Deze samenvatting is gemaakt aan de hand van de cursus opgemaakt door S. Meuleman en is bestemd voor tweedejaars in de Bachelor Toegepaste Psychologie.
1. Kennismaking met de persoonlijkheidspsychologie
1.1. Inleiding
1.2. Het begrip persoonlijkheid
Persoonlijkheid verwijst naar de manier waarop iemand zich voordoet of de manier waarop hij bij
anderen overkomt.
hypothetsch construct: men veronderstelt dat het bestaat maar het is niet rechtstreeks waar te
nemen, enkel via een omweg kan men het waarnemen dit is dan via het waarneembaar gedrag.
Daarnaast is de invulling ook sterk afankelijk van het model dat de auteur hanteert. Want elk model
gaat samen met een eigen mensvisie, die op zich dan weer de bril waarmee men naar iets kijkt
bepaald.
Mischel beweert: er zijn evenveel defnites van persoonlijkheid als er persoonlijkheidspsychologen
zijn.
De gemeenschappelijke aspecten van persoonlijkheid:
1. Dynamische functe
Het heef een dynamische functe omdat ze aanzet tot het stellen van gedrag en omdat ze gedrag
ook stuurt in een bepaalde richtng.
2. systeem van gedragingen (gestalt): de verschillende gedragingen zullen op ongeveer dezelfde
manier gestuurd worden, een geheel van gedragingen die elkaar mutueel beïnvloeden en op
elkaar afgestemd zijn om hetzelfde doel te bereiken
3. Stabiliteit
De persoonlijkheid zou stabiel zijn doorheen het leven.
Er is sprake van stabiliteit tussen situates, dit wil zeggen dat we in zeer verschillende situates op een
zeer gelijkaardige manier ons zullen gedragen.
maakt het voorspelbaar
4. Uniciteit
Door onze persoonlijkheid en specifeke combinate van persoonlijkheidskenmerken zijn we uniek
Opmerkingen:
o Persoonlijkheid is niet vanzelfsprekend stabiel, maar het gaat hier vooral om een ontkenning
van spontante veranderingen in de persoonlijkheid, hersentrauma’s of bepaalde
(schokkende) ervaringen kunnen ervoor zorgen dat er toch een verandering ontstaat.
o Intersituatonele stabiliteit: in bepaalde situates kan men anders reageren dan men zou
verwachten vb. bij gebruik van veel alcohol of in een panieksituate. Hierin reageren mensen
vaak heel sterk afwijkend van hun persoonlijkheid.
o Panieksituates en uniciteit: in panieksituates zullen mensen ook minder uniek reageren,
mensen gaan vaak allemaal op dezelfde manier reageren en vluchtgedrag stellen
o Dynamiek van de persoonlijkheid, hier moet in het oog gehouden worden dat ook externe
factoren gedrag kunnen uitlokken of in beweging brengen
1.2.1. defnitie
1
Persoonlijkheidspsychologie
, Celine Vanmeenen 2BaTP
Persoonlijkheid – het geheel van de stabiele eigenschappen die het gedrag initiren (uitlokken) en
sturen en dat een persoon uniek maakt.
Martne De Cock persoonlijkheid – verwijst naar de dynamische structuur van eigenschappen die
resulteren in uniek en consistent gedrag hierin speelt de wisselwerking met de sociale en culturele
omgeving een belangrijke rol.
Kritek:
o onderscheid leerprocessen vs. Erfelijkheid?
o Onderscheid hoe is iemand vs. Hoe doet iemand zich voor?
o Invloed van de omgeving?
1.2.2. aanverwante begrippen
1.2.2.1. karakter
Karakter – is het geheel van afecteve, door de wil geordende reactemogelijkheden van een mens,
zoals deze in de loop van de levensgeschiedenis zijn ontstaan. (Martne De Cock)
richtng van het gedrag: op welke manier zal iemand reageren in een bepaalde situate?
Karakter – wat wij van een persoon ervaren en hoe wij het benoemen, het is een diep ingeslagen stel
eigenschappen.
1.2.2.2. temperament
is niet aangeleerd maar aangeboren, hoe sterkt of hoe fel reageert iemand
de kracht waarmee de handelingen gesteld worden
Temperament – die gedragskenmerken die door een aangeboren reactepatroon worden bepaald en
voor de persoon vrijwel onveranderd blijven, ze bepalen vooral de sterkte van de reacte.
