Samenvatting van het vak Inleiding Criminologie (RGMCR01106). Een volledige bundeling van de hoorcolleges en de literatuur uit de klapper. Zelf het vak gehaald met een 9.
Leerdoelen
1. Wat is het onderwerp van criminologie? Wat zijn de beperkingen en/of dilemma’s van de definities
wat criminologie en haar onderwerp is? (Voorbeeld definitie Sutherland)
2. Wat is criminologie voor een soort wetenschap, wat zijn de kenmerken en wat is het verschil met de
rechtswetenschap? (Discussie empirisch versus normatief)
3. Wat is een criminologische theorie, wat is de functie van een theorie en waarom is een theorie
nodig voor het doen van criminologisch onderzoek? (Voorbeeld Chicago School)
4. Wat is de maatschappelijke opdracht van criminologie i.v.m. de aantrekkingskracht (moraal en
emoties) van het onderwerp criminaliteit?
Fascinatie voor criminologie
Reden 1: Moraal is er sterk mee verbonden (goed en kwaad, boete en straf).
Reden 2: Emoties zijn erg sterk verbonden met (ernstige) misdrijven:
Wat is criminologie?
Criminaliteit
Enge zin: Een strafbaar gestelde gedraging o.g.v. het Wetboek van Strafrecht.
Ruime zin: Een moreel verwerpelijke gedraging.
Criminologie gaat uit van criminaliteit in ruime zin. Criminaliteit in enge zin levert problemen op:
1. Iedereen heeft een moraal; niet iedereen heeft strafrechtelijke expertise.
2. Goed en kwaad is duidelijker dan de grens tussen baldadig en strafwaardig gedrag.
Definitie criminologie
‘Criminologie wil betrouwbare en precieze kennis leveren over criminaliteit, over mensen die
misdaden plegen (aard en achtergrond) en over hoe daarop gereageerd kan worden (beheersing).’
NB: Vooropgesteld geldt altijd: criminaliteit verschilt van tijd tot tijd en van land tot land.
Daarbij staat realistische beeldvorming centraal, om een objectieve en neutrale houding in te nemen
(geen emoties: het ‘koele oog’) en een discussie te starten over vraagstukken rondom criminaliteit.
Onderzoeksobject van de criminologie (Definitie Sutherland)
Volgens Sutherland onderzoekt de criminaliteit:
1. Hoe en waarom strafwetten worden gemaakt;
2. Hoe en waarom strafwetten worden overtreden (kritiek: ‘enge’ definitie van criminaliteit);
3. Hoe en waarom wordt door de samenleving op misdrijven gereageerd.
Andere onderzoeksobjecten zijn criminografie (verdeling van criminaliteit in tijd en ruimte), oorzaken
criminaliteit, penologie (reacties op criminaliteit, criminaliteitspreventie en victimologie (zie 1B).
,Criminologie als empirische wetenschap
Het gereedschap van de criminoloog is de empirische wetenschap. Deze discipline:
a. Is gegrond op ervaring, bevinding en observatie;
b. Vloeit voort uit de waarneembare werkelijkheid (bijv. een enquête).
Kortom: ‘SEIN’ (hoe het is) staat centraal i.p.v. ‘SOLLEN’ (hoe het hoort).
NB: Uitdrukkelijk niet het brein (psychologie) of wat wel/niet mag (strafrechtjurist).
Criminologie als multidisciplinaire wetenschap
Criminologie is een multidisciplinaire wetenschap. D.w.z. dat het haar begrippen, theorieën en
onderzoeksmethoden ontleent aan verschillende andere sociale wetenschappen.
Geschiedenis
‘Founding fathers’ en hun overtuigingen binnen de criminologie
- Cesare Beccaria
Keerde zich sterk tegen willekeurige strafoplegging en de wreedheid van straffen.
- Adolphe Quetelet
Meende dat maatschappelijke wetmatigheden (armoede, werkloosheid, kwaliteit van leven
etc.) de ontwikkeling van de criminaliteit meer bepalen dan individuele wilsbesluiten.
- Cesare Lombrose
Koppelde uiterlijke kenmerken aan een crimineel karakter (criminologische antropologie).
- Alexandre Lacassagne
Had sterke kritiek op het biologische determinisme van Lombrose. Volgens Lacassagne
bepaalde de omgeving of iemand strafbaar gedrag vertoont: ‘Maatschappij krijgt de
criminaliteit die zij verdient’.
- Willem Bonger
Legde een accent op de ontwikkeling van criminaliteit in economische condities. Toenemende
welvaart vergroot de criminaliteit (kapitalisme maakt mensen hebberig); in slechte
economische omstandigheden neemt de criminaliteit juist af.
