Netwerkontwikkelingen: H1, 2, 3, 6, 7.
Krachtwerk: H3, 4, 7.
Twee artikelen die op ELO staan: Zelfregie, eigen kracht, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid & Van individueel probleem naar sociale kwestie.
Netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn – sociaal activeren
1 Van verzorgingsstaat naar waarborgstaat?
1.2 Zorg- en welzijnssector in Nederland
- Beide sectoren willen een bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven. De zorgsector of
gezondheidszorg is vooral gericht op de gezondheid van individuen. De welzijnssector of welzijnszorg
is vooral gericht op het welzijn van de samenleving en van individuele burgers daarin.
- De normen en waarden van de welzijnssector worden bepaald door het politeke klimaat. De
normen en waarden van de zorgsector worden vooral bepaald vanuit de eigen professionele en/of
wetenschappelijke kennis met betrekking tot gezondheid.
- Door een kwalitatef goede welzijnssector, neemt de vraag naar gezondheidszorg af.
1.3 Ordening in zorg en welzijn
- Om grip te krijgen is indeling of ordening een goed hulpmiddel. Veel dingen kunnen op
verschillende manier geordend worden (bijv. boeken op alfabet).
- Belangrijke ordeningsprincipes met betrekking tot steun, zorg of hulp (zorg), zijn te onderscheiden
op basis van:
- doel van de zorg
- degene die de zorg verleent
- afstand tussen de zorggebruiker en zorgverlener
- plaats waar de zorg gegeven wordt
- zorgduur
- De zorgsector kent hoofdlijnen op de volgende vijf doelen:
- Positieve zorg: gericht op bewerkstellingen van gezondheids- of welzijnsbevorderend
gedrag (promote van gezonde voeding).
- Preventieve zorg: gericht op voorkomen van gevolgen van ziekte of beperkingen
(verplichten van helmen).
- Curatieve zorg: gericht op het herstel van ziekte of aanpakken en oplossen van problemen
(verwijderen van blinde darm).
- Palliatieve zorg: gericht op het realiseren van zo optmaal mogelijk leven met een ziekte.
Herstel is niet meer mogelijk (pijnstllers).
- Terminale zorg: gericht op realiseren van een zo humaan mogelijk levenseinde.
- Ordeningsprincipe: degene die zorg verleent:
Zelfzorg
Gebruikelijke zorg: degene die zorgt is een huisgenoot.
Mantelzorg
Vrijwilligershulp
Professionele zorg
- Een andere indeling heef te maken met de afstand tussen gebruiker en gever (hiërarchische
indeling: echelons):
- Nulde echelon/nuldelijnszorg: zorg gegeven door anderen dan professionals (behoren ook
kinderopvang en scholen tot).
, - Eerste echelon/eerstelijnszorg: zorg gegeven door professionals waartoe zorggebruikers
zich rechtstreeks konden wenden. Een verwijzing is niet nodig (huisarts).
- Tweede echelon/tweedelijnszorg: zorg die niet direct toegankelijk was voor
zorggebruikers. Daartoe was een verwijzing nodig vanuit het eerste echelon (specialistsche zorg in
een ziekenhuis of gespecialiseerde jeugdzorg).
- Derde echelon/derdelijnszorg: zorg waarbij een burger werd opgenomen in een instelling
(verpleeghuis), er is een indicate nodig.
- De eerstelijnszorg zou een soort poortwachtersfunctie moeten vervullen, vanuit deze functe waakt
de eerstelijnszorg over de toegang tot hogere echelons.
- In werkelijkheid blijken de echelons niet altjd te werken, het maakt de samenwerking tussen
hulpverleners lastger te maken.
- Er is nu een nieuwe vorm van echelonnering te herkennen:
- Nuldelijn is er geen sprake meer van betaalde/professionele zorg.
- Halfdelijn: zorg die gegeven wrdt door vrijwilligers en uit professionals die het verlenen van
zorg faciliteren (door bijv. doorverwijzing of indicering voor meer zorg). Bijv. wijkteams, scholen,
kinderopvang.
- Eerste lijn bestaat nog steeds uit zorg van professionals, rechtstreeks.