1.2.2.3. persoonlijkheidstrek of karaktertrek
Een trek – is een samenvatende beschrijving van samengestelde geobserveerde gedragingen (De
Cock)
een persoon wordt gekenmerkt door deze karaktertrek die wordt geuit in gedrag
de combinate van deze trekken vormt het geheel van het karakter (gestalt)
1.2.2.4. bekwaamheden
verwijzen naar een niveau van presteren, het zijn talenten; vaardigheden of mogelijkheden die vaak
gescoord of gemeten worden op een schaal.
bekwaamheden zijn vaak minstens even belangrijk als persoonlijkheidstrekken en omgekeerd
want ze beïnvloeden elkaar ook.
1.3. ontstaan van de persoonlijkheid
1.3.1. aangeboren of aangeleerd?
John Locke kind wordt geboren als een tabula rasa of leeg blad, doorheen zijn leven doet hij
allerlei ervaringen op en wordt het geconfronteerd met milieu-invloeden.
eerst geven de ouders veel ondersteuning daarna zullen ook vriendjes en leerkrachten deze
belangrijke functe vervullen
emperisme en behaviorisme gaan hier erg in op
John Watson:
Give me a dozen healthy infants, and my own specifed world to bring them up in and i’ll guarantee
to take any one at random and train hi mto become a specialist that i select regardless of his talents,
abilites and race.
Gevolgen van zo’n theoriein:
2
Persoonlijkheidspsychologie
, Celine Vanmeenen 2BaTP
o persoonlijkheid ontstaat enkel uit omgeving:
er komt een zware last op schouders van de ouders en andere verzorgenden, de gedachte dat ouders
volledig verantwoordelijk zijn voor het feit dat hun kind een misdadiger of moordenaar is geworden
zou ondragelijk zijn.
o Persoonlijkheid ontstaat volledig uit genetca
Hier ontneemt men alle verantwoordelijkheden van de ouders, want er kan toch niks aan veranderd
worden. Er kan slechts gehoopt worden dat het kind goede genen kreeg en goed opgroeit.
Opvoeding heef geen enkele zin want alle opvoedingsmethoden zouden even veel of weinig efect
hebben. Tuchtmaatregelen zijn niet aan de orden, enkel het verwijderen van gevaarlijke individuen
uit de maatschappij.
maar beide zijn in wisselwerking met elkaar en delen een gedeelde invloed.
Gedragsgenetca – het onderzoek naar de oorsprong en ontwikkeling van onze gedragingen en
gedragsschema’s.
1. hierin zegt men dat de individuele verschillen gewoon een Y=H+E
optelsom zijn van de erfelijkheid en het milieu.
maar hier kan 1 van beide nul zijn aangezien het puur gaat over een optelsom dus dan
zou dit willen zeggen dat het andere domein de volledige controle heef.
Er ontbreekt hier vooral de interacte tussen milieu- en erfelijkheidsfactoren
2. De interindividuele verschillen zijn gelijk aan de erfelijkheid
samengetelt met het milieu en samengetelt met de interacte (() Y = H + E + IHxE
tussen erfelijkheid en milieu.
het kan dus dat in een bepaald milieu bepaalde genotypes vaker voorkoment dan in
andere of dat mensen met een bepaald genotype eerder een bepaald milieu opzoeken.
3. We willen de relateve bijdrage van erfelijkheid en milieu Y = H + E + IHxE + Err
empirisch – experimenteel bepalen, maar dan moeten
we ook rekening houden met mogelijke meetouten in het onderzoek. (Err)
convergenteleer – hier gaat men ervan uit dat de persoonlijkheid ontstaat uit een combinate van
erfelijke factoren en milieufactoren.
Zo zijn er 3 interactes mogelijk uit deze aspecten:
1. Positeve samenhang: zowel het erfelijk materiaal als het milieu sturen het kind in een
bepaalde richtng. (vb. het kind is van nature erg gesloten en de omgeving stmuleert het
kind niet om meer open te zijn)
2. Reacteve samenhang: de manier waarop de omgeving reageert op een persoon kan
uitgelokt worden door zijn erfelijke aanleg. (omdat het kind zo gesloten is zal de omgeving
niet de moeite doen om het kind te leren kennen)
3. Acteve samenhang: een persoon zal een milieu opzoeken dat past bij zijn aangeboren
kenmerken of zal de omgeving proberen aan te passen zodat deze beter past. (vb. een
gesloten persoon zal hobby’s zoeken die weinig opvallen)
Hoe groot is het aandeel van de erfelijkheid en hoe groot is het aandeel van de omgeving?
dit is niet bekend en door de jaren heen ontstaat hier steeds een slingerbeweging rond, de ene
keer zijn er meer voorstanders van de nature-theorie en een andere keer is het eerder de nurture-
theorie die de bovenhand neemt
momenteel neigt men het meest naar een 40% - 60% verdeling, wie dan 40% bezit en wie 60% is
onduidelijk
3
Persoonlijkheidspsychologie
, Celine Vanmeenen 2BaTP
1.3.2. tweelingstudies
Er zijn enkele methodes om de erfelijkheid van persoonlijkheidsfactoren te bepalen:
Stamboommethode – hierbij gaat men op zoek naar mensen in de geschiedenis die een specifek
opvallend kenmerk bezaten, daarna ging men gaan kijken naar familieleden van deze persoon en
onderzocht men in hoever deze familieleden ook dat kenmerk bezaten.
wanneer een koppel buitenechtelijke kinderen had kon men de kinderen van beide paren met
elkaar vergelijken en de proporte afwijking’ aanwezig bij de kinderen berekenen
ze houden hier geen rekening met milieufactoren of bepaalde ziektes die soortgelijke problemen
met zich mee kunnen brengen
weinig valide
Tweelingenstudies – hier gaat men eeneiige tweelingen volgen die in hetzelfde gezin opgroeien en
gaan ze kijken naar eeneiige tweelingen die na de geboorte gescheiden raken en zo in verschillende
omgevingen opgroeien. Zo kan men vergelijken hoe verschillend de kinderen opgroeien en blijkt er
een groot verschil te zijn kan dit enkel geweten worden aan de omgevingsfactoren aangezien de
omgevingsfactoren grotendeels hetzelfde zullen zijn wanneer de tweeling in hetzelfde gezin
opgroeit.
Eeneiige tweelingen hebben 100% hetzelfde DNA waardoor de erfelijkheidsfactor hier al helemaal
van de baan geschoven kan worden
1.3.3. biologische aspecten
1.3.3.1. het verhaal van Gage
Phineas Gage was een arbeider aan de spoorwegen die een nieuwe spoorweg moest aanleggen met
zijn collega’s, zo moest hij telkens een put graven, dynamiet in de put stoppen hier zand op doen en
dat dan aanstampen.
Op een bepaald moment vergeet Gage zand in de put te oden en begint hij de dynamiet aan te
stampen, met als gevolg dat de dynamiet ontplof en dat de ijzeren staaf Gage dwars door de schedel
geboord heef.
De staaf doorboorde eerst zijn wang, ging volledig door zijn linkeroog en
vernielde een aanzienlijk deel van de voorhoofdskwab van zijn hersenen.
Hij overleefde het ongeval en op eerste zicht leken er geen problemen te zijn,
maar na enkele maanden bleek dat zijn karkater volledig omgeslagen was. Hij
was extravagant, antsociaal, gebruikte vulgaire taal, loog vaak en was
slechtgemanierd. Uiteindelijk sterf hij aan één van zijn reguliere epileptsche
aanvallen.
1.3.3.2. neuro(psycho)logische achtergrond
De frontale lob van de groothersenen speelt een grote rol bij de persoonlijkheid.
Zo bleek dat bij mensen die een groot frontaal letsel opgelopen hadden, ze een
volledige verandering van persoonlijkheid ondervonden, maar daarnaast zag
men bij oorlogsveteranen dat er soms geen hoofdletsel nodig was voor gedrags-
en persoonlijkheidsveranderingen.
Dit werd verklaard door post-traumatsche stressstoornissen de angst en trauma’s hadden ervoor
gezorgd dat er blijvende veranderingen optraden in karakter, temperament en persoonlijkheid.
4
Persoonlijkheidspsychologie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celinevanmeenen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.