Chicago-school (sociologie)
In en rond 1920 was sprake van sterke industrialisatie en enorme migratiestromen. Dit zorgde voor
een explosieve toename van inwonenden en (uiteindelijk) werklozen in de VS. Vervolgens nam de
criminaliteit ook toe en dat vormde voer voor de criminologen.
De criminologen concludeerden:
a. Kenmerken van de sociale structuur (bijv. armoede, extreme sociale desorganisatie* etc.) zijn
van invloed op de omvang de criminaliteit;
b. Er is een verband tussen sociaal-economische achterstand en criminaliteit op buurtniveau.
* Een situatie waarin geen gemeenschapsgevoel bestaat, zonder stabiele relaties, met een lage sociale
controle, zwakke en ineffectieve instituties, geen harmonie tussen de heersende waarden etc.
Criminologische vragen
Voorbeelden van criminologische vragen zijn:
- Waarom variëren crime rates over de tijd en culturen?
- Waarom zijn er mensen die crimineel gedrag vertonen en anderen weer niet?
- Hoe ontstaan criminele bendes en waarom?
Theorie
Op al deze vragen wordt antwoord gegeven door middel van een theorie. Dit is een wetenschappelijk
model of een wetenschappelijke uitspraak over waarnemingen in de werkelijkheid, teneinde de
onderlinge samenhang van de waarnemingen te beschrijven en te verklaren.
Let op! Geen theorie? Dan is sprake van ‘platte data en intellectuele betekenisloosheid’.
, Week 1B - Victimologie
Leerdoelen
1. Wat is victimologie en wat zijn de onderwerpen van victimologie?
2. Wat zijn typische vragen omtrent slachtofferschap?
3. Wat bedoelt Nils Christie met het idee van ‘ideaal slachtoffer’?
Inleiding
Victimologie = Slachtofferschap en een sub-/zusterdiscipline met verschillende benaderingen:
- Positivistisch: Wat zijn de oorzaken en/of gevolgen van slachtofferschap?
- Sociaal constructivisme: Mensen creëren de waarheid en werkelijkheid.
- Fenomenologie: Wat is de ervaring van slachtoffer worden?
Net als de criminologie is victimologie een interdisciplinaire studie. Zo is de victimologie verspreid
over verschillende takken van de wetenschap: medisch (ptts), gevolgen van oorlog (politicologie) of
geweld tegen vrouwen (genderstudies).
Wie is een slachtoffer?
Geschiedenis
Hans von Hentig, 1948: Slachtoffers hebben vaak zelf een actieve rol gespeeld bij de totstandkoming
van een delict. Wolfgang en Amir, 1958-1971: Slachtoffers gedragen zich vaak uitlokkend.
Langzamerhand ontstond er een verschuiving. Niet de eigen rol van het slachtoffer stond centraal,
maar de gevolgen die het misdrijf bij het slachtoffer teweeg kan brengen.
Definitie?
Vandaag de dag bestaat er geen eenduidige definitie. Afhankelijk van de context en ieders associatie
met dit begrip. Zo is het soms letterlijk gedefinieerd (art. 51a Sv of het woordenboek), maar soms ook
volledig afhankelijk van iemands opvatting (een dier voor de slacht).
Nils Christie
Volgens Christie is een ideaal slachtoffer de categorie personen die het meest kunnen rekenen op het
label ‘legitiem slachtoffer’. Ter concretisering geeft hij een soort ‘checklist’:
1. Het slachtoffer is zwak;
2. Het slachtoffer voerde voorafgaand aan het misdrijf een legitieme activiteit uit;
3. Het slachtoffer kan niet berispt worden om waar zij was ten tijde van het misdrijf;
4. De dader was groot en slecht;
5. De dader was onbekend en had geen relatie tot het slachtoffer;
6. Het slachtoffer is sterk/machtig genoeg om gehoord te worden.
Vaak kunnen de gedragingen (direct aangifte doen), het verhaal (consistent) en de emoties (verdrietig)
van het slachtoffer een rol spelen om als ‘legitiem slachtoffer’ aangemerkt te worden.
Wordt een slachtoffer niet sympathiek bevonden? Of zijn mensen het er niet mee eens dat geld wordt
verdiend door het slachtofferschap? Dan kan dit leiden tot secundaire victimisatie.
Experimenteel onderzoek naar slachtofferschap
Vignet = Verhaal waarin een mogelijk slachtoffer voorkomt.
Condities = Variabelen die veranderen in de verschillende verhalen (bijv. man of vrouw).
De helft van de respondenten krijgt verhaal A voorgeschoteld, de andere helft krijgt verhaal B.
Vervolgens wordt er gemeten of de variabelen invloed hebben op vragen als ‘heeft het slachtoffer zelf
schuld aan het voorval?’ of ‘had het slachtoffer minder alcohol moeten drinken?’ etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tjadamvan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.