100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting jurisprudentie - Profileringsvak verdieping BTW studiejaar 2018/2019 $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting jurisprudentie - Profileringsvak verdieping BTW studiejaar 2018/2019

 78 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de jurisprudentie uit de Reader van het vak Profileringsvak verdieping btw, studiejaar 2018/2019.

Preview 2 out of 7  pages

  • Unknown
  • January 3, 2019
  • 7
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Overzicht BTW jurisprudente – Profierinnsvva verdiepinn BTW studiejvvr 2018/2019

Weea 1: inieidinn dinitvie economie

HvJ 20 februvri 1997 C-260/95 (DFDS)

Reisorganisator DFDS (gevestgd in Denemarken) heef een Engelse dochtermaatschappij (hierna:
dochter). Dochter treed in Engeland op als assistent/agent en verleent daarbij diensten aan reizigers. De
vraag was of DFDS voor de reizen verkocht in Engeland via haar agent in Engeland btw was verschuldigd.
HvJ oordeelt dat de diensten van dochter pas in haar lidstaat (i.c. Engeland) aan btw zijn onderworpen,
indien zij (die enkel als assistent van de organisator optreedt) over het personeei en de technische
middeien beschikt die een vvste inrichtnn kenmerken.

HvJ 20 juni 2013 C-219/12 (Fuchs)

Het expioiteren vvn zonnepvneien op een woning, waarbij de bewoner geproduceerde elektriciteit aan
een elektriciteitsnet levert (in ruil voor ene duurzame opbrengst) wordt gezien als een ‘’economische
vctviteit’’. Belastngplichtge wordt gezien als ondernemer voor de btw-hefng.

De bewoner produceert in de meeste gevallen minder elektriciteit dan hij verbruikt. Hij levert alle
geproduceerde elektriciteit aan het elektriciteitsnet (tegen marktprijs en onderworpen aan btw). De voor
het gezin benodigde elektriciteit wordt bij die vennootschap weer ingekocht tegen dezelfde prijs als de
leveringsprijs. Dit betekent dat de ondernemer verplicht is om BTW te voldoen over de geleverde
energie maar daarnaast de BTW mag afrekken op de aankoop en installate van zijn zonnepanelen.

HvJ 5 juni 1997 C2/95 (SDC)

HvJ oordeelt dat de vrijsteiiinn voor fnvnciiie diensten niet afankelijk is van de voorwaarde dat de
handelingen worden verricht door een bepaald type van instelling, een bepaald type van rechtspersoon
of, geheel of gedeeltelijk op eieatronische of handmatge wijze.

HvJ heef geoordeeld dat de vrijgestelde handelingen worden gedefnieerd op basis van de aard van de
geleverde diensten en niet op basis van de verrichter / ontvanger van de dienst. Hieruit blijkt dat de
wijze wvvrop de dienst wordt verricht (elektronisch, automatsch of handmatg) geen invloed heef op
de toepassing van de vrijstelling.


Weea 2: pivvts vvn dienst en vvste inrichtnn probiemvtea

HvJ 16 oatober 2014, C-605/12 (Weimory)

Het vaste inrichtngen begrip is gecodifceerd in jurisprudente (zaak: Welmory). Deze jurisprudente is
gecodifceerd in art. 11 lid 2 Uitvoeringsverordening, dus overal waar het begrip VI staat geldt het begrip
VI zoals het in art. 11 lid 2 staat én zoals het door het HvJ in jurisprudente is ontwikkeld. Er is sprake van
een vaste inrichtng, indien deze inrichtng wordt gekenmerkt door een voldoende mate van
duurzvvmheid en een – wat personeei en technische middeien betref - neschiate structuur om
diensten te kunnen vfnemen te nebruiaen voor haar bedrijfsuitoefening.

, Een andere vraag die in de zaak werd gesteld was of bij een vaste inrichtng sprake moest zijn van einen
personeei, of dat ook sprake mocht zijn van innehuurd personeei. AG oordeelt (op 15 mei 2014): dit
maakt niet uit, zolang er maar overeenkomsten zijn waardoor je als ondernemer kan beschikken over
personeel en middelen als ware eigenaar. HvJ is zelf niet op deze vraag ingegaan.

HvJ 27 oatober 2005, C41/04 (Levob), BNB 2006/115

Levob koopt sofwarepakketen van een leverancier. Deze konden pas worden gebruikt als het werd
aangepast (op maat). De sofware én de aanpassingen worden gezien als één prestvte. Het gaat Levob
namelijk om het totaal (zij heef niks aan de sofware op zichzelf én zij heef niks aan de
aanpassingsdienst zonder de sofware). Levob heef één economisch doei: het verkrijgen van op maat
gemaakte sofware.

Nu blijkt dat sprake is van één prestate, is de vraag of deze prestate moet worden gezien als een dienst
of een levering. Omdat de vvnpvssinn een overheersend avrvater heef wordt de prestate gezien als
een dienst. Het doel was namelijk om ‘op maat gemaakte sofwaree te verkrijgen (specifeae dienst).

HvJ 17 juii 1997, C-190/95 (ARO ievse), V-N 1997/2933,7

ARO lease BV (NL) verhuurt autoes op basis van operatonal lease en sloot o.a. overeenkomsten met
Belgische afnemers via in België gevestgde zelfstandige tussenpersonen. De afnemer zoekt zijn auto uit
bij een dealer in België. De auto wordt vervolgens geleverd naar ARO lease BV en geleased aan de
afnemer en geregistreerd in België. De fscus stelt dat ARO lease een vaste inrichtng heef in België.

De diensten van ARO lease bestaan hoofdzakelijk uit het onderhandelen over en het opmaken,
ondertekenen en beheren van overeenkomsten en in het feitelijk ter beschikking stellen van auto's aan
de klanten. ARO lease beschikt in België niet over einen personeei én niet over een structuur om een
zeifstvndine verrichtnn van de diensten mogelijk te maken (zijnde het opmaken van overeenkomsten en
beslissingen van dagelijks bestuur). Hierdoor kan neen vvste inrichtnn worden aangenomen.

HvJ 28 juni 2007, C-73/06 (Pivnzer Luxembourn), V-N 2007/36.23

Planzer exploiteert een onderneming in Luxemburg en dient bij de Duitse fscus een verzoek in tot
teruggaaf van btw die zij in Duitsland heef betaald (bij aankoop van brandstof). De verzoeken worden
gedaan met een afgegeven verklaring van de Luxemburgse fscus betrefende de hoedanigheid van de
belastngplichtge (Model Bijlage B v.d. Achtste richtlijn).

HvJ beslist dat de ondernemersverklaring die is afgegeven in beginsel het vermoeden wetgt dat de
betrokkene in de lidstaat (die de verklaring heef afgegeven) niet alleen vvn de btw is onderworpen,
maar ook dat hij aldaar is nevestnd. Volgens HvJ betekent dit echter niet dat de Duitse belastngdienst
niet mag onderzoeken of de vestging ook economisch bezien daadwerkelijk bestaat.

HvJ beslist verder dat de zetei vvn de bedrijfsuitoefeninn van een vennootschap de plaats is waar de
voornvvmste besiissinnen betrefende het vinemene beheer van de vennootschap worden genomen en
waar de centrvie bestuurstvaen ervan worden uitgeoefend.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cecilia10. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  2x  sold
  • (0)
  Add to cart