Nederlandse samenvatting van de verplichte literatuur uit week 5:
- Van Slobbe, Vermeulen & Koster (2013) The making of an ethnically diverse management
- McPherson (2004) A Blau space primer
- Coackely & Pike Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 9
Coackely & Pike: Hoofdstuk 2: Using social theories: how can they help us study sports in
society?
What are theories and why do we need them?
Theorizing = een combinatie van beschrijven, analyseren, reflecteren en toepassen. Wanneer we ons
afvragen waarom de sociale wereld is zoals die is en we ons dan voorstellen hoe het kan veranderen
dan zijn we aan het ‘theorizing’.
Veel mensen denken dat theorieën geen praktische implicaties hebben, maar dit is niet waar. De
meeste beslissingen en handelingen zijn gebaseerd op onze voorspellingen van mogelijke
consequenties en die voorspellingen zijn gebaseerd op onze persoonlijke theorieën over het sociale
leven.
Mensen die sport in de samenleving onderzoeken gebruiken veel theorieën om hen te begeleiden
wanneer ze een onderzoeksvraag stellen en bevindingen interpreteren. De laatste halve eeuw is het
meeste onderzoek gebaseerd op een of een combinatie van zeven hoofdtheorieën.
1. Functionalist theory and Emily Durkheim: sports preserve the status quo
Deze theorie is gebaseerd op de aanname dat de samenleving een georganiseerd system is van
intergerelateerde delen die samengehouden worden door gedeelde waarden en gevestigde sociale
afspraken die het systeem in balans/equilibrium houden. Een van de meest bekende personen die
deze theorie aanhangt is Emile Durkheim. Hij geloofde dat een samenleving alleen kan goed kan
functioneren als het gebaseerd is op een collectief bewustzijn, of collectieve normen en waarden die
menselijk gedrag onderbouwen.
Wanneer onderzoekers deze theorie gebruiken om te verklaren hoe een systeem (samenleving,
school, familie, sportteam) werkt, onderzoeken ze de manier waarop elk deel in het systeem
bijdraagt aan de overall werking van het systeem.
Volgens deze theorie werkt het sociale systeem effectief wanneer het georganiseerd is om vier
dingen te doen:
- Mensen zo socialiseren dat ze belangrijke culturele waarden leren en accepteren.
- Sociale connecties tussen mensen bevorderen zodat ze kunnen samenwerken met elkaar.
- Mensen motiveren om sociaal goedgekeurde doelen te bereiken door middel van sociaal
geaccepteerde middelen.
- Het overall systeem beschermen van verstorende invloeden van buitenaf.
Wanneer aan deze vier ‘systeem behoeften’ voldaan wordt, zal de sociale orde gehandhaafd worden
en zal iedereen ervan profiteren.
Deze theorie inspireert onderzoeksvragen over de manieren waarop sport bijdraagt aan de
ontwikkeling van individuen en van de samenleving als geheel. Ondanks dat deze theorie erg populair
is, zijn er ook drie voornaamste zwakke punten.
De eerste is dat de theorie niet erkent dat sport een sociale constructie is dat verschillende vormen
aanneemt omdat het gecreëerd en gedefinieerd wordt door mensen wanneer ze met elkaar
interacteren. Sport wordt gezien als een relatief stabiele sociale institutie die altijd specifieke functies
in de samenleving dient.
Ten tweede leidt de theorie tot overdrijvingen van de positieve effecten van sport in de samenleving
en understatements over de negatieve effecten.
Ten derde is de theorie gebaseerd op de aanname dat de behoeften van alle groepen binnen een
samenleving gelijk zijn. Dit negeert het bestaan van verschillen en conflicten in interesses in een
samenleving, waarbij sommige groepen meer profiteren van sport dan andere groepen.
, 2. Conflict theory and Karl Marx: sports are tools of the wealthy
Deze theorie focust op de manier waarop sport gevormd wordt door economische krachten en
gebruikt wordt door economisch machtige mensen om hun welzijn en invloed te vergroten. Het is
gebaseerd op de ideeën van Karl Marx en zijn aanname dat elke samenleving georganiseerd is
rondom relaties en sociale afspraken die gevormd worden door economische factoren (geld, welzijn,
economische macht).
Het onderzoek focust vaak op klasse relaties: sociale processen die wentelen om degene met
economische macht, hoe die macht gebruikt wordt en wie bevoordeeld of benadeeld wordt door de
economische organisatie van de samenleving. Het focust op de gevolgen van sociale ongelijkheid in
alle gebieden van het sociale leven.
Het primaire doel is hetzelfde als die van de functionalist theorie: een algemene theorie creëren die
de organisatie en werking van alle samenlevingen verklaart.
Beide theorieën zijn gebaseerd op de aanname dat de samenleving een systeem is bestaande uit
intergerelateerde delen. Maar degene die conflicttheorie gebruiken focussen op de behoeften van
kapitaal in plaats van op de algemene systeembehoeften.
Conflicttheorie focust op de behoefte om de economische organisatie van sport en samenleving te
veranderen. Het doel is om werknemers, inclusief atleten, controle te geven over de
omstandigheden van hun werk.
Ook deze theorie heeft drie voornaamste zwakke punten.
Ten eerste negeert het de mogelijkheid dat sport in kapitalistische samenlevingen ervaringen kan
bevatten die individuen en groepen meer macht geeft.
Ten tweede gaat deze theorie ervan uit dat alle aspecten van het sociale leven economisch
vastgesteld zijn (gevormd door het winstmotief en de behoefte aan kapitaal in de samenleving).
Ten derde onderschat de theorie het belang van geslacht, ras, etniciteit, leeftijd, seksualiteit e.d.
wanneer het gaat om het verklaren hoe mensen zichzelf identificeren, relateren aan anderen en de
sociale werelden organiseren.
3. Critical theory, Antonio Gramsci and Pierre Bourdieu: sports are sites where culture and social
relations are produced and changed
Deze theorie bestaat in meerdere vormen, het is gebaseerd op drie assumpties:
- Groepen en samenlevingen worden gekenmerkt door gedeelde waarden én verschillende
interesses.
- Het sociale leven bevat doorlopende processen van onderhandelen, compromissen sluiten
en dwang want de sociale afspraken over waarden en sociale organisatie zijn nooit
permanent.
- Waarden en sociale organisatie veranderen over de tijd en van situatie tot situatie wanneer
er verschuivingen zijn in de machtsbalans tussen groepen in een samenleving.
Deze theorie werd ontwikkeld toen mensen zich gingen realiseren dat samenlevingen te rommelig,
complex en vloeiend zijn om beschreven te worden als systemen (zoals voorgaande twee theorieën).
Het is niet realistisch om één algemene theorie te geven die alle samenlevingen op alle momenten in
de geschiedenis beschrijft.
Mensen die de functionalist of conflicttheorie aanhangen zeggen dat sport een reflectie is van de
samenleving. Deze theorie verklaart juist dat naast het reflecteren van de samenleving, sport een
gebied is waar cultuur en sociale organisatie geproduceerd, gereproduceerd en veranderd wordt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Suzannelg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.