STATISTIEK 1 HOC
Prof: Sylvie Gadeyne QC 17-19u
Examen: 50% schriftelijk 9 theorie en 11 oefeningen, 40% praktisch PC excel en SPSS wpo, 10% oef college
Wpo: open boek examen, formule blad en rekenmachine
WEEK 2 26-9
INLEIDING
Wat is statistiek?
= art and science of learning from data à gegevens vertalen in kennis en inzicht dus analyseren,
interpeteren en presenteren
- Statistiek als wetenschappelijke discipline, kennismethode om wereld te begrijpen, als werktuig,
onderzoek op basis van data, grafische weergave, vergelijken van verdelingen.
Waarom statistiek
- Beweringen te staven, juiste technieken en methoden, data analyseren en verzamelen.
1. Probleemstelling
2. Onderzoeksontwerp & dataverzameling
3. Data analyse
4. Rapportering
Soorten statistiek
- Beschrijvende
o Frequentievragen, kengetallen, grafische technieken, kwalitatief
o Ordenen en synthetiseren van gegevens, herleiden tot samenvattende maten.
- Infertiele
o Uitspraken over een geheel, basis van steekproef, voorspellingen en
veralgemeenbaarheid
- Statistische (verklarende)
o Gericht op verklaren van verschillen en samenhang
o Bivariate regressie, multivariate regressie, dummy regressie,…
Misleidende statistiek à cijfers enorm overtuigend, niet representatief, slechte selectie
Tellen en cijfers: turven, telstreepjes, romeinse cijfers, brahmi systeem.
- Systeem gebaseerd op 3 kernelementen, symbolen om getallen voor te stellen, plaats
bepaalt de waarde van het getal, de ontwikkeling van het getal 0
- Moderne symboolnotatie voor getallen & wiskunde is de enige universele taal
- Zie voorbeeld! à tabel met absolute of relatieve frequenties, statitische maten, grafieken
1
,WEEK 3
HOOFDSTUK 1: METEN EN MEETSCHALEN
Terminologie en kernbegrippen
- Onderzoekspopulatie
o Alle leden van een welomschreven groep die je wil onderzoeken
o Omvang en het type kan sterk variëren (de Belgische bevolking, de studenten aan de VUB, de
studenten eerste jaar statistiek, de woningen in België, de wagens verkocht in 2012 in
België,...) maar moet duidelijk omschreven zijn
- Statistische eenheid
o cases: element uit de bestudeerde bevolking: mensen, schapen, woningen,landen, kranten...
- Statistiek bestudeert de kenmerken van die bevolking
- Variabele
o Kenmerken van onderzoekseenheden waarin we als onderzoeker geïnteresseerd zijn
o Bij sommige kenmerken zijn de waarden al een getal (leeftijd)
o Bij andere kenmerken is dit niet het geval
(geslacht)
- Datamatrix
o Cases (waarnemingseenheden): in rijen
o Variabelen (waarde varieert): in kolommen
o Waarden: in cellen
- Parameters
§ Kengetallen die de verdeling weergeven van een
kenmerk van een populatie
§ Voorbeelden:
• m = gemiddelde van een populatie
• s = de standaardafwijking
• p = proportie van een populatie
- Steekproeven
§ Onderzoek m.b.t. een specifieke bevolkingsgroep (population)
§ Vaak onmogelijk om deze volledig te onderzoeken à steekproef (sample)
§ Specifieke statistische technieken om conclusies te trekken over de volledige populatie op
basis van steekproefonderzoek (inferentiële statistiek)
- Een steekproef = dus een onderdeel van een populatie
- Steekproefstatistieken (statistics)
o omvatten de statistische kengetallen van een steekproef of schatters ( = gemiddelde
steekproef en s = de standaardafwijking)
o statistische maat is een numerieke samenvatting v/d steekproef uit de populatie
- Opmerkingen
o Beschrijvende statistiek: zowel toepasselijk op een populatie als op een steekproef
o Echter: we gebruiken de notatie voor steekproeven omdat die in het verder verloop van de
opleiding ook het vaakst zal gebruikt worden
o Inferentiële statistiek: op basis van steekproefgegevens uitspraken doen over de gehele
bevolking - leerstof van dit jaar: inleiding
2
, o Statistische reeks
§ Reeks waarnemingen in de ruimte
§ Voorbeeld: kijkgedrag van verschillende personen
o Tijdreeks
§ Reeks waarnemingen in de tijd
§ Ogenblik van waarneming is belangrijk voor de interpretatie van de gegevens
§ Voorbeeld: evolutie van kijkgedrag doorheen de tijd
o Dimensie van een reeks
§ Aantal variabelen dat simultaan wordt waargenomen of bestudeerd
§ Unidimensionale reeks: 1 variabele
§ Tweedimensionale reeks: 2 variabelen
§ Multidimensionale reeks: meer dan 2 variabelen
Waarom is weten?
