Zelfmanagement: de patiënt kan omgaan met de ziekte/aandoening en kan dit accepteren. Eigen
regie; in staat zijn om keuzes te maken over zijn of haar leven, alles zelf in de hand hebben.
Empowerment: als verpleegkundige moedig je de patiënt aan om voor zichzelf te zorgen. Ook
verbeter je het zelfvertrouwen en het zelfbeeld.
Veerkracht: hoe goed de patiënt met tegenslagen om kan gaan.
,Herstel: hoe komt de patiënt terug op een periode van ziekte of tegenslagen. Het hernemen van de
eigen regie.
Zelfredzaamheid: in hoeverre de patiënt voor zichzelf kan zorgen,
kan hij of zij nog alleen wonen en de ADL uitvoeren?
Chronic care model: de patiënt met een chronische ziekte
verandert zijn of haar gedrag pas wanneer hij of zij een leidende rol
in het proces krijgt. Het model maakt het voor meerdere
organisaties duidelijk op welke delen zij de zorg kunnen verbeteren.
De overheid, zorgverleners en patiëntenorganisaties werken
allemaal mee aan het belang van zelfmanagement.
Generiek model zelfmanagement: geeft weer aan welke
onderdelen aandacht besteed kan worden om het zelfmanagement
te ondersteunen. Het gaat hierbij om de interactie tussen de
chronische zieke en de zorgverlener. Bij zelfmanagement zijn zij
gelijkwaardige partners. Ook staan er meer poppetjes achter hen,
deze staan voor de naasten en het team rondom de zorgverleners. Zij
zoeken samen naar de balans tussen de belasting en de
belastbaarheid.
5a-model: vijf stappen om zelfmanagement op een methodische
manier te begeleiden. Achterhalen, adviseren, afspreken, assisteren
en arrangeren.
Shared decision making: zorgverlener en patiënt staan gelijk aan
elkaar. Beiden geven ze informatie aan elkaar (medisch en
persoonlijk). Besluit wordt samen genomen.
Motiverende gespreksvoering: op samenwerking gerichte gespreksstijl die iemands eigen motivatie
en bereidheid tot verandering versterkt met vier uitgangspunten; partnerschap, acceptatie
(autonomie accepteren), compassie (empathie tonen, welzijn en belangen zo positief mogelijk
maken) en ontlokken (doelen, wensen, verwachtingen en beweegredenen ontdekken).
Coping(stijlen):
- Probleemgerichte coping: het probleem oplossen.
- Emotiegerichte coping: ervoor zorgen dat je minder last hebt van het probleem.
- Actieve coping: alles op een rijtje zetten, open staan voor steun en zelf steun zoeken,
accepteren van het probleem en positief denken.
- Passieve coping: niet praten over het probleem en er niet over willen praten.
Coping strategieën: gevoelens uiten, verdoving, vermijden, steun zoeken, piekeren, schuld aan een
ander geven, jezelf de schuld geven, etc.
Gezondheidsvaardigheden: vaardigheden die mensen nodig hebben om informatie over hen
gezondheid te begrijpen, beoordelen en gebruiken bij het maken van beslissingen.
Eigen regie (tijdelijk) wegnemen d.m.v.:
Crisismaatregel: een beslissing van de burgemeester waarmee zorg verplicht wordt, maximaal 3
werkdagen. Vormen; gedwongen behandeling, beperken bewegingsvrijheid, insluiting, toezicht en
opname. Bij mensen die door hun psychische stoornis een gevaar zijn voor zichzelf of andere.
, IBS: inbewaringstelling. Verplichte opname in een spoedsituatie.
Zorgmachtiging: machtiging van de rechter waarmee verplichte zorg toegepast kan worden. bij
mensen waar de psychische stoornis ernstig nadeel is, maar alleen als vrijwillige zorg niet mogelijk is.
Mentorschap: mentor helpt mensen die moeite hebben de regie over hun leven te behouden. Helpt
besluiten nemen over verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
Bewindvoering: als iemand zijn financiën niet op een rijtje heeft, helpt de bewindvoerder.
Curatele: hulp bij financiële en persoonlijke zaken, waarbij bewindvoering of mentorschap niet
genoeg is.
Ervaringskennis: de kennis komt van reflecteren op persoonlijke ervaringen. Dit kan ingezet worden
als ervaringsdeskundige.
Ethisch dilemma: een dilemma waar verschillende waarden tegen elkaar strijden. Kan een ongunstige
uitkomst hebben. Is vaak een moeilijke keuze.
Autonomie: vrijheid om zelf beslissingen te maken, zonder invloed van andere.
Paternalisme: het beperken van de vrijheid van iemand, dit voor zijn eigen bestwil.
Moreel beraad: een gesprek over een ethische kwestie binnen het werkveld met zowel zorgverleners
als de patiënt en naasten.
Gezondheidsdeterminanten: factoren die invloed hebben op het ontstaan van een ziekte of het
verloop ervan. Bijvoorbeeld; ongezonde voeding, weinig beweging, gebruik van alcohol en drug,
psychosociale arbeidsbelasting en slechte luchtkwaliteit. Endogeen: factoren in de mens, erfelijke en
eigenschappen. Exogeen: de omgeving.
ASE-model: Het ASE-model bestaat uit attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit. De attitude
geeft aan hoe de patiënt tegenover het probleem staat. Dit is gebaseerd op de opvattingen en
ervaringen van de patiënt, ook tellen de voor- en nadelen mee en wordt er gekeken naar de korte en
lange termijn. Sociale invloed heeft te maken met hoe de naasten naar het probleem van de patiënt
kijken. Als laatste speelt de eigen effectiviteit mee. In andere woorden betekent dit, hoeveel
vertrouwen heeft de patiënt in zichzelf.
Health belief model (HBM): gedrag verklaren i.p.v.
bevorderen. Legt uit waarom mensen wel of niet
meedoen aan preventieve gezondheidzorg maatregelen,
zoals een bevolkingsonderzoek, gezond eten, bewegen en
het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Er zijn
verschillende factoren; demografische, psychologische,
sociale en cognitieve factoren. Ook worden de kosten
tegenover de uitkomst gewogen. En ‘cues to action’, dit
zijn factoren van buitenaf, bijvoorbeeld
reclames/campagnes of een verhaal van iemand anders.
Ook de klachten die iemand ervaart hoort hierbij. En hoeverre iemand gelooft in zichzelf telt ook
mee.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ischa321. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.