- Anderhalfde lijn/anderhalvelijnszorg: bestaat uit zorg waarvoor een verwijzing en/of
indicate nodig is vanuit de halfde of tweede lijn. Het is een resultaat van ophalen of afschalen. Tot
dit echelon kunnen uitgebreide ambulante zorg of ondersteuning behoren en instellingszorg van
tjdelijke aard.
- Tweede lijn bestaat uit zorg waarvoor verwijzing nodig is vanuit eerste lijn/indicate.
- Nog een indeling betref waar de zorg wordt gegeven:
- Extramurale zorg: zorg thuis ontvangen (ambulante zorg).
- Semimurale zorg: zorg in een instelling, terwijl hij thuis woont.
- Intramurale zorg: zorg vanuit een instelling, waarbij hij 24 uur verblijf. (klinische zorg), in
de jeugdzorg wordt dit residentiële zorg genoemd.
- Indeling betref zorgduur:
- Chronische zorg/langdurige zorg/long stay care: verpleging/verzorging binnen care sector
(verzorghuis etc.).
- Kortdurende zorg/short stay care: op behandeling en herstel gericht, meer in cure sector
(ziekenhuis etc.).
1.4 Nederland als verzorgingsstaat
- Kort na WOII was NL geen verzorgingsstaat meer. Na de crisis was NL meer toe aan een
bestaanszekerheid. Er was behoefe aan sterke overheid die burgers kon beschermen.
- Verzorgingsstaat: overheid heef primaire verantwoordelijkheid voor welzijn van burgers. Via wet-
en regelgeving en fnanciële middelen garandeert een verzorgingsstaat haar burgers een
bestaansminimum.
- Er kan op verschillende manier gekeken worden naar een verzorgingsstaat:
- Politieke benadering: : een manier van kijken naar vraagstukken waarbij je vooral
geïnteresseerd bent in welke keuzes de overheid maakt ten aanzien van wie wat krijgt, in wel geval
en hoe.
, - Macro- economische benadering: een manier van kijken naar vraagstukken waarbij je
vooral geïnteresseerd bent in wat een bepaalde ontwikkeling betekent voor de inkomsten en
economische groen van een land. (Wat betekent de verzorgingsstaat voor het bruto binnenlandse
product (BBP, betref aaae inkomsten binnen de staatsgrenzen, totaae waarde van aaae
goederen/diensten die in bepaaade periode zijn geproduceerd. en de economische groei?).
- Sociologische benadering: een manier van kijken naar vraagstukken waarbij je vooral wilt
weten wat bepaalde maatschappelijke ontwikkeling betekenen voor mensen (wat doet de
verzorgingsstaat met mensen en groepen mensen?).
- In een verzorgingsstaat speelt het solidariteitsbeginsel of solidariteitsprincipe: betref de
erkenning van het recht op een bestaansminimum voor iedereen. Iedereen heef recht op dezelfde
zorg in dezelfde omstandigheden. De kosten worden door alle burgers gezamenlijk gedragen.
Mensen met een hoger inkomen, betalen meer.
1.5 Werken aan een participatiesamenleving
- De Wmo speelt een belangrijke rol in de partcipatesamenleving. Pas als mensen het niet
zelfstandig lukt, helpt de gemeente (2015).
- Participatiesamenleving: nadruk ligt niet op het realiseren van welzijn van alle burgers maar op de
zelfredzaamheid en partcipate.
- De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en Wet op jeugdzorg zijn komen te vervallen.
- In het sociale domein gaat het met name om drie weten:
- Wmo, jeugdwet, partcipatewet (Nederlandse gemeenten is verantwoordelijk).
- In de zorgsector gaat het vooral om twee weten:
- Wet langdurige zorg, zorgverzekeringswet (natonale overheid is verantwoordelijk).
- Er is sprake van een transitie: verandering van wet- en regelgeving met grote impact op de
samenleving die leidt tot een verandering in taken, bevoegdheden en budgeten van zorg- en
welzijnssectoren, en daarmee tot een andere structuur/cultuur van deze sectoren (omslag van
verzorgingsstaat naar partcipatesamenleving).
- Transformate is een langdurig proces tussen betrokkenen op micro-, meso- en macroniveau.
Macroniveau: gemeentelijk/beleidsniveau (wet- en regelgeving en de uitwerkingen van beleid).
Mesoniveau: direct voorwaardenscheppend niveau voor het microniveau, zoals zorg- of
welzijnsorganisates, en hoe dit voorwaardenscheppend niveau werkt.