- (Numerieke) waarden aan objecten toekennen
- Laat toe om vergelijkingen te maken
- Standaard nodig om te kunnen vergelijken : el, voet, cm,…
- Moderne standaarden en internationale overeenkomsten: lengtematen, tijdsmaten, gewicht,
inhoud,...
- Statistiek heeft nood aan standaarden
o Voor sommige eenheden evident (bv. leeftijd, bevolkingsdichtheid)
o Voor andere complex (bv. opleidingsniveau, inkomen) tot zeer complex (bv.armoede)
o Gestandaardiseerde meetschalen en gestandaardiseerde indicatoren
Wat is meten? Zie vb
- (numerieke) waarden aan objecten toekennen
- Verdeling van de populatie P in equivalentieklassen Ek
o Deelverzameling van de populatie P die alle elementen (statistische eenheden) groepeert die
voor het bestudeerde kenmerk als equivalent (gelijkwaardig) kunnen worden beschouwd
- Kenmerken of ‘schalen’ van equivalentieklassen
o Toekennen van een eigen waarde (kwalitatief of kwantitatief) aan elke equivalentieklasse
van het ongeschaalde kenmerk
- De verzameling X der waarden wordt de meetschaal van de variabelen genoemd
- Een variabele is een afbeelding van een bevolking P in een verzameling X van waarden à het
gemeten eigenschap of kenmerk
- Meten & meetschalen
o Toekennen van getallen aan equivalentieklassen
o Hoe?
§ Aan elke waarde van het ongeschaalde kenmerk wordt een eigen, specifieke ‘code’
of getal toegekend
o De waarden die aan equivalentieklassen worden toegekend, weerspiegelen de relaties die in
realiteit bestaan tussen de equivalentieklassen, en énkel die relaties
à
o Provincie = 4: toegekende getal heeft geen intrinsieke relatie met de geobserveerde waarde
à de relatie tussen waarde en codering is arbitrair
o Geboortejaar: waarde en codering zijn gelijk aan elkaar
3
, - Kwantitatieve versus kwalitatieve waarden
o In sociale wetenschappen vaak kwantitatieve waarden
o Voordelen?
§ Kwantitatieve waarden eenduidiger dan kwalitatieve waarden vaak wordt bij
beschrijving gebruik gemaakt van synoniemen of half-synoniemen (bv. “A’pen”,
“Antwerp” of “Antwerpen”): moeilijker af te leiden in hoeverre het om equivalente
gevallen gaat
§ Verwerking van kwantitatieve waarden via computer vlotter
§ Kwantitatieve waarden meer mogelijkheden tot analyse
• gegevens kunnen worden samengevat in simpele beschrijvende maten
• relaties tussen kenmerken kunnen als algebraïsche functies uitgedrukt
worden
- Operationalisatie
o Meetbaar maken van variabelen in één of meerdere vragen
o Bepalend voor de rest van je onderzoek
o Meestal op basis van voorafgaand onderzoek of op basis van een theorie
o Sommige variabelen hoeven niet onderbouwd te zijn (geslacht), andere wel (armoede,
seksisme, racisme…)
- Afhankelijke en onafhankelijke variabelen
o In veel onderzoek wens je een variabele te verklaren of relaties met andere variabelen in
kaart te brengen
o Voorbeeld: effect van opleiding op gezondheid
§ Gezondheid = afhankelijke variabele
§ Opleiding = onafhankelijke variabele
Eigenschappen van variabelen
- Meetniveau
o De manier waarop je een variabele meet, bepaalt het meetniveau of de meetschaal van de
variabele
o Meetniveau bepaalt welke statistische analyses mogelijk zijn en welke niet
o Er zijn 4 meetschalen
§ Nominaal à NOIR
§ Ordinaal
§ Interval
§ Ratio
§ Om te bepalen wat het meetniveau is, zijn er 4 criteria
§ Classificatie: numerieke waarde = slechts een naamgeving
1. Ordenbaarheid
§ De variabele of meetschaal X is ordenbaar wanneer, voor elk paar elementen x1 en x2 Î X, men kan
besluiten: x1 > x2 (“groter dan”) x1 < x2 (“kleiner dan”)
§ Voorbeelden
• opleidingsniveau, leeftijd, lengte, inkomen zijn ordenbaar
• woonplaats is niet ordenbaar
• Merk op
• de ordenbaarheid van de waarden weerspiegelt een bestaande ordening tussen de
equivalentieklassen van het bestudeerde kenmerk
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liesbethlaureys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.