1. Gelijkheid
- Horizontale rechtsorde –> Geen centraal gezag & rechterlijke beslissingen van
internationale gerechtshoven niet feitelijk afdwingbaar zijn.
- Staten staan aan de top
- Staten zijn soeverein –> Staten zijn zelfstandig bevoegd om eigen beslissingen te
nemen.
2. Afhankelijkheid
- Staten dienen met elkaar te onderhandelen en samen te werken;
- Verschillende disciplines kruisen elkaar
(Economie, Politiek, Milieu, Conflictbestrijding).
Bronnen van het internationaal recht
Rechtsbronnen te vinden in Artikel 38 IGH Statuut.
1. Verdragen
Schriftelijke overeenkomsten tussen staten of internationale organisaties.
Ze kunnen verschillende namen hebben; statuut, overeenkomsten, handvest, conventie,
protocollen etc.
Art 2 (1) sub a. staat de definitie van verdrag.
2. Gewoonterecht
Ongeschreven rechtsregel.
Dit is het recht dat voortvloeit uit de algemene praktijk van staten, die zij beschouwen als
verplicht uit juridisch oogpunt (opinio juris).
Opinio juris; Als een land iets doet met de opinio juris, betekent het dat ze denken dat ze het
doen omdat het volgens het recht moet, en dat draagt bij aan het ontstaan van
gewoonterecht.
Jus Cogens (Art 53 WWV)
Aparte categorie in het gewoonte recht, regels van dwingend recht.
Bijvoorbeeld: Verbod op genocide/ verbod op agressie.
Deze categorie noemen we dus jus cogens en de verplichtingen worden erga omnes
genoemd.
Erga omnes: Een regel van dwingend recht, waarvan staten van mening zijn dat er niet van
mag worden afgeweken.
, 3. Algemene rechtsbeginselen
Soort basisregels in het recht die overal gelden. Ze zijn niet specifiek voor één land, maar zijn
belangrijke ideeën zoals eerlijkheid en gelijkheid. Deze beginselen helpen bij het begrijpen
van wetten en verdragen en zorgen ervoor dat het rechtssysteem eerlijk en consistent is.
Bijv.: Beginsel van goede trouw l Pacta sunt servanda l Redelijk en billijkheid
2 staan niet in de wet:
Besluiten van internationale organisaties
Eenzijdige handelingen
Aanvullende bronnen
Rechterlijke beslissingen
Verwijst naar het oordeel dat een rechter geeft over een geschil of zaak die aan hem of haar
is voorgelegd. Het is het resultaat van het juridische proces waarbij de rechter de feiten en
het recht afweegt om tot een uitspraak te komen die bindend is voor de betrokken partijen.
Doctrines
Doctrines in het internationaal recht verwijzen naar de opvattingen en interpretaties van
vooraanstaande juridische auteurs en deskundigen. Wanneer internationale geschillen
worden voorgelegd aan een internationale rechter en deze geen duidelijk antwoord kan
vinden in andere rechtsbronnen, kunnen de analyses en bevindingen van wetenschappers
helpen bij het vinden van een oplossing voor het geschil.
Jus cogens: Regels van dwingend recht, moeten door alle staten worden nageleefd.
Bijv.; verbod op genocide/ verbod op agressie.
Rechtssubjecten binnen het internationaal recht
Rechtssubjecten:
Primair
- Staten (Belangrijkste rechtssubjecten, Soeverein, sluiten internationale verdragen
en vertegenwoordigen).
Secundair
- Internationale organisaties (EU, VN) (Vertegenwoordigen staten, coördineren
samenwerking en voeren activiteiten uit namens lidstaten).
- Natuurlijke personen (Genieten mensenrechten en kunnen gebruik maken van
internationale juridische en diplomatieke middelen).
- Rechtspersonen (Bedrijven en organisaties met internationale verplichtingen en
belangen in handel en investeringen).
- Multinationale ondernemingen
- Volken (gemeenschappen met rechten op zelfbeschikking, cultuur en territorium,
onder internationaal recht).
De rechten en plichten van bovenstaande rechtssubjecten:
- Internationale rechten
- Rechten op internationaal niveau afdwingen
- Internationale verplichtingen
- Aansprakelijkheid voor schending
, Wanneer kun je spreken van een staat?
- Gemeenschap
- Grondgebied
- Gezag
- Erkenning (Geen vereiste!)
Hoe ontstaat een staat
- Afscheiding
- Ontbinding
- Samenvoeging
-
Week 2
Bilateraal -> verdrag tussen 2 staten
Multilateraal -> verdrag tussen meer dan 2 staten
Regionaal -> verdrag tussen landen van een bepaalde regio (bijv. tussen Europese unie)
Mondiaal -> wereldwijd
Voordelen verdrag
- Rechtszekerheid
- Duidelijke bepalingen
- Helder wie aan het verdrag gebonden is
Voordeel gewoonte recht
- Flexibiliteit
- Ontwikkeling mogelijk
Totstandkoming van verdragen
Artikelen 6-18 en 24 WVV
- Onderhandeling
- Ondertekening art 7 WVV
- Ratificatie art 14 WVV
- Inwerkingtreding art 24 WVV
Hoe komen verdragen ‘’tot leven’’?
1. Onderhandeling
➔ Geen regels van internationaal recht, maar: te goeder trouw.
2. Ondertekening
➔ Art. 7WVV (Staat is nog niet gebonden aan verdrag)
➔ Echter art 18 WVV (Staat heeft geen ratificatieplicht)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabrinaomari. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.