Microniveau: directe contact tussen hulpvrager en hulpverlener.
- De veranderingen van de huidige transformate betrefen:
- ander gedrag van professionals, cliënten en andere inwoners.
- andere cultuur bij instellingen en professionals.
- andere werkwijzen in de zorg- en welzijnssector.
- anders met elkaar omgaan van inwoners, cliënten, professionals, instellingen en gemeenten
- Transformateopdracht: eerst de burger/cliënt, dan het netwerk, dan de vrijwilliger, dan de
professionals.
- De Wmo bevat dus een wetelijke opdracht aan gemeenten om voorzieningen te bieden die het
mogelijk maken voor mensen om mee te doen in de samenleving.
- Vanaf 2017 is er niet meer een recht op dezelfde ondersteuning in dezelfde omstandigheden, bij de
Wmo. De nadruk ligt nu op maatwerk en passende zorg dicht bij huis. In dit kader spreekt men sinds
2017 ook wel over de kanteling.
- De Wmo is een kaderwet: de wet geef de kaders aan waarmee elke gemeente haar eigen beleid
, kan maken. Er is sprake van lokale beleidsvrijheid.
- De hoeveelheid zorg die gefnancierd wordt, is afankelijk van het budget van de gemeente en niet
van de zorgvragen van de burger.
- De Wmo, partcipatewet en de Jeugdwet hebben veel overeenkomsten binnen de gemeente.
1.6 Nederland als waarborgstaat?
- Het werken aan een partcipatesamenleving betekent dus het inzeten op zelfredzaamheid en
partcipate of meedoen van alle burgers. Dit veronderstelt een terugtrekkende overheid.
- Terugtrekkende of terugtredende overheid: neemt minder verantwoordelijkheid voor het
uitvoeren van taken en in stand houden van voorzieningen. Een terugtrekkende overheid richt zicht
slechts op een paar kerntaken waarbij wordt verondersteld dat andere taken door de burgers zelf
worden gedaan (kleine overheid).
- Waarborgstaat: land wordt zo genoemd als de overheid voor een klein deel de
verantwoordelijkheid neemt voor het welzijn van de burgers en zich slechts richt op het uitvoeren
van enkele kerntaken.
- Maatschappelijke middenveld: Burgermaatschappij of Civil society: wordt gedoeld op het geheel
van organisates van burgers die niet gebaseerd zijn op familie- of vriendschapsbanden, die geen
onderdeel zijn van de overheid en die geen winst nastreven, bijv. vrijwilligersorganisates,
kerkgenootschap.
- Tegenwoordig is het bijv. mogelijk om als groep buurtbewoners van sociale woningen een eigen
burgercoöperate te beginnen, die de woningen in eigendom heef en verhuurt. Ook zijn er in
toenemende mate burger coöperates in bijv. de zorg of ten behoeve van wijk- en volkstuinen.
1.7 Betekenis ontwikkelingen voor zorg- en welzijnssector
- De verandering richtng de partcipatesamenleving wordt ook wel aangeduid met:
vermaatschappelijking van de zorg: betref het streven om meer mensen met beperkingen
(armoede, lvb, zieken etc.) een eigen zinvolle plek in de samenleving te gunnen en hen daarbij te
helpen.
- Sinds 1960 is er meer sprake van individualisering. Met deze ontwikkeling komt meer nadruk op de
emancipate te liggen. Dit leidt tot emancipatiebewegingen. Door deze ontwikkeling ontstond de
overtuiging dat mensen met welke beperkingen dan ook de kans moesten krijgen om gewaardeerde
rollen in de samenleving te vervullen. Deze beweging heet ook wel de antipsychiatrie.
- In 1990 koos de overheid voor een radicale omwenteling. De vermaatschappelijking van de zorg
werd gestmuleerd via extramuralisering of transmuralisering: streven om buiten de muren van een
instelling gelijkwaardige zorg te bieden. De zorg wordt verplaatst naar de eigen woonomgeving.
- Deïnstitutionalisering: mensen worden minder snel opgenomen in instellingen dan voorheen. Zo
lang mogelijk thuis blijven is het leidende principe. Bovendien worden instellingen zoveel mogelijk
opgeheven, kleinschaliger gemaakt of verplaatst naar normale woonomgeving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElineL1997. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.