningen die ten grondslag kunnen liggen aan
pijn op de borst.
Symptomatologie angina pectoris en hartinfarct.
• een hevige, zware en drukkende pijn midden op de borst die niet over gaat;
• een uitstralende pijn naar kaken en armen, vooral naar de linkerarm;
• pijn in de schouders of tussen de schouderbladen;
• wit wegtrekken;
• hevig transpireren;
• misselijkheid en braken;
• onrust en (doods)angst;
• kortademigheid en/of bewustzijnsverlies.
Een hartinfarct kan ook optreden zonder dat er klachten zijn. Dat noemen we een stil infarct.
Het kan leiden tot (levensbedreigende) hartritmestoornissen en tot hartfalen doordat het hart niet
meer voldoende pompt.



De student herkent onderzoeken, behandelingen en de prognose met betrekking tot
aandoeningen die ten grondslag kunnen liggen aan pijn op de borst.
Diagnostiek hartinfarct
- Hartfilmpje (ECG): Om te kijken of iemand een afgesloten kransslagader heeft. ook geeft het
belangrijke informatie over de locatie van het infarct. De afwijking op het ECG is een
verhoging (elevatie) van het lijnsegment tussen punt S en punt T. een STEMI, een vakterm die

4

, is samengesteld uit de gehusselde beginletters van een Infarct van het Myocard (hartspier)
met ST-Elevatie. Heeft iemand de symptomen van een hartinfarct maar zonder verhoging van
het ST-segment, dan heet dat een non-STEMI. Bij een non-STEMI is de bloedtoevoer naar de
hartspier eveneens verminderd, maar zonder dat dat zichtbaar is als een verhoging van het
ST-segment op het ECG.
- Bloedonderzoek: Na een hartinfarct sterven de hartspiercellen af waardoor de inhoud van
deze cellen vrijkomt in de bloedbaan. Sommige van de enzymen (troponine, myoglobine en
creatinine-kinase MB) die in de hartspiercellen zitten zijn typisch voor hartspiercellen en zijn
enkel waar te nemen in de bloedbaan na celsterfte van hartspiercellen. Afhankelijk van de
concentratie van deze stoffen in het bloed kan men ook inschatten hoe lang geleden de
weefselschade optrad hetgeen van belang kan zijn in de behandeling.
- Cardioechografie: de vorm, grootte en het functioneren van het hart worden onderzocht
d.m.v. een echo
- Hartkatheterisatie (CAG): met een katheter en contrastvloeistof in de slagader kijken naar
vernauwingen in de kransslagaders.
- Inspanningsonderzoek (fietstest): Enkele dagen tot weken na een hartaanval kan men een
inspanningstest uitvoeren om te zien hoe het hart reageert op inspanning. Bij deze test moet
men lopen op een loopband of fietsen op een fietsergometer terwijl een ECG wordt
afgenomen.
- MRI

Therapie hartinfarct
- Dotterbehandeling (PCI: Percutane Coronaire Interventie): Het ballonnetje wordt vanuit de lies
of pols met een dun slangetje (katheter) in de kransslagader geschoven. Meestal wordt tijdens
het dotteren meteen een stent geplaatst. Dat is een buisje van geweven metaal dat het
bloedvat openhoudt.
- Bypassoperatie (CABG): omleiding van een verstopte kransslagader. Stukje gezonde ader van
been of slagader uit arm of borstkas → vastmaken met de ene kant voor en de andere kant na
de verstopping.
- Medicijnen bij hartklachten.
o Vaatverwijders:
➔ Betablokkers: metoprol, atenolol, bisoprolol. (blokkeren het sympathische deel,
waardoor het hart trager gaat kloppen en minder krachtig, waardoor de druk in de
bloedvaten afnemen). Deze middelen remmen dus de sinusknoop. Bijwerkingen:…
➔ Calciumantagonisten: amlodipine. Spiertjes rond de arteriën kunnen niet goed
samentrekken en dan worden ze weider→ daling van de bloeddruk. Bijwerkingen
2: spierzwakte en maagdarmklachten.
Hoe kleiner de diameter van een bloedvat, hoe hoger de druk. Als de spiertjes in
de aderen samentrekken, vernauwen de bloedvaten.
➔ ACE-remmers: enalapril, lisinopril, perindopril. Remt de werking van Angiontensine
1 en 2 (voorkomt de omzetting), waardoor de bloeddruk verlaagd (vaten gaan
open). Bijwerkingen: kriebelhoest, uitdroging. Zie plaatje………….
➔ ARB’s (angiotensine receptor blokkers): candesartan, Irbesartan Losertan.
Consequentie: Angiontensine 2 werkt niet meer waardoor vaten open gaan staan,
zouten kunnen uitgescheiden worden → druk verlaagd.
o Bloedverdunners: stollingswerende middelen en plaatjesremmers.
➔ Acetylsalicylzuur, clopidogrel (TAR: trombocytenaggregatieremmer). Het remt de klontering
van de bloedplaatjes, waardoor het ontstaan van stolsels voorkomen wordt. (niet agressief
middel) agressievere middelen worden gegeven bij bijvoorbeeld boezem/atriumfibrileren.




5

, ➔ Vitamine K antagonisten: acenocoumarol, fenprocoumon. Bijwerkingen: stolling wordt teveel
onderdrukt → bloeding. Nadeel van vitamine K: dosering moet nauwkeurig gecontroleerd
worden → INR moet bepaald worden door trombosedienst, is allemaal veel werk.
o Cholesterolverlagers: Statines als Simvastatine, atorvastatine. Een plaque bestaat o.a. uit
cholesterol. Controle van het bloed is hierbij soms nodig.
◦ Plastabletten/ Diuretica: hydrochloorthiazide, furosemide, bumetanide. Wanneer vocht
vastgehouden wordt, stijgt de bloeddruk. Medicatie van de nieren, die zorgen dat vocht
uitgescheiden wordt kunnen ingezet worden om de bloeddruk te verlagen. Diuretica
worden niet gegeven om het plasproces te vergemakkelijken, wel om vocht uit te
scheiden bij bijv. vocht in de benen, achter de longen en om bloeddruk te verlagen. De
middelen werken bijv. op de zouthuishouding. (werken ook zeer krachtig) bijwerking:
brengt de zouthuishouding in de war. Daarom bloedcontrole op natrium en calium en op
de nierfunctie, om te kijken of de patiënt niet uitdroogt.

Prognose
De prognose na een hartinfarct is in principe afhankelijk van de toestand van het hart. In het
algemeen zijn de vooruitzichten slechter bij een uitgebreide beschadiging, die immers tot
onvoldoende pompfunctie van het hart kan leiden.



Medicijnen
De student herkent per ziektebeeld bijpassende medicijnen en kan hiervan de medicijngroep,
werking en meest voorkomende bijwerkingen en contra-indicaties benoemen.

(onderstaande medicatie vanuit de tutorinformatie)
Metoprolol (bètablokker)
- Werking: Metoprolol is een selectieve bètablokker die inwerkt op het bèta-gedeelte
(receptoren) van het zenuwstelsel, waardoor de hartspier minder prikkelbaar wordt
(bloedvaten verwijden en hartslag vertragen waardoor bloeddruk verlaagt). Metoprolol
beïnvloedt bepaalde zenuwsignalen van het hart met als gevolg dat de bloeddruk verlaagt en
de cardiale pompfuctie verbetert.
- Bijwerkingen: bradycardie (verlaagde hartslag). Slaapstoornissen, maagdarmklachten,
vermoeidheid, koude extremiteiten.
- Contra-indicaties:
◦ NSAID’s hebben een wisselwerking. Ze kunnen de metoprolol spiegel in het bloed
verhogen.
◦ Van nature bradycardie of hypotensie
◦ Zwangerschap, astma/COPD


Concerta (Methylfenidaat)
- Werking: Bij ADHD (aandachtstekort-stoornis) en narcolepsie (slaapziekte). Methylfenidaat, het
actieve bestanddeel van Concerta, werkt door de heropname van neurotransmitters zoals
dopamine en noradrenaline te remmen. Hierdoor blijven deze neurotransmitters langer in de
synaptische spleet aanwezig. Dit verhoogt de beschikbaarheid van dopamine en noradrenaline
in bepaalde delen van de hersenen die betrokken zijn bij de regulatie van aandacht,
concentratie en impulsbeheersing.
- Bijwerkingen: nervositeit, droge mond, gaatjes in gebit, hartkloppingen/hartaandoeningen,
verergering psychische aandoeingen.
- Contra-indicaties:
◦ psychiatrische aandoeningen als bipoliare stoornissen

6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne-mariedewolf. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$7.83  6x  sold
  • (0)
Add to cart
Added