Aardrijkskunde hoofdstuk 1: globalisering
Paragraaf 1: krimpende wereld
Globalisering (mondialisering) is het proces waarbij de verwevenheid tussen gebieden en
samenlevingen toeneemt. Globalisering heeft op allerlei vlakken invloed:
- Economisch wereldmarkt → producten komen overal vandaan
- Sociaal wereldgemeenschap → migratie neemt toe, contact via social media
- Politiek wereldstaat → internationale organisaties krijgen meer invloed
- Cultureel wereldcultuur → verwestering, ontstaan mengculturen
De wereld wordt door de globalisering ook wel global village genoemd. De relatieve afstand tussen
gebieden neemt namelijk heel erg af (door daling reis/vervoerstijd en de kosten hiervan). Je spreekt
dan van een tijd-ruimtecompressie. Hierbij spelen drie processen een rol:
1. Ligging verandert
Absolute ligging niet (blijft op dezelfde plek), relatieve ligging wel. Door de globalisering
veranderd de relatieve ligging steeds sneller. Een stad kan snel opbloeien of juist in verval
raken. Beslissend hiervoor zijn: positie t.o.v. een economisch gebied, ligging t.o.v. een
vervoersas (denk ook aan mainport).
2. Afstand krimpt
Via mobieltjes of computers kan informatie heel snel gedeeld worden. Goederenstromen
gaan niet veel sneller, wel wordt de relatieve afstand hiervoor kleiner. Wel is het zo dat het
afstandsverval nog steeds geldt (minder interactie tussen gebieden als de afstand groter is).
Dit komt doordat de absolute afstand toch altijd een rol speelt.
3. Grenzen vervagen
Je kan erg makkelijk naar een ander land (ook multinationals en toeristen). Toch is dit niet
voor iedereen, bijvoorbeeld vluchtelingen komen niet makkelijk een land binnen.
Paragraaf 2: transport
Een van de belangrijkste motoren achter de globalisering is de ontwikkeling van de
transporttechnologie (goederen, mensen, informatie etc.). Het goederentransport heeft drie
ontwikkelingen doorgemaakt:
1. Reis- en vervoerstijden zijn heel erg gedaald (alles verloopt sneller)
2. Transport is goedkoper door de groei van de capaciteit van schepen en vliegtuigen en de
economische crisis na 2008. Hierdoor is een overcapaciteit van goederen ontstaan en
daardoor dalen de prijzen
3. De infrastructuur rond transport is erg verbeterd
Volgens de interactietheorie (van Ullman) moet aan drie basisvoorwaarden worden voldaan voordat
er uitwisseling van goederen tussen gebieden tot stand komt:
1. Complementariteit
Het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in he andere gebied vraag naar is
2. Transporteerbaarheid
De goederen moeten tegen een redelijke prijs en binnen een normale tijd vervoerd kunnen
worden.
3. Geen tussenliggende mogelijkheden
Als er tussen twee gebieden een nieuwe mogelijkheid ontstaat, verlegt de vervoersstroom
zich.
Of goederen van het ene naar het andere gebied te vervoeren zijn kan in de loop der tijd veranderen
door:
- Het verbeteren van de infrastructuur van een gebied waardoor de bereikbaarheid toeneemt
- Het verdwijnen van politieke barrières tussen gebieden
- Innovaties op transportgebied (bv. de container → deze manier van vervoeren is erg efficiënt
en hierdoor kan de producten gemaakt worden op plaatsen waar dit het meest efficiënt is
Noa Jansen – Roosendaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NoaJansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.