100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting psychopathologie van kinderen en adolescenten $5.82
Add to cart

Summary

Samenvatting psychopathologie van kinderen en adolescenten

4 reviews
 447 views  29 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het 1e master vak psychopathologie van kinderen en adolescenten, gegeven door Imke Baetens aan de VUB. De samenvatting is gemaakt op basis van de slides, aangevuld met eigen notities. De verplicht te lezen tekst over trauma zit er ook in verwerkt.

Last document update: 5 year ago

Preview 4 out of 85  pages

  • January 5, 2019
  • January 11, 2019
  • 85
  • 2018/2019
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: freyaherbosch • 4 year ago

review-writer-avatar

By: zothoelen • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Louann • 5 year ago

review-writer-avatar

By: citronelle • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting psychopathologie
K&A
Inleiding
Psychopathologie = studie van psychische stoornissen (problemen) bij kinderen en adolescenten:

 Wat normaal is voor een bepaalde levensfase, kan afwijkend zijn wanneer het optreedt in
andere levensfasen
 Stoornissen die specifiek zijn voor de levensfasen t.e.m. de adolescente
(ontwikkelingsstoornissen)
 Stoornissen die ook op volwassen leefijd kunnen voorkomen met eventueel een specifeke
uitngsvorm in kinder en jeugdjaren

Wanneer spreken we van een psychische stoornis?

 Abnormaal: afwijkend van de sociale norm
 Veroorzaakt lijden: bij de betrokkene en/of omgeving
 Binnen psychopathologisch begrippenkader: sociale consensus  ‘afgesproken’ stoornissen
(DSM)

Classificerende diagnosiek (DSM):

 Probleemanalyse: wat is er aan de hand?
 Hypothese: diagnose is geen vaststaand feit
 Clustering van symptomen: clusters worden samengevat in fenomenen/syndromen

Voordelen categoriale diagnostek:

 Communicaie: tussen professionals
 Eiket: verklaring van gedrag (kan positef of negatef zijn) + etket vaak nodig voor
terugbetalingen
 Indicaiestelling en verwijzing
 Ruwe handvaten voor intervente: begin van de behandeling
 Algemeen zicht op prognose
 Zicht op prevalente

Kriiek categoriale diagnostek:

 Sociaal-culturele bepaaldheid van psychiatrische stoornissen: wij dragen een westerse bril
 Comorbiditeit: mensen passen niet in vakjes
 Vage omschrijvingen: wat is grens pathologie/normaliteit
 Label-maatschappij: vb: ADHD’ers
 Onderliggende transdiagnosische mechanismen: onderliggende factoren die de psyche
sterk mee bepalen zoals emoteregulate, motvatee deze worden niet mee opgenomen in
DSM criteria

Dimensionale categorisaie: in welke mate heef iemand last van een stoornis? Stoornissen zijn een
contnuüm, iedereen bevindt zich ergens in dat contnuüm.


1

,Tweedeling in probleemgedrag:

 Internaliserend probleemgedrag: naar binnen gericht. Vooral de persoon zelf heef er last
van. Voorbeelden: angst en depressie. Meer bij meisjes
 Externaliserend probleemgedrag: Leterlijk: naar buiten gericht. Vooral de omgeving heef er
last van. Voorbeelden: gedragsstoornis, ADHD. Meer bij jongens
 Vaak komt een combinate van beide voor
 Niet alle stoornissen passen binnen 1 van deze 2 categorieën

Naast diagnose, nog 2 belangrijke factoren:

 Differeniaaldiagnose: kan dit een andere stoornis zijn? Welke stoornis lijkt erop, maar is het
niet?
 Comorbiditeit: syndromen die vaak samen voorkomen

Uitgangspunten:

 Vroeger en nu: actueel gedrag is altjd het product van vroegere ervaringen + de eisen die de
huidige situate aan het kind stelt
 Dynamisch gezichtspunt: de betekenis van gedrag is altjd afankelijk van de situate en de
leefijd van het kind
 Elk kind is uniek: het kind is meer dan een stoornis en elk kind heef unieke ervaringen gehad
 Ontwikkeling staat centraal: vergelijken normaal en afwijkend
 Wederzijdse beïnvloeding (transacte): kind beïnvloedt ouders en ouders beïnvloeden kind
 Ontwikkelingsopgave en opvoedingstaak: rol en taak van de opvoeders zijn niet los te zien
van de opgave van het kind
 Gezins- en systeembenadering: veel nadruk op interacte tussen opvoeders en kind en
interacte tussen andere systemen  systeemtheorie en gezinsbenadering van groot belang
 Risico- en beschermingsfactoren: nooit één oorzaak van gedrag  meerdere risicofactoren,
en meerdere bufers of beschermingsfactoren
 Prevenie en behandeling: binnen ontwikkelingspsychopathologie veel nadruk op
ontwikkeling  ook veel aandacht voor prevente
 Invloed van omgeving en maatschappij:
 Invloed op twee manieren: cultuur en maatschappelijke omstandigheden kunnen
kans vergroten of verkleinen op ontstaan van een stoornis. Culturele normen en
waarden kunnen de opvatngen van volwassenen over het gedrag van kinderen
beïnvloeden, en daarmee hun psychopathologie
 Cultuur ≠ maatschappelijke omstandigheden: zuigelingensterfe komt in Nederland
meer voor in grote steden en onder de allochtone bevolking. Heef weinig met
cultuur te maken maar wel veel met armoede
 Cultuur is niet staisch, maar verandert

Uitgangspunten ontwikkelingspsychopathologie:

1. Bi-direcioneel model (dyade tussen ouder en kind): (Belsky): ouder en kind gaan in
interacte en hebben elk een rugzak die deze interacte beïnvloedt


2

, 2. Bio-ecologisch systeemmodel: (Bronfenbrenner): het individu is het biosysteem. Dit
biosysteem wordt omringd door een microsysteem (gezin, school), dat op zijn beurt
weer omringd wordt door het mesosysteem (microsystemen die in interacte gaan met
elkaar en het kind indirect beïnvloeden), dat omringd wordt door het exosysteem
(maatschappij) dat omringd wordt door het macrosysteem (waarden, normen, weten en
regels) dat uiteindelijk omringd wordt door het chronosysteem (tjd: kind wordt ouder,
maatschappij verandert)
3. Theorie over ontwikkelingsopgaven en opvoedingstaken: dit steunt op 3
uitgangspunten:
 Een bepaalde ontwikkelingsopgave verschijnt in een bepaalde periode
 Sommige van deze opgaven zijn cultureel bepaald
 Wel of niet adequaat volbrengen van deze opgave beïnvloedt het gedrag van
kinderen in een latere periode in het leven  niet volbracht = later problemen
4. Theorie over risico- en beschermende factoren: bestaan op het niveau van het individu,
gezin en omgeving. Het gaat niet om optellen van invloed, maar ze beïnvloeden elkaar.
De groote van de totale invloed is eerder een kweste van vermenigvuldigen dan van
optellen. Een beschermende factor is alleen actef in een situate van risico. In kaart
brengen van risicofactoren (en beschermende factoren) wijst vooral naar prevente en
minder naar behandeling. Ze hebben geen voorspellende waarde.
 Risicofactor: kenmerk van een groep personen met een verhoogde kans op het
ontstaan van een stoornis
 Protecieve (resilience) factor: factor die samengaat met een verminderde kans
op het vertonen van een stoornis, in aanwezigheid van een risicofactor
 Eenzijdig redeneren over oorzaak/gevolg wordt afgewezen
 Wederzijdse interacie

Ontwikkelingstraject: alle kinderen met eenzelfde stoornis heef een ander traject ernaartoe. Het
begrip traject slaat op de invloed van vroegere ervaringen:

 Mulifinaliteit: zelfde start bij verschillende kinderen kan tot verschillende eindpunten leiden
 Equifinaliteit: zelfde eindpunt bij verschillende kinderen kan bereikt zijn via verschillende
startposites
 Voorspellen van individuele ontwikkeling is vrijwel onmogelijk

Vuistregel: de ernst van probleemgedrag of van de psychische stoornis is afankelijk van:

 Aantal risicofactoren: hoe meer, des te ernstger
 Verhouding tussen risicofactoren en beschermende factoren: risicofactoren zijn bestendiger
dan beschermende factoren
 Dosis-responsrelaie: hoe ernstger een risicofactor of hoe langer deze aanwezig is, des te
groter de problematek
 Invloed van risicofactor (en ook beschermende factor) is afankelijk van de leefijd van het
kind (hoe jonger, des te groter het efect) de omvang en ijdsduur van de factor en eventueel
de sensiieve periode waarin een kind verkeert (slecht taalonderwijs in de periode dat een
kind hoort te leren lezen heef een groter negatef efect dan slecht taalonderwijs als het
kind al kan lezen)

Prevenie kent drie vormen:



3

,  Universeel (of algemeen): de hele doelgroep; nog geen selecte gemaakt  voorkomen van
risico door vergroten van beschermende factoren
 Specifiek (of gericht): gericht op risicogroep  voorkomen van problematek en risico
beperken
 Geïndiceerd: diagnose al gekend  voorkomen van verergering van de problematek




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophieDC. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.82  29x  sold
  • (4)
Add to cart